Natuurbehoud en natuurherstel
over de grenzen heen
MOGELIJKHEDEN TOT GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING.
In augustus van de zomer 1993 vond
in het Studiecentrum te Aardenburg, in
het kader van de Zomeruniversiteit
Zeeland, een studiedag over natuur-
en landschapsbehoud aan beide zijden
van de landsgrens plaats. In septem
ber werd op initiatief van een aantal
Vlaamse natuurbeschermingsvereni
gingen en 't Duumpje een symposium
over de toekomst van de Zwinstreek
gehouden.
Een evaluerend verslag van deze
grensoverschrijdende contacten door
Ward de Brabandere.
Voor de natuur bestaat er geen grens,
maar voor natuurbescherming nog
wel. Groeperingen die zich hiervoor
inzetten, ervaren grote verschillen in
natuur- en ruimtelijke ordeningsbeleid
tussen Nederland en Vlaanderen. Er
bestaat een andere bestuurscultuur en
het natuurbeleid wordt in een ander
tempo uitgevoerd. Dat is kwalijk, want
het staat effectief natuurbehoud in de
weg. Een kentering is niettemin zicht
baar.
NATUURBESCHERMINGS-
GROEPEN
Contacten tussen Nederlandse en
Vlaamse natuurbeschermingsgroepen
zijn er al jaren en op diverse niveaus.
Meestal komen ze onder onze aan
dacht bij acties die tot doel hebben
samen de bedreigingen van natuur of
landschap het hoofd te bieden.
Recente voorbeelden hiervan zijn de
gezamenlijke optredens ter bescher
ming van de Zwinstreek, zowel wat
het mega-bouwproject Cavelot te
Cadzand-Bad, het zogenoemde
Kuuroordproject, betreft, als met
betrekking tot verschillende bouw
plannen in Knokke: de plannen voor
een Congrescentrum en voor bebou
wing in de Blinkaartduinen en de
Oude Hazegraspolder.
EEN GEBIED
De contacten over en weer stoelen niet
alleen op gemeenschappelijke belan
gen, maar ook op het feit. dat er sprake
is van één gebied met één ontstaansge
schiedenis. Deze is in het landschap
nog goed herkenbaar aan onder andere
de dijkenstructuur, de vele kreken en
kromme sloten en, kenmerkend voor
de grensstreek, de vele vestingwerken
en fortificaties uit de Tachtigjarige
Oorlog (1568-1648).
De gebieden, waarin we in het alge
meen de interessantste natuurwaarden
aantreffen, zijn grofweg in een aantal
groepen te verdelen.
In de eerste plaats zijn er de (restanten
van) slikken en schonen, zoals het
Zwin, de Verdronken Zwarte Polder,
de Westerscheldeoevers en het Ver
dronken Land van Saeftinge.
Ten tweede zijn bepaalde duingebie
den, vooral aan Vlaamse zijde, interes
sant; met name de Zwinbosjes, de
beboste Blinkaartduinen en het
Knokse golfterrein.
Het derde type is de overgangszone
tussen duinen en polders, de binnen-
duinrand, die gekenmerkt wordt door
een tamelijk kleinschalig en zeer geva
rieerd landschap; bijvoorbeeld de
Oude Hazegraspolder te Knokke en
Kievittepolder te Cadzand..
En dan zijn er nog de dijken, de kre
ken, de wallencomplexen zoals in
Retranchement, Aardenburg, Sluis en
Damme, en tenslotte de grote weiland-
complexen en de bosgebieden.
Zo vormt dit grensoverschrijdende
gebied één landschappelijk geheel.
Cultuurhistorie en natuur lopen er in
elkaar over.
OVERLEG
Tijdens de studiedag te Aardenburg
kwamen niet alleen de natuur- en
milieuorganisaties, maar ook de over
heden. waterschappen(NL) en polder-
besturen(B) bijeen om gegevens uit te
wisselen en de weg te banen voor con
crete en realiseerbare gezamenlijke
plannen. Er werden uiteenzettingen
gegeven over het beleid van de over
heden met betrekking tot natuurbe
houd. Het Nederlandse Natuurbe
leidsplan en het Vlaamse equivalent
De Groene Hoofdstructuur werden uit
voerig belicht, evenals het grensover
schrijdende Euregio Krekenproject.
Naar aanleiding van deze informatie
discussieerde men over de vraag, hoe
de vormen van beleid op elkaar kun
nen worden afgestemd.
OVERHEIDSPLANNEN
In zowel het Natuurbeleidsplan (NBP)
als De Groene Hoofdstructuur (GHS)
behelst het voorgenomen beleid niet
alleen behoud, maar ook ontwikkeling
van natuur: verloren en bedreigde
natuurwaarden kunnen hersteld wor
den door aankoop en inrichting van
landbouwgronden en door diverse
beheersmaatregelen.
ZEEUWS-VLAANDEREN
Hoe het Natuurbeleidsplan voor
Zeeuws-Vlaanderen in elkaar zit, heeft
u uitgebreid kunnen lezen in ons
zomernummer van 1993. In het kort
komt het hierop neer, dat de nadruk
van de beschermings-, ontwikkelings-
en beheersmaatregelen is komen te
liggen op de zone rond het Zwin, het
gehele krekengebied, de grote wei
landcomplexen. het dekzandgebied bij
Sint Jansteen en een verbindingszone
tussen het Zwin en de Braakman via
de Passageule en verder via het Groot
Eiland richting het Verdronken Land
van Saeftinge.
De uitwerking van het Natuur
beleidsplan voor Zeeuws-Vlaanderen
is in het afgelopen najaar door de pro
vincie vastgelegd. Het plan zal de
komende jaren gerealiseerd worden,
ingepast in de landinrichtingswerk
zaamheden. Voor West Zeeuws-
Vlaanderen zijn dit met name de pro-
3