voorzien. Omdat voor de toekomstige beheersvorm gekozen wordt voor beweiding, wordt hierbij de mogelijk heid geschapen om op een tweetal locaties zoet water op te slaan en dit te gebruiken als drinkwater voor vee. Daarnaast is de aanleg van een of meer hollestellen vanuit cultuurhisto risch oogpunt zeer interessant. De kern van deze stelleputten kan worden aan gelegd van het vrijkomende zand; de afdekking en zeker de bodem van de stelleput dient van voldoende zware klei te worden gemaakt. Bovengenoemde inrichtingsonderde len geven een aantoonbare meerwaar de aan het bestaande gebied. Naast deze (eenmalige) inrichting kunnen de natuurwaarden slechts optimaal wor den bereikt en behouden, wanneer een daarop gericht beheer duurzaam wordt ingesteld. Toekomstig beheer. De hoofdfacetten van het toekomstige beheer zijn gericht op behoud van soortenrijkdom en dynamiek van het gecreëerde milieu. Door de aanleg van de gedeelten dras- land krijgt de botanische soortenrijk dom een positieve impuls, die thans plaatselijk achter de verdedigde voor berm reeds valt waar te nemen. Verlaging van de voorlandhoogte als gevolg van brekende golven heeft daar een fraaie beginnende schorvegetatie doen ontstaan. Na voltooiing vai\ de aanleg van de kreekbodems en de ter rassen kan zich op de aldus aangeleg de gebieden een vergelijkbare vegeta tie vormen. Voor de gedeelten van het voorland die niet worden veranderd, kan door middel van beheersmaatregelen een meer open begroeiing worden gecreëerd. Ervaringen elders in het land leren, dat hierbij begrazing met jongvee de beste resultaten oplevert. Uit recent onderzoek is naar voren gekomen dat, mits beperkingen wor den gesteld aan de intensiteit van de begrazing, aan de kwaliteit van de kleibekleding van zeedijken geen ontoelaatbare schade wordt toege bracht (van der Zee: De relatie tussen het beheer en de erosiebestendigheid van rivierdijken). Een andere beheersvonn is de bewei ding met schapen. Hiervan kan een duidelijk meer gesloten begroeiing het gevolg zijn, zodat in dat geval ten aan zien van het voorland geen al te hoge verwachtingen van het beoogd vegeta tiepatroon mogen worden gekoesterd. Voor wat betreft de overige in het gebied aanwezige functies dient het volgende te worden opgemerkt. Wanneer tot beweiding van het gebied wordt overgegaan, dienen sturende maatregelen genomen te worden om het bestaande recreatieve gebruik van met name de voorberm (wandel- en fietspad) in stand te houden. Hiertoe is een veekerende dwarsafrastering voor zien aan de ooster- en westerzijde van het voorland. Op de kruising met de verharde voorberm en dijkovergangen zal een veerooster worden aange bracht; de kruising met de dijktrappen kan met een eenvoudig draaihek wor den gerealiseerd. Educatief element Verder kan door middel van een aantal informatieborden de nodige educatie ve invulling aan het Inrichtingsplan worden gegeven; tevens bestaat de mogelijkheid om de gewenste gedragsregels voor het gebied kenbaar te maken. Deze borden zouden het best aan de dijkovergang bij Nummer Een en de Hogeweg kunnen worden geplaatst. Daarnaast leent zich de bui tenberm bij de middelste dijkovergang uitstekend voor het plaatsen van een vogeltelpost; door direct aansluitend aan het zeewaartse gedeelte van de afrit een verbreding van vrijkomend zand tegen de buiten berm te creëren, kan een dergelijke voorziening worden aangebracht. Uitvoering en financiering. Met de uitvoering wordt een duurzame herinrichting van het voorland beoogd, welke zich door middel van aangepast beheer verder kan ontwikkelen. De uitvoering van bovengenoemde werk zaamheden bestaat in hoofdzaak uit het verrichten van een aantal grond werken. In totaal moet circa 80.000 m3 grondverzet worden uitgevoerd, verdeeld in diverse grondsoorten en handelingen. Op basis van het gevoer de vooroverleg is hiervoor een ont werp geformuleerd, waarna het water schap een bestek heeft gemaakt. Inclusief de inrichting van het terrein, teneinde de voorgestelde beheersvorm te realiseren, bedragen de geraamde kosten van het totale project circa 500.000.-. Hiervoor zal een beroep worden gedaan op rijksgelden, welke beschikbaar zijn voor natuurbouwpro- jecten (REGIWA), terwijl tevens een substantiële bijdrage wordt verleend door de projectontwikkelaar van de uitbreiding van de Jachthaven te Breskens. Als gevolg van dit project wordt ca. 11 ha. slik opgeofferd; als compensatie hiervoor wordt de herin richting van het voorland van Nummer Eén gedeeltelijk medegefinancierd. Aanvang werken. Het ziet er naar uit dat medio 1994 het project zal worden uitgevoerd. Om nu nog de bestaande situatie in ogenschouw te kunnen nemen, wordt een excursie naar dit gebied georgani seerd, waar in grote lijnen de plannen met het gebied geschetst zullen wor den. Deze excursie vindt plaats op zondag middag 13 februari 1994, geleid dooi de schrijver van dit artikel. Aanvang 14.00 uur. Vertrek bij Het Gemaal te Nummer Eén. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1993 | | pagina 7