Groese Duintjes.
Dit gebiedje (uitvoerig beschreven in
't Duumpje van december 1992) is na
de dijkverzwaringen van enige jaren
geleden door het Waterschap Het
Vrije van Sluis aan onze vereniging in
beheer gegeven. De eerste jaren werd
het beweid door schapen, in 1992 voor
het eerst echter door de runderen (met
stier) van Clement van 't Westeinde.
Dit extensief beheer zou ertoe moeten
leiden dat allerlei broze planten, die
vroeger in dit gebied voorkwamen,
opnieuw de kop zouden opsteken.
We kunnen uiteraard wijzigingen in
plantengroei alleen waarnemen als we
er regelmatig rondlopen en goed opne
men welke planten er op welke plaats
voorkomen. Na een zekere tijd zou het
gewijzigd beheer dan zijn vruchten
moeten afwerpen en door inventarisa
tie zichtbaar moeten zijn.
We zijn het inventarisatiewerk in het
gebiedje begonnen in 1991. Afgelopen
jaar is er door omstandigheden wat
minder intensief geïnventariseerd.
Toch viel al op dat een mooi fragiel
plantje als ijzerhard, in 1991 slechts
als eenling op één plaats gevonden, in
1992 op drie plaatsen'voorkwam, en in
veel grotere dichtheid.
Het zwaartepunt van het inventarisa
tiewerk ligt in het oostelijke gedeelte
van het gebied (rechts van voorheen
'Jo Casteleijn'). Het westelijke deel is
slechts globaal bekeken.
Indien U eens wilt zien wat dit soort
werk inhoudt, kunt U meegaan op
zo'n tochtje. Er wordt geïnventari
seerd op 17 juni, 1, 15 en 29 juli, 12
en 26 augustus. Ook zonder specifieke
plantenkennis is het interessant. We
verzamelen op genoemde data om
19.30 uur bij het 'Franse hek' aan hei-
oostelijke gedeelte.
Andere gebieden.
Naast dit vaste programma zijn er
enkele speciale excursies gepland.
24 juni Zwinwei en Kievittepolder
Verzamelpunt: bezoekers
centrum 't Zwin
Aanvang 19.30 uur
5 aug. Dijken van Dunnée
(dijkflora bij 'de Pyramide')
Verzamelpunt: clubgebouw
Oostburg.
Aanvang 19.30 uur
22 juli Bosje van Nummer Eén
Verzamelpunt: parkeer
plaats Bosje nr.l
Aanvang 19.30 uur
9 sept. Paulinaschor
Verzamelpunt:dijkover-
gang bij Monumentje.
Aanvang 19.30 uur.
Broedvogelinventarisatie
in Het Grote Gat.
Op verzoek van de Stichting Het
Zeeuwse Landschap, de beheerder van
het Grote Gat van Oostburg, wordt in
het gebied een broedvogelinventarisa
tie uitgevoerd door een zestal leden
van onze vogelwerkgroep. Ze tellen
het gebied tweewekelijks in twee
groepen gedurende de periode van 30
maart tot 20 juni 1993.
Over het aantal broedgevallen kunnen
in dit stadium uiteraard geen uitspra
ken worden gedaan, pas na het broed-
seizoen is hierover meer duidelijkheid.
Dan kan precies nagegaan worden,
hoeveel jongen er zijn. Nu treft men
slechts aantallen aan, zonder te weten
of het broedvogels, dan wel doortrek
kers betreft. Toch zijn er wel enige
aardige zaken te melden.
Zo komen er 2 x zoveel blauwborsten
voor als verwacht. Opmerkelijk is het
aanwezig zijn van 22 oeverlopers;
meestal solitair opererend, hier in een
troep.
De broedresultaten zijn ook afhanke
lijk van de waterstand van het gebied.
Als het water te hoog staat, is het
drooggevallen deel van de plaat voor
de schuilhut te gering in oppervlakte;
er kunnen dan amper vogels broeden.
Op de nu ongeveer 100 m2 grote plaat
broeden meestal kluten en een enkele
kievit. Verder zitten er een kleine ple
vier en 8 zwarte ruiters.
In het riet broeden, zoals gewoonlijk,
bruine kiekendieven. De rietgors is
hier met 6 exemplaren vertegenwoor
digd. Verder zijn hier soorten als klei
ne karekiet, (bos) rietzanger, baard
mannetje en snor, te verwachten. Ze
zijn in het riet dikwijls niet direct te
zien; maar, afgaand op de geluiden die
ze maken, voor het geoefend oog terug
te vinden. Voor een deel van de vogels
is het nog te vroeg in het seizoen; ze
zijn nog niet gearriveerd van hun over-
winteringsgebieden.
De hoop is aanwezig in het gebied nog
eens een zeldzame grauwe kiekendief
gade te kunnen slaan. Ook de weinig
voorkomende wielewaal is al geno
teerd. Ook hebben de vogelaars enige
blauwe reigers gezien, maar deze
komen alleen vissen in het Grote Gat;
broeden doen ze hoofdzakelijk in de
Braakman, terwijl de dichtstbijzijnde
kolonies van deze vogels bij onze
Zuiderburen voorkomen.
In de lage weitjes vinden we minstens
3 paar tureluurs en grutto's. Kluten en
kieviten zoeken in de wei de drogere
plekken op. Ook het roodborstje
broedt hier, naast enkele paartjes in
het Erasmusbos. Normaal broeden de
roodborstjes slechts boven de grote
rivieren. In Friesland struikel je er
haast over; in onze streken zijn ze in
deze tijd minder frequent.
Van de ekster komt vermoedelijk
slechts 1 koppel voor; stof tot naden
ken als je afgaat op de geruchten dat er
veel mensen zoveel last van hebben.
Verhoudingsgewijs weinig meerkoe
ten en waterhoentjes. In de winter
komen ze in groten getale voor, in het
broedseizoen verspreiden ze zich
blijkbaar meer over de streek; waar
schijnlijk verhuizen ze om te broeden
naar kleine slootjes.. Als we op een
mooie zomeravond rondfietsen kun
nen we ze overal aantreffen.
En 'last but not least': ons aller
duumpje is ook met enige koppeltjes
aanwezig. Ook in het Grote Gat
onmisbaar deel van de samenleving.
Opgetekend van Pieter Simpelaar.
15