HET ZWIN
Ontstaanswijze.
Inpolderingen.
Ijstijden.
Velen kennen uit eigen ervaring de
charme van een wandeling door het
Zwin; niet voor niets worden de geor
ganiseerde excursies door het gebied
altijd druk bezocht. Wat meer omtrent
de historie van het gebiedmaar meer
nog omtrent de toekomst in onder
staand artikel van Adrie Provoost
Een studie van de oorspronkelijke
vormgeving van het Zwin levert een
totaal ander beeld op met de huidige
situatie. In de Middeleeuwen vormde
deze regio van de lage landen aan de
zee met recht een zeer laaggelegen
gebied van slikken en schorren.
Vooral onder impuls van de kerkelijke
macht werden in Noordwest-
Vlaanderen een groot aantal polders
bedijkt; deze bedijkingen werden vaak
uitgebouwd vanuit een aantal van
nature hooggelegen gedeelten. Vanuit
deze gedachte vormden de oude dek-
zandgebieden - o.a. bij Aardenburg,
maar ook het Eiland van Cadzand - het
middelpunt van bedijkingen. Rondom
deze "hoge" landsdelen stroomde
lange tijd het zeewater ongestoord in
en uit; de geulen dienden voor de
scheepvaart en brachten tussen Brugge
en de Braakman een aantal steden en
dorpen tot bloei. Naderhand verland-
den in langzaam tempo deze getijgeu
len, waardoor zich een karakteristiek
element in het landschap wist te ont
wikkelen: de kreken.
Door de menselijke ingrepen op het
gebied van inpolderingen ging het
tempo, waarin een zoute zeearm
omgezet werd in land, duidelijk
omhoog. Niet langer was een natuur
lijk proces alleen oorzaak van dit ver
schijnsel; het gevolg van deze natuur
lijke tendens was wel, dat de scheep
vaart naar achtereenvolgens Brugge,
Damme en Sluis niet langer mogelijk
was. Naarmate de getijdegeul smaller
en ondieper werd en de afstand tot de
Noordzee groter, nam de verlanding
toe. Daarbij tekende zich het oorspron
kelijke patroon van hoofdgeulen en
zijtakken ook in het nieuw gevormde
landschap duidelijk af. Het moment
van bedijking is op vele plaatsen na te
lopen aan de hand van de hoogtelig
ging van de grondslag; in de binnen
kort verschijnende Atlas van West
Zeeuwsch-Vlaanderen is op een pol-
derkaart een volledig overzicht van
deze bedijking opgenomen.
Een belangrijke factor in het met suc
ces uitvoeren van inpolderingen werd
gevormd door de onafgebroken aanval
op de kust door de getijden en stor
men. Het ondergaan van een aantal ijs
tijden is de grootste "motor" geweest
in de hoogte van de zeewaterstand.
Immers, tijdens zo'n ijstijd was het
grootste gedeelte van het water als ijs
in de buurt van de beide polen gecon
centreerd. Afsmelting van de ijskap
pen deed de waterstand gestaag, maar
tot aanzienlijke hoogte stijgen. De
daarbij optredende krachten moeten
immens groot zijn geweest, wanneer
bedacht wordt, dat in een dergelijke
cyclus bijv. de Noordzee is ontstaan.
Versneld door veel stormgeweld is
daarbij het Nauw van Calais gevormd,
waardoor het getij vrij spel kreeg in
deze contreien. Het is nu juist deze
2