lp» Zand op de kust Afgelopen zomer is er een scala aan activiteiten op het strand van Cadzand, Nieuwvliet en Breskens geweest; deze zomer niet alleen de toeristische drukte. Er lagen zandzuigers voor de wal, bulldozers en shovels op het strand en we zagen een lang lint van roestige perspijpen voorlangs de duinen. En alles om door 'zandsuppletie' ervoor te zorgen, dat er de komende jaren voldoende zand op de kust over blijft om erachter te kunnen wonen en er als natuurliefhebber of recreant (of een combina tie hiervan) te kunnen genieten. Over achtergrond ervan en noodzaak ertoe doet Adrie Provoost verslag in het onderstaande artikel. Aanleiding. Omstreeks 1990 waren alle deltawer ken in West Zeeuwsch- Vlaanderen gereed, wat betekende, dat er aan jaren van overlast in de kuststrook een einde was gekomen. De hinder had gelukkig wel resultaat gehad, namelijk dat het landje overal een gelijke veiligheid kreeg tegen overstromingen vanuit zee en zo werd aan de opdracht van de Deltacommissie voldaan. Spoedig echter gingen er stemmen op die zeiden dat het wel mooi was, die veiligheid, maar dat die veiligheid ook in de toekomst intact moest blijven. Na het investeren van ca 150 min. gul den in de duinen en dijken in West Zeeuwsch-Vlaanderen moest ervoor gezorgd worden, dat dit "kapitaal" niet verloren ging. Dit was echter een landelijk probleem, aangezien men in alle kustgebieden over een groot aantal jaren een wisse lend beeld van zandwinst en zandver- lies kent. Als er juist een dijk of duin aangelegd is met een bepaalde strand- breedte (of hoogte) als voorland, dan moet deze strandligging er wel blijven liggen om niet in oude onveilige situ aties te verzeilen. Het ene kustvak is aanmerkelijker stabieler dan een ander, maar vooral in Zeeland doen zich nogal wat zandverplaatsingen voor. Kustbeleid. Om een stabiele zeewering te garande ren heeft de minister van Verkeer en Waterstaat in 1990 een Kustbeleid gepresenteerd. Hierin gaat men uit van "duurzaam behoud" van functies in de kuststrook. De bovengenoemde ach teruitgang van de kust (de structurele erosie) wordt voortaan landelijk door het Rijk bestreden. Uit een aantal mogelijkheden is hierbij gekozen voor zgn. "dynamisch handhaven". Met het "handhaven" duidt men erop de kust op zn plaats te houden (en niet bijv. achteruit laten gaan). Het uitgangspunt hierbij is de gemiddelde kustligging van 1990. Men gebruikt de term basiskustlijnwaaronder men de inhoud van het strand en de vooroever verstaat. Door het jaarlijks toetsen van de actuele strandlig ging aan deze lijn kan worden nagegaan of de afgespro ken hoeveelheid zand nog aanwezig is. Ligt er minder zand, dat wordt de zandmassa door suppletie aangevuld. De notie "Dynamisch" geeft aan dat men wil inspelen op het eigene van de zandkust nl. het fluctuerend karakter. Dit laatste aspect is bij het opstellen van dit beleid in de beoordeling opge nomen onder invloed van de natuurbe- weging. Het maakt een zekere flexibi liteit in de aanpak mogelijk, opdat de natuurwaarden van het kustsysteem beter tot hun recht kunnen komen. Er is duidelijk niet gekozen voor het overal vastleggen van het kustsysteem door bijvoorbeeld dijken. De mogelijk hiertoe bij gekromde kustlijnen blijft echter bestaan. Voor een enkele duinenrij bij Cadzand moet men van deze flexibiliteit geen al te hoge verwachtingen hebben. Waar het duin als hoogwaterkering kunstma tig moet worden aangelegd, is de ruimte voor grote verschuivingen in de kustlijn gering. Ook in het duin van Nieuwvliet (Bad-Oost) bestaat hier voor amper ruimte. Dat wil echter niet zeggen, dat bij de "instulpingen" van de kustlijn bij het Zwin en de Zwarte Polder er niet eens breder gekeken kan worden De landelijke flexibiliteit die men wil stimuleren kan hier, al is het maar op Zeeuwse afmetingen, beter gestalte krijgen. Want wat is er mooier dan het zich zien ontwikkelen van de toch al zichtbare natuurlijke opeenvol ging van strandvlakte en pionierduin- tjes; de kansen liggen voor het pak ken! Gevolgen van het beleid. Wat betekent dit nu voor de toestand op de stranden? Om op een dynami sche manier het verlies aan zand op het strand terug te brengen, moet er van tijd tot tijd nieuw zand worden aan ge voerd. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1994 | | pagina 14