Op de lage delen waar sprake was van
zoet water en waar het vee de vegeta
tie kort hield (verschraling), troffen we
planten aan van natte duinvalleien.
Moeraspaardebloem
Tek. Awie de Zwart
Daaronder 'vrij' algemene soorten als
waternavel en zeegroene zegge, maar
ook zeldzame verschijningen als riet
orchis en addertong, een klein varen
tje. Aan de randen van deze kortge-
graasde veldjes, waar sprake was van
een zeer geringe zilte invloed, stond
de moeraspaardebloem, een grote
zeldzaamheid in Nederland, maar ook
daarbuiten. Zozeer zelfs dat de plant
als enige Nederlandse soort op een
Addertong
Tek. Awie de Zwart
lijst staat van wereldwijd bedreigde
planten. Overigens zijn jaren terug
door heuse paardebloemdeskundigen
('pèrezjékers') rond de tweehonderd
soorten en microsoor
ten van deze zeer alge
mene plant gevonden.
Dit was de directe aan
leiding voor de
Stichting Het Zeeuwse
Landschap om te
pogen deze weilanden
in beheer te krijgen,
wat voor een deel
gelukt is. Vooral ook
van belang omdat deze
ondersoorten bekend
staan als indicatorsoor
ten, hetgeen betekent
dat aan de vorm, kleur
en groeiwijze van de
bloem, stengel en blad
veel kan worden afge
leid over de kwaliteit
van een bepaald
gebied. Het voorko
men van deze 200 ver
schillende paardebloemen is dan ook
een duidelijke aanwijzing voor de
kwaliteit van een bepaald gebied.
Andere zeldzame planten vinden we
op de hogere delen langs de afraste
ring. Op deze droge en warme hellink-
jes groeien planten die behoren tot de
kalkhoudende graslanden,
waaronder een drietal zeer
zeldzame klavertjes: klei
ne rupsklaver, ruwe kla
ver en gestreepte klaver.
Gelukkig is dit deel tij
dens de werkzaamheden
ongemoeid gelaten. Dit
kan helaas niet gezegd
worden van het overige
deel van het weiland. Om
de verloren gegane waar
den weer terug te krijgen
is het zonder meer nood
zakelijk dat de oude toe
stand hersteld wordt.
Toch moet gevreesd wor
den dat aangerichte scha
de dermate groot is, dat
herstel zeker tientallen
jaren zal duren. Ook is het
mogelijk dat door de
diepe graverij en de ver
dichting van de bodem door de zware
machines de ondergrondse waterstro
mingen dusdanig zijn veranderd, dat
herstel van de oorspronkelijke situatie
een utopie blijkt. In dat geval zouden
de gevolgen zich kunnen uitstrekken
tot de twee aanpalende Zwinweiden.
In de toekomst zal gewaakt moeten
worden voor een juist beheer. Het
beheer zal gericht moeten zijn op ver
schraling van de bodem. Door het
bewerken van de grond zijn vele in de
grond vastgelegde voedingsstoffen
vrijgekomen nu dienend als meststof
fen; deze meststoffen bevoordelen de
grovere planten, de zogenoemde ruig
tekruiden. Enkele voorbeelden van
ruigtekruiden zijn akkerdistel, brand
netel en bijvoet. Voor de kritischer
soorten is dan geen plaats meer. Om
het gebied zo snel mogelijk te ver
schralen en zo de ruigtekruiden de pas
af te snijden en ruim baan te bieden
aan de 'mooiere' soorten, zal maaien
in combinatie met beweiden het beste
zijn. Het is van belang het maaisel af
te voeren, omdat er anders teveel voe
dingsstoffen op de weide blijven lig
gen. Na enige tijd zal, zoals in de
andere Zwinweides, alleen beweiding
kunnen volstaan.
Awie de Zwart.
Waternavel
Tek. Awie de Zwart
9