- welke maatregelen zijn nodig om in ieder geval de Algemene Milieu Kwaliteit te bereiken - welke maatregelen zijn nodig om de gebiedsgerichte doelstel lingen te halen In dit onder zoek moeten ook de effecten van nog niet voorgestelde maat regelen worden betrokken. Hierbij kan gedacht worden aan: - het aansluiten van alle huizen in het landelijk gebied op het riool (vooral in het zandgebied van belang) en, - het bedrijven van ecologische landbouw vooral rond de natuurgebieden. Als de effecten van het plan op de hydrologie van 'Aardenburg' duidelijk zijn, kunnen ook veel beter de effecten op de natuur ingeschat worden, (bijvoorbeeld de verzoeting van de kreken.) Dit hydrologisch onderzoek moet uiteindelijk uitmonden in een integraal plan ter verbete ring van de waterkwaliteit in het landelijke gebied en gedragen worden door alle betrokken overheden. Niet alleen de LC heeft hierin een taak, maar ook de waterkwaliteitsbeheerder en de gemeente(s). 3. Het zandgebied tegen de grens komt er in het plan bekaaid af. Ook hier, of beter, juist hier is de waterkwaliteit en -kwantiteit niet goed. De vorige ruilverkaveling in de vijftiger jaren heeft een ver woestende invloed gehad op het kleinschalig landschap. Ik vind dat er in de verdere planvorming meer aandacht aan dit gebied (potentieel leefgebied van de boomkikker) moet worden besteed en niet alleen in het beplantings plan). 4. Mijns inziens zijn de natuurgebie den gebaat bij een meer natuurlijk peilregime. Dit betekent een hoog peil in de winter en een lager peil in de zomer. 5. Alle cultuurtechnische ingrepen dienen zoveel mogelijk natuur- technisch te worden uitgevoerd. Dit betekent bv. dat bij het aan passen van een waterloop deze groter wordt gemaakt dan tech nisch gezien nodig is en dat die extra ruimte benut wordt voor het realiseren van 'natte natuur'. Dit heeft naast een positief effect op de natuur ook een positief effect op de waterkwaliteit. 6. Het afsluiten van enkele wegen voor het verkeer en het omvormen van verharde wegen tot onverhar de wegen kan middels dit plan gerealiseerd worden. Met name in de grensstreek zijn hier mogelijk heden voor. Eventueel zijn deze wegen wel open te stellen voor voetgangers en fietsers. 7. Ik kan niet beoordelen of de aan leg van 5000 meter insteekweg en 2000 meter reconstructie van wegen nodig is, aangezien ze niet staan aangegeven op een kaart. Dit kan leiden tot verharden van onverharde wegen en tot meer onrust in het landelijke gebied, wat voor de natuur een slechte zaak is. 8. Vergroting van het geplande bosa- reaal tot minstens 100 ha. Er kan veel meer dan 35 ha. bos worden aangeplant zonder het open karak ter van de kleipolders aan te tas ten. Tussen de Linie en de. grens zijn zeker mogelijkheden. De voorkeur heeft aansluiting bij de Plate gezien de beheerbaarheid, het minimaliseren van de rand- lengte en de grotere mogelijkhe den voor het ontwikkelen van gra diënten. Voordelen van een groot bos zijn minder eutrofiëring door de landbouw, vergroting van natuurwaarden, meer rust en meer mogelijkheden tot natuurrecreatie. Zo'n groter bos kan een natuur- kern krijgen en kan voor een deel een gesloten karakter krijgen. 9. Meer aandacht voor de zonering van het recreatief medegebruik van het landelijk gebied. In het plan kunnen maatregelen worden voorgesteld ter regulering en zonering van de recreatie. Dit moet zeker niet inhouden dal recreatie zoveel mogelijk wordt voorkomen, maar het is juist mijn bedoeling de recreatie (die de komende jaren juist ook in 'Aardenburg' flink zal gaan toene men) in goede banen te leiden. Biedt mensen de mogelijkheid te genieten van het landelijk gebied d.m.v. aanleg van voet- en fietspa den en kanovoorzieningen, maar zorg er wel voor dat dit de natuur doelstellingen niet schaadt. Door relatief simpele maatregelen is het mogelijk het draagvlak voor het plan onder de niet-agrarische bevolking te vergroten. In dit ver band is het ook zinvol om bv. in Aardenburg een tentoonstelling over het plan in te richten en zo te illustreren wat er met 'ons' belas tinggeld gebeurt. 10. De vuilstort bij de Sint Kruiskreek behoort geen deel uit te maken van het natuurgebied, ook niet voor een klein deel. 11. De Oud Geelse Watergang moet de reservaatsstatus krijgen. 12. De verbindingszone tussen de Bonte Kof en de Aardenburgse Wallen is onlogisch daar deze een nat biotoop met een voornamelijk droog biotoop verbindt. 13. Ei" ontbreekt een verbindingszone tussen de Plate en de Brandkreekpolder. 14. In de verbindingszones en op de zandrug moeten geschikte bioto pen voor de boomkikker worden gemaakt (poelen). Reactie Landbouw Na enige suggesties voor het aanpas sen van hel landinrichtingsplan genoemd te hebben, reageer ik op de voorwaarden van de landbouwzijde door dhr. Wijffels ('t Duumpje 1993 nr. 1) Dhr. Wijffels wil graag scheiding van natuur en economische landbouw. In 'Aardenburg' is dit goed realiseerbaar, maar dan moet er wel op een duurza me manier landbouw bedreven wor- 12

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1993 | | pagina 16