BUSREIS NAAR DE FLEVOPOLDERS Zondag, 7 februari 1993 was uitgeko zen voor de excursie naar de Flevopolders, annex Oostvaarders- plassen. Het was een bewuste keuze. Dit landschap zien in wintertooi met z'n wintervogels, dat is toch een apar te belevenis. Risico was wel het om deze tijd van het jaar wisselvallige weer: 't kon vriezen, 't kon dooien. Het ergste was wel mist. En laat het nu voorafgaand aan de reis een hele week mistig weer zijn! Dat voorspelde niet veel goeds. Door de mist naar vogels kijken, is nog niemand gelukt en het zag er dus allemaal niet zo gunstig uit. Dat het toch nog geweldig is meege vallen, kunt U opmaken uit onder staand verslag. Vanuit Oostburg werd vertrokken om 6.00 in de vroege ochtend. Daar stap ten een 30-tal Duumpjes in de bus van de firma Van Damme uit St. Laureins (B). Via Hoek, waar 3 Steltkluut-leden werden opgepikt, reed men naar Temeuzen, waar ook nog 2 man stond. De chauffeur bleek niet helemaal ver trouwd met de Hollandse lantaarnpa len, want eentje bleef er scheef ach ter In Antwerpen namen we net buiten de oude tunnel ook nog 2 excursie-gan- gers liefdevol in ons midden op. Daarna ging iedereen nog even onder uit voor een dutje. De buschauffeur wilde er wat stemming in brengen door het afspelen van echte Vlaamse accordeonmuziek. Toen dat niet echt hielp, probeerde hij het met een Belgische mop in de trant van 2 echte lieden die bij St. Petrus kwamen, een mop waarvan vele varianten bekend zijn. Iedereen was toen weer wakker, maar verdere pogingen ondernam de man gelukkig niet. Die stijve Hollanders. Bij Meerkerk werd een koffiestop gehouden, waarna het snel weer verder ging naar onze eindbestemming, de Flevopolders. Tot dan toe was het vrij nevelig weer, hetgeen de stemming enigszins drukte. Iemand kwam op het idee om de ramen van de bus schoon te gaan maken, want die zaten zwaar onder de slik. Bij een tankstation wer den bezems en emmers georganiseerd en het bleek dat er zowaar enkele kun dige glazenwassers in het gezelschap zaten. Eric Blaakman presenteerde zich namens 't Duumpje en legde de bedoeling van de excursie uit. Bij het moderne station Lelystad stond Eric Marteijn ons op te wachten. Hij zou onze gids zijn op deze reis door de Flevopolders. Dat Eric in dit gebied volledig thuis is, zou spoedig blijken. De rit ging dwars door de enorme pol ders, waarbij het nieuwe land opviel door de rechte kavels en de bijna ein deloze, rechte wegen. Jong bos van 15 jaar oud en nieuwe aanplant wisselden elkaar af. Daar tussendoor grote land- bouwpercelen met schaarse bebou wing. Enkele folders van de Stichting Flevolandschap en StaatsBosBeheer moesten de beelden ondersteunen. Inmiddels was de mist zo goed als ver dwenen en konden we genieten van de vogelbevolking. Overal zaten, bui zerds, meestal op paaltjes. Een telling kwam uit tot boven de 100 exempla ren. Ook enkele ruigpootbuizerds waren duidelijk te onderscheiden. Het Markermeer zat aanvankelijk potdicht. Later op de dag konden we daar grote groepen kuifeenden bewonderen. Schattingen liepen op tot 20.000 stuks. Een machtig schouwspel. Ook een kuifduiker was zeer goed waar te nemen. Bij de Oostvaardersplassen brachten we een bezoek aan de obser vatiehutten de Kluut en de Grauwe Gans. De eerste kenmerkt zich door het begroeide slikstrandje ervoor, waar 12

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1992 | | pagina 14