de vegetatie voortdurend nieuwe geschikte groeiplaatsen voor de Wondklaver. Regelmatig vinden we op gelijksoortige plaatsen ook hel Duinviooltje. Dit kleine viooltje bezit weliswaar geen grijs blad maar weet toch te overleven in deze hete en droge omgeving. Hij doet dit door een lange penwoitel (soms tot een meter diep), die hem in staat stelt voortdu rend over water te beschikken. Op meer begroeide plaatsen is de- bodem humeuzer en zijn de tempera tuursverschillen veel minder extreem. Hier groeien minder aan de droogte aangepaste soorten als Gewoon bigge- kruid, St.-Janskruid, Straatgras, Duin- reigersbek, Zachte ooievaarsbek, Klei ne klaver en Jacobskruiskruid. Drie jaar terug werd op één plek in het duin Zeewinde gevonden. Dit is een plant die eigenlijk thuishoort aan de zeezijde van het duin. Door de be schermende dikke vleesachtige blade ren is de plant in staat de ongunstige zoute invloed (opspattend zeewater) te weerstaan. Toch weet ze het hier al drie jaar uit te houden en ze heeft zich zelfs uitgebreid tot ongeveer tien exemplaren. Vorig jaar werd ook één plantje Deens lepelblad gevonden waarvoor een soortgelijk verhaal geldt, hetgeen erop duidt dat de invloed van de zee nog voldoende aan wezig is. Een leuke waarneming was de vondst van Echte valeriaan tussen de Helm. Dit lijkt op het eerste gezicht wat vreemd, een moerasplant in het droge zand van het duin, maar gelukkig heeft de wetenschap hier een verklaring voor. Het blijkt dat de factor water in het duin wordt vervangen door de fac tor kalk (schelpen). 7. Dijk. Behalve door het duin worden de Groese duintjes ook omsloten door groot deel van de dijk geel door twee kleine klaversoortjes, namelijk Kleine klaver en Liggende klaver. De Kleine klaver heeft een eigeel bloemtrosje en groeit vooral op het boventalud terwijl de Liggende klaver citroengele bloem- trosjes bezit en het meest is te vinden op het ondertalud. Daartussen vinden een dijklichaain van maximaal 5 meter hoog. De dijk is opgebouwd uit klei met hier en daar een zeer hoog zand- gehalte. Uit regelmatige waarnemin gen blijkt dat de koeien zich in het gebied vooral ophouden op de dijk en in het bijzonder op het zuidtalud. Gevolg is een snelle verschraling van de bodem en een afname van het aan tal ruigtekruiden. Een van die ruigte kruiden is de beruchte Akkerdistel. Het lijkt erop dat deze lastige klant langzaam in aantal terugloopt. Het valt echter niet te verwachten dat de plant na verloop van tijd geheel zal verdwij nen. Akkerdistel groeit bij voorkeur op verstoorde grond. Dit wordt vaak ver oorzaakt door menselijke ingrepen maar ook de natuur veroorzaakt op kleine schaal dergelijke milieus. Te denken valt aan molshopen, door koei en vertrapte grond e.d. Wel worden ieder jaar door vrijwilligers de meeste distels gemaaid om te voorkomen dat ze gaan pluizen. Een ander positief gevolg van de ver schaling is de toename van het aantal 'fijnere' plantensoorten. Vooral veel soorten vlinderbloemigen (klavers e.d.) lijken hiervan te profiteren. Jaarlijks rond eind mei kleurt een we nog een groot aantal andere vlin derbloemigen als Witte klaver, Rode klaver, Hopklaver, Gevlekte rupskla ver, Voederwikke, Veldlathyrus, Ge wone rolklaver en Smalle rolklaver. De massale aanwezigheid van de vlin derbloemigen heeft zeer waarschijnlijk te maken met het geringe aanbod van gebonden stikstof in de bodem. Deze stof hebben planten nodig om te groei en. Vlinderbloemigen hebben dat ook, maar zijn via speciale knolletjes aan de worteltjes in staat om stikstof die vrij in de lucht zit, op te nemen. Deze omzetting vindt plaats door de in de knolletjes aanwezige Rhizobium-bac- teriën. Deze samenwerking geeft de plant een voorsprong op andere plan ten en verklaart de massale aanwezig heid. Eenzelfde verhaal geldt voor Duindoorn dat de laatste jaren plaatse lijk massaal opslaat op de zandige delen. Naast de vele vlinderbloemigen vin den we hier Smalle weegbree, Peen, Duizendblad, Glad walstro, Klein streepzaad, Gele morgenster, Gewoon biggekruid, Jacobskruiskruid, Gewoon knoopkruid, Akkerwinde, St.-Jans kruid, Kraailook, Zwenkgras en Glanshaver. Gevlekte Rupsklaver Tekening: Awie cle Zwart 12

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1994 | | pagina 12