Verder lezen wij: "In het Reigerbosch werd dit gevogelte door niemand ver stoord: de bewoner der hofstede was er eer mede ingeno men en had zelfs een tweetal sneeuwwitte reigers jong uit hun nest geroofd in zooverre weten tam te maken dat zij zich op de werf zijner woning en in den tuin rondliepen, ofschoon zij zich altijd van het overige vee afzonderlijk hielden. Eene hunner verkocht de eigenaar, die in de hoofd stad der provincie moet zijn opgezet geworden." "Toen echter de eigenaar, nu omtrent vijf jaren geleden, den tol der natuur betalen moest, werd de hofstede verkocht, en het Reigerbosch geroeid; zodat het gevogelte dientengevol ge van deze plaats werd verdreven. Het scheen evenwel dat de reigers te zeer aan deze oord gehecht waren, en er zich te goed bevonden, dan dat zij dien konden verlaten. Nu toch verspreidden zij zich op onderscheidene plaatsen, zich nes telende 2 in eenige boomgroepen staande op drie a vier hofste den. allen gelegen 3 onder de gemeente Schoondijke in den Prins Willem- polder aldaar, 4 Ue. gedeelteonmiddellijk grenzende aan den polder, in welke het voormalige Reigerbosch zich bevond. Op deze plaatsen vertoefden zij gedurende het eerste jaar, nadat zij van hun vroegere verblijfplaats waren beroofd: doch het schijnt dat zij zich aldaar niet zóó wel bevonden: althans tegen woord ig (1845, HE) houden de meesten dezer reigers 5 hun verblijf in geboomte op ene hofstede, gelegen tegen aan het dorp de Groede, wel anderhalfuur ver wijderd van hun' vroegere verblijf plaats. Hier zijn ze Reigerbiotoop thans even veelvul dig en telen er even goed voort als in het zoogenaaamd Reigerbosch." (Niet na te gaan was waar de kolonies 2, 3, 4 en 5 zich pre cies hebben bevonden, HE). 1 Ter gemeentesekretarie der gemeente IJzendijke bevindt zich nog een schrijven gedateerd 21 januari 1823 over deze kolonie: hierin vraagt Chris Jansens om uitroeiing van deze reigernesten op de boerderij genaamd:" De Reigerij". De brief als antwoord hierop gedateerd 3 juni 1823 luidt oa. (door Burgemeester Brevet): "De reigers zijn veel eer voor- dan nadelig, ze azen op geenerlei veldvruch ten noch gewassen, maar wel op kikvorschen, veldmuizen, ratten, mollen, gewormten en meer andere schadelijke ongedierten, welke zij in grote gemenigten verslinden." (JC). la Ook in 1908/1909 bevonden zich op Reigershoeve nog een aantal nesten, waarschijnlijk een achttal (vK). Ongeveer 1909 bevonden zich op deze hofstede nog een aantal nesten, minder dan 10 (MGo). Inderdaad zaten er ongeveer 1908/1909 nog een klein aantal reigernesten op dit hof (AJA). 6 Verder is als oude kolonie bekend die, welke zich bevond op de nu verdwenen hofstede van Rosseel in de Isabellapolder onder Sint-Kruisnu gemeente Aardenburg. Hiervan is alleen bekend dat omstreeks 1844 aldaar reigers nestelden (RO). 7 Hofstede is nu bewoond door H. ModdeDe Liter Aardenburg. Voorheen werd deze hofstede bewoond door "Baron" de Smet. In zijn tijd was er op deze hofstede een kolonie reigers, zeker 100 nesten groot. Dat was omstreeks 1900. De paardenknechten vochten er bijna om om de paai den 's morgens uit de weide te mogen halen, om dan tevens een emmer paling mede te brengen van onder de nestbo men.(EH). (Paling is oa. een deel van het voedsel dat de oude vogels brengen op het nest aan de jongen. Hierbij gebeurt het regelmatig dat de jongen palingen laten vallen welke door de oude vogels niet vanaf de grond worden opgehaald om deze weer aan de jongen te voederen. HE). 8 Hofstede Sternlust, nu bewoond door de Gezusters DeesGoedsvlietpolder, gemeente Aardenburg. Hier woonden ook reigers. Op deze hofstede nestelden rei gers vanaf ongeveer 1910 tot 1921/1922. Na rooiing der bomen, een rij populieren, staande tegen ongeveer 400 olmen, verdwenen de reigers. Het aantal nesten was niet groot. Ongeveer 10. Of vóór 1910 reigers aldaar nestelden is niet bekend. (HC en PC). 4

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1993 | | pagina 8