Herinrichting van het voorland
te NUMMER EEN
In 1991 heeft 't Duumpje het water
schap nadere voorstellen gedaan om
d.m.v. natuurontwikkeling de natuur
waard,en van het buitendijkse gebied
te Nummer Eén te vergroten. Een ver
slag van Adrie Provoost
Inleiding.
Het voorland te Nummer Een is een
verdedigd buitendijks gebied, dat in
1978 als onderdeel van de uitvoering
van de dijkverzwaring is aangelegd.
Het gebied is gelegen tussen Breskens
en Temeuzen aan de Westerschelde
vanaf het buurtschap Nummer Eén tot
aan de Hogeweg (zie schets). Het
voorland is circa 30 ha. groot; de zee-
waartse grens van het gebied wordt
gevormd door een verdedigde voor
berm, waarvóór slikken tot aan de
laagwaterlijn liggen. Gezien hun
hoogte worden ze dagelijks door het
getij overspoeld, terwijl er op het
voorland zelf alleen met storm (en
springtij) zeewater kan komen.
Het gebied wordt door het waterschap
beheerd als voorland voor de zeedijk.
Behalve een smalle strook grenzend
aan deze dijk, die wordt gemaaid, wor
den geen beheersmaatregelen uitge
voerd. Het gehele gebied vertoont nog
duidelijk de sporen van het aanlegpa-
troon, bestaande uit een vanaf de del-
tadijk egaal aflopend voorland met een
ingezaaide gras begroeiing. D'eze be
groeiing is dermate resistent, dat zich,
mede door het gebrek aan abiotische
variatie en een gericht beheer, een zeer
éénzijdig landschap heeft ontwikkeld.
In het voorliggende artikel wordt inge
gaan op de bestaande situatie en de
potentiële waarden van het huidige
gebied in relatie tot z'n omgeving. De
verwachting is dat de waarden van het
gebied door middel van een natuuront
wikkelingsproject verbeterd kunnen
worden. In het plan is, met behoud van
de waterkerende functie, een voorstel
gedaan voor herinrichting en voor het
toekomstige beheer van dit gebied.
Tenslotte wordt een inschatting van de
uitvoering en de financiering van dit
project gemaakt.
Bestaande situatie.
Op bijgaande situatieschets zijn duide
lijk de contouren van de oorspronkelij
ke inlagen te herkennen. Als gevolg
van de tracékeuze bij de aanleg van de
deltadijk op de plaats van de voormali
ge inlaagdijken, zijn deze inlagen
"omgevormd" tot een kunstmatig
voorland, met een aan de zeezijde ver
dedigde voorberm. Deze voorberm ligt
op een hoogte van N.A.P. 2,75 m.,
waardoor het gebied ongeveer 20 x per
jaar onder invloed komt van zeewater.
Het voorland bestaat uit een circa 2 m.
dikke zandlaag van Westerschelde-
zand, aan de bovenkant afgedekt met
0,20 m. (lichte) klei, afkomstig uit de
voormalige inlagen en inlaagdijken.
Voor de inrichting van dit voorland is
destijds advies uitgebracht door het
Delta Instituut voor Hydrobiologisch
Onderzoek te Yerseke (dr.ir. W.
Beeftink). In het destijds uitgebrachte
advies kwam het volgende naar voren:
a. uitgangspunt is de aanleg van een
tijdens storm stabiel plantendek; dit
kan worden bereikt door een grote
soortenrijkdom aan in te zaaien
plantesoorten toe te passen;
b. de beoogde soortenrijkdom kan nog
worden verhoogd door toepassing
van vrijkomende grond uit de inla
gen en van de zeedijk als boven
laag;
c. plaatselijke vermenging van de
bovengrond met het ophoogzand
van de oude inlagen geeft een wat
zavelachtige structuur aan de
bovengrond, welke een meer resis
tente begroeiing mogelijk maakt;
d. de soortenrijkdom kan verder wor
den verhoogd, door het voorland
niet vlak en gelijkhellend af te wer
ken, maar bewust variatie in de
hoogteligging aan te brengen;
Van bovengenoemde punten zijn de
onderdelen a., b. en c. bij de werken
volgens het dijkverzwaringsbestek
daadwerkelijk uitgevoerd; daarentegen
was de tijd nog niet rijp om ook onder
deel d. te realiseren.
De begroeiing van het voorland
bestaat voor het overgrote deel uit
grassen, waarvan roodzwenk, fiorin,
en met name strandkweek overheer
sen. Deze soorten hebben een hecht
bewortelde bovenlaag gevormd, waar
door de specifieke schorbegroeiing
slechts sporadisch voorkomt. Alleen
de meest zeewaartse strook van het
voorland direct achter de verdedigde
voorrand (breedte 20 tot 30 m.) heeft
4