Korte Berichten
ÉSe*.
'ft;
Milieuwerkgroep
Binnen het Duumpje zijn we momen
teel bezig met het oprichten van een
milieuwerkgroep. We zijn van mening
dat er in West Zeeuwsch-Vlaanderen
genoeg onderweipen zijn om binnen
werkgroepsverband aandacht aan te
besteden. We kunnen bijvoorbeeld
denken aan: bodem-, water- en lucht
verontreiniging, afvalproblematiek
(huishoudelijk afval), varkensinvasie,
etc.
Het is de bedoeling dat we onze leden
gericht informeren over zaken die het
milieu in onze streek op negatieve
wijze beïnvloeden. Als vereniging
kunnen we dan naar buiten toe reage
ren bv. door het indienen van be
zwaarschriften.
Aangezien een werkgroep meer kan
doen dan een aantal persoenen alleen,
zoeken we nog enige mensen die op
willen komen voor een leefmilieu
waarin het goed en gezond toeven is.
Heeft U ideeën of voorstellen over hoe
een milieuwerkgroep kan functioneren
en wat zij volgens U kan doen? Laat
het ons weten.
U kunt hiervoor de volgende personen
benaderen:
Frieda Pillen, tel. 01179-2277
Rob Keijzer, tel. 01170-52880
(na 18.00 uur)
Nieuws van het Zwin
In 1993 ringden de medewerkers van
het Knokse Biologisch Station meer
dan 15.400 vogels, van een zeventigtal
verschillende soorten. De hoogste aan
tallen betroffen: 951 kleine karekieten,
4363 roodborstjes, 4137 zwartkop
grasmussen, 1.175 tuinfluiters, 103
braamsluipers. Verder enkele vrij
zeldzame soorten als 8 dwergstems, 3
beflijsters, 1 ssperwergrasmus, 1
baardmannetje, 11 draaihalzen, 1
Orfeusspotvogel, 1 nachtzwaluw en 3
bladkoninkjes.
Er overwinterde een kleine zilverrei
ger. Dit is de eerste overwintering van
die soort in België. Normaal brengt
deze reigersoort de winter door in
Afrika en Mediterraan Europa.
Andere soorten die men niet dagelijks
observeert was het wijfje van de zeld
zame krooneend, terwijl ook de zwart
kopmeeuw weer is teruggekeerd om te
broeden. In het voorjaar observeerde
men 7 exemplaren tussen ongeveer
3600 paar duizend kokmeeuwen. Ook
een reuzenstem gaf acte de présence.
Verder werden waargenomen enkele
mannetjes roodmus en diverse bijene
ters.
Andere broedvogels in het reservaat
waren (slechts) 2 paartjes strandple-
vier, 56 kluut, 48 scholekster, 36 ture
luur, 68 blauwe reiger, 21 kwak en 5
paai- aalscholver.
Knot/snoei seizoen 1994/1995
Voor je weet is het weer winter, en
dus tijd om weer te knotten en te
snoeien. Geplande data om in de agen
da te noteren:
Aftrap op 29 oktober, en daarna
12 en 26 november
10 en 24 december
7 en 21 januari
11 en 25 februari
11 en 25 maart en tenslotte
8 april
Inlichtingen: Sjaak Herman
tel. 01170-53650 clubgebouw of
01178-61744 (privé).
Nieuws van de Telpost.
Zaterdag 30 april 1994 fietste vogelaar
Alex Wieland vanaf zijn woonplaats
Temeuzen onder een stevige noorde
lijke wind naar de telpost bij Nieuwe-
sluis. Om 07.20 uur zag hij ter hoogte
van Nummer Eén een Alpengierzwa
luw (Apus Melba) laag over de zeedijk
scheren. De vogel kwam vanaf de
Westerschelde aanvliegen en draaide
boven zijn hoofd een rondje, zodat hij
mooi te zien was. Daarna verdween hij
in westelijke richting. Bij aankomst op
de telpost hoorde hij dat de vogel daar
om 07.35 uur was gepasseerd en verd
wenen in zuidwestelijke richting. De
afstand van 10 km. werd derhalve in
±15 minuten overbrugd, hetgeen bete
kent dat de vogel minimaal een snel
heid van 40 km./u had. Het betrof de
240e vogelsoort die op telpost
Breskens vastgesteld werd en de 19e
Alpengierzwaluw in Nederland.
Oeverzwaluwen in Zeeuws-
Vlaanderen.
Oeverzwaluw
Tegenwoordig broeden er in Neder
land zo'n 8.000 paar Oeverzwaluwen.
Ten opzichte van de jaren zestig toen
er nog sprake was van 25.000 paar is
dat een sterke achteruitgang.
Hiervoor zijn zijn een aantal oorzaken
aan te geven. Enerzijds het verdwijnen
van geschikte natuurlijke broedbioto-
pen, anderzijds het verdwijnen van het
overwinteringsgebied in de Sahel. In
het laatste gebied rukt door toenemen
de droogte en overbeweiding de woes
tijn steeds verder op, waardoor het
voor de Oeverzwaluw steeds moeilij
ker wordt om voldoende insecten te
vangen.
Oeverzwaluwwand
fes.
A:'
16