De Groese Duintjes
Broedvogels
Zoals U in eerdere artikelen al beschreven is, heeft onze vereniging in 1989 het binnenduingebied van de Groese Duintjes
in beheer gekregen van het Waterschap 'Het Vrije van Sluis'Voor veel niet-natuurbeschermers betekent beheer door een
natuurclub hetzelfde als Gods water over Gods akker laten lopen, niets doen dus. Dit berust uiteraard op een misverstand.
Ondanks het feit dat het gebied afgesloten is voor de recreanten dus amper door de mens verstoord wordt, blijft deze
'echte' natuur in 1994 toch enige aspecten ontberen; ook wij als natuurbeschermers ontkomen er niet aan hier en daar in
te grijpen door bijvoorbeeld te maaien etc. De runderen van Cor van 't Westeinde zijn wel alom aanwezig, maar niet
almachtig. Het cloel van het gewijzigd beheer is het ontstaan van een rijkere plantengroei, welke op haar beurt leidt tot
terugkeer van zeldzamer vogels voor welke het gebiedje aan belang heeft gewonnen de laatste jaren. Deze positieve ontwik
keling is alleen nauwkeurig na te gaan als ieder jaar geïnventariseerd wordt hoeveel en welke vogel- en plantensoorten
voorkomen.
Huib van Iwaarden uit Groede houdt al vele jaren toezicht op de ontwikkeling van de vogelstand, terwijl de plantenwerk-
groep onder leiding van Geertje van der Krogt het floristische voor haar rekening neemt.
Door het gerichte beheer is het moge
lijk gebleken om de volgende functies
van het gebied te verbeteren:
- fourageermogelijkheid voor trekvo-
gels(kramsvogel,koperwiek, water
snip);
- slaapplaats (spreeuw, witte kwik
staart),
- broedgebied (blauwborst, houtduif,
ransuil);
- standplaats (winterkoning, hegge-
mus, vink).
criteria voor dergelijke gebieden zijn
de oppervlakte (minstens 10 ha), de
telperiode (van 1 maart tot 30 juni),
minstens 10 tellingen (7 x 's morgens,
2 x 's avonds, 1 x 's nachts). Een der
gelijke telling duurt ongeveer 1,5 uur,
waarbij de beste resultaten liggen tus
sen 1 uur voor en 1 uur na zonsop
komst.
Soort broedvogel Aantal nesten
1992 1993
94
leder jaar worden de vogels geteld in
het kader van een zogenaamd B.M.P.-
project (BroedvogelMonitoring
Project); dit houdt in dat in landelijk
verband voor een vastomlijnd gebied
en op regelmatige tijden tellingen van
broedvogels worden gedaan. Enkele
Bergeend
1
1
n
Wilde Eend
2
3
j
Patrijs
0
1
n
Fazant
4
5
j
Waterhoen
2
3
j
Meerkoet
1
1
j
Houtduif
6
7
j
Tortelduif
3
4
j
Koekoek
3
3
j
Ransuil
1
1
j
Gr.Bonte Specht
1
0
j
Gran spieper
0
2
j
Gele Kwikstaart
1
1
j
Witte Kwikstaart
0
1
j
Winterkoning
7
8
j
Heggemus
7
8
j
Roodborst
1
1
j
Roodborsttapuit
3
4
j
Merel
10
12
j
Zanglijster
5
4
j
Sprinkhaanrietz.
0
1
j
Snor
0
1
j
Nachtegaal
0
1
j
Blauwborst
2
2
j
Rietzanger
2
1
j
Kleine Karekiet
3
4
j
Spotvogel
1
1
j
Braamsluiper
3
4
j
Grasmus
Tuinfluiter
Zwartkop
Tjiftjaf
Fitis
Pimpelmees
Koolmees
Ekster
Spreeeuw
Huismus
Groenling
Kneu
Rietgors
Waterral
Slobeend
J
Door het natte weer en de hoge
waterstand en de waarnemingen tot
dusver is het zeer waarschijnlijk dat de
waterral en slobeend in het gebied
gaan broeden.
Ransuil,
tekening:
Awie de Zwart