In memoriam Begin mei ontviel ons geheel onverwacht mevrouw P.S.E. Rasker-Reijckers. Mevrouw Rasker was een lid van het eerste uur. De heer en mevrouw Rasker stonden aan de wieg van onze vereniging door met enige geestverwanten in 1956 de Vogelwacht West Zeeuwsch-Vlaanderen op te richten. Het was een uitermate strenge winter, waarin vele vogels het leven lieten. Velen begonnen brood en ander voedsel in te zamelen om onze geveder de vrienden in leven te houden. De band die onderling ontstond, en het nut dat men toen toekende aan een voortzetting van soortgelijke activiteiten in de streek, leidden tot de oprichting van de vereniging. In eerste instantie hield de vereniging zich bezig met waarmee ze begonnen waren: vogels. Naarmate de tijd vorderde evo lueerde men naar een bredere opzet, waarin ook andere gebieden van de natuur aan de orde kwamen; planten, insecten, planologie,.etc. Men begon zich ook militanter op te stellen. Ondanks de koerswijzigingen in de vereniging is de familie Rasker altijd geinteresseerd gebleven, ook op een leeftijd dat een ander al lang afgehaakt zou hebben onder het motto 'met die jeugd kun je toch niet meer mee.' Er werd wel eens vaderlijk aan het bestuur gevraagd of dat nu niet wat anders kon, wat minder door confrontatie, maar de toentertijd erg.militante opstelling heeft nimmer hun trouw aan de vereniging doen slinken. Ze bleven getrouw ledenverga deringen en allerlei andere bijeenkomsten bezoeken. Na het overlijden van de heer Rasker in 1986 is mevrouw Rasker op de oude voet voortgegaan. Ze bleef vergaderingen bezoeken, gezien haar leeftijd altijd afgehaald en teruggebracht door een bestuurslid, maar altijd ruimdenkend, geïnteresseerd en uitermate betrokken. Tijdens de rondvraag op ledenvergaderingen placht ze het bestuur altijd te herinneren aan zaken die gewenst waren, maar die niet altijd de prioriteit kregen die ze vol gens haar verdienden. Als haar laatste wapenfeit kan zonder meer het vo'gelasiel in Breskens genoemd worden, dat inmid dels in een grote behoefte voorziet en geleid wordt door een dierenarts. Een week later overleed de heer H. Enkelaar, evenals mevrouw Rasker een lid van het eerste uur. Gelijk begonnen met 'de Raskers' in 1956 ontwikkelde hij zich, eigenlijk vogelkenner van origine, tot initiator van de ver eniging in breder verband. De heer Enkel aar zag toen al het nut in van inventarisaties. Hij was een van de weinigen die het belang hiervan beseften. Onder zijn leiding, of door zijn toedoen kwamen inventarisaties tot stand van Kievittepolder, de inlaag van Nummer Een, het Zwin etc. Er werd meestal geïnventariseerd op plaatsen waar men op korte termijn bedreigingen van de natuur zag. Zo werd de Baarzandse Kreek geïnventariseerd toen er dwars door de mooie kreek een weg van Roofack naai- Potjes gelegd dreigde te worden. Het zijn inventarisaties waarvan men tegenwoordig nog steeds gemak heeft en waarnaar in de literatuur nog veel verwezen wordt. Verder verdeelde hij het onderzoek over de verschillende disciplines. Hijzelf bekeek de vogels, terwijl hij andere deskundigen inschakelde voor de planten- en insektenwereld. Hij had een vooruitziende blik wat de achteruitgang van de natuur betrof. Hij waarschuwde toen al dat Zeeuwsch- Vlaanderen binnen een niet al te lange tijd op Knokke zou gaan lijken. Een uitspraak van hem was: 'Natuur is als een sala miworst, elke dag gaat er een plakje af.' Het was de tijd waarin op grote schaal weiden gescheurd en kreken gedempt wer den; zaken die tegenwoordig tot nadenken zouden stemmen. In geharnaste brieven placht hij bij gemeenten en waterschap aandacht voor deze misstanden te vragen, maar meestal tevergeefs. Onze vereniging zal voortgaan op de ingeslagen weg, in de hoop onze grondleggers niet te beschamen. Namens het bestuur, Jaap de Hulster. 2

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1993 | | pagina 2