voortplantingsbiotoop aangelegd
wordt. Wanneer namelijk de populatie
uitsterft, zal het niet zo eenvoudig zijn
deze weer tot leven te wekken, aange
zien de afstanden tot andere populaties
redelijk groot zijn. Wanneer er
gewacht wordt tot de gronden rondom
De Knokkert als natuurreservaat zijn
aangekocht, is de kans groot dat dit
voor de boomkikkers te laat is. Dit kan
immers nog wel een jaar of tien duren.
Bovendien moet dan het terrein nog
ingericht worden.
Het gekozen gebied betreft een 1.1 ha.
groot weiland. Er staan in het noorde
lijk gedeelte 30 populieren met een
hoogte van ongeveer 16 meter. Verder
staan er nog 4 iepen, die echter door
de heersende iepziekte naar verwach
ting één dezer dagen aangetast en der
halve verwijderd zullen worden. Het
weiland bestaat voornamelijk uit
Veldbeemdgras, vroeger bemest en
tegenwoordig begraasd van maart tot
november. Het weiland is erg reliëf
rijk; vanaf het midden tot het zuidelijk
deel lopen 3 ontwateringsgeultjes
oost-west, waar soms water in blijft
staan.
Het aanleggen van een zogenoemde
basisbiotoop van minimaal 1000 m2
heeft een aantal in het oog springende
voordelen.
- Zo kan er zich een basispopulatie
ontwikkelen hetgeen betekent dat er
een ldeine kans op uitsterven is en
een grote kans op reproduktie.
- Er is de mogelijkheid om glooiende
oevers met minimaal een talud van
1 6 aan te leggen. Zo'n talud vraagt
veel ruimte. Verder is er de moge
lijkheid een eilandje aan te leggen
waardoor de oeverzone nog vergroot
kan worden.
- Een grote structuurrijke poel geeft
meer ruimte aan planten- en dier
soorten.
In de Knokkert heeft zo'n aanleg ver
der het voordeel dat vanuit zo'n poel
de omringende minder gunstig gelegen
poelen 'bevoorraad' kunnen worden.
Omdat de boomkikker hoge eisen stelt
dient de aan te leggen poel aan de vol
gende voorwaarden te voldoen:
- Het grootste deel van de poel moet
vrij door de zon beschenen kunnen
worden. Hierdoor wordt het water
snel warm zodat eieren en larven
van de amfibieën zich snel kunnen
ontwikkelen.
- Het talud aan de noordzijde moet
flauw zijn (1:5 tot 1:10) eveneens
om het water snel op te laten war
men. Bovendien kunnen zich in de
ondiepe oeverzone oeverplanten
vestigen waar amfibieën hun eieren
af kunnen zetten.
- De poel mag niet droogvallen voor
augustus, anders verdrogen de lar
ven van de amfibieën.
- De poel dient gevoed te worden met
schoon grondwater.
- Beplanting bij de poel dient men aan
de noordzijde te planten, opdat er
geen zonlicht weggenomen wordt.
Er wordt een poel gecreëerd van 31 bij
36 meter met een totale oppervlakte
van 1116 m2, verdeeld in vier even
diepe delen van elkaar gescheiden
door een dijkje. Het dijkje is vanaf de
bodem van de poel 0,75 meter hoog.
In de winter vormt de poel één geheel,
omdat dan het water ruim boven het
dijkje staat. In de zomer, wanneer de
waterstand gezakt is, bestaat de poel
uit vier delen. Voordelen van deze
opzet zijn:
- De natte oeverzone wordt vergroot,
want het dijkje vormt een soort
'eilandje'. Dit is voor de boomkik
kers ideaal.
- Wanneer men om de 3 jaar 2 van de
4 deelpoelen uitbaggert, kan de
waterflora zich via de andere poelen
weer snel herstellen.
- Wanneer er vis in de put komt, kan
men deze gemakkelijker wegvangen
dan wanneer men één put heeft.
De diepte van de poel is berekend op
1,75 meter onder maaiveld, aanleg-
hoogte 0,70 NAP.
Dijkje.
De hoeveelheid grond die uit de poel
komt, is vastgesteld op 1060 m3.
Hiermee kan een dijkje met een lengte
van 217 meter rond het perceel aange
legd worden. Hierop kunnen wat strui
ken en ruigtes groeien. Tevens kunnen
de boomkikkers zonnen, voedsel en
dekking zoeken. Verder dient het dijk
je als een veilige verbindingszone tus
sen andere gebieden. Eventueel kan
ook een deel van het dijktalud steil
gemaakt worden. Dit kan dan dienen
als broedplaats voor oeverzwaluwen.
Op het overige talud komt beplanting
die bestaat uit Meidoom, Sleedoorn en
Braam. Bij voorkeur zoveel mogelijk
braamstruikjes op het binnentalud,
want de boomkikkers zitten bij voor
keur in de braamstruikjes en de braam
struiken kunnen de meidoom en slee
doorn overwoekeren. De beplanting
op het dijkje sluit mooi aan op het
essenhakhoutbosje dat goed als win-
terbiotoop kan dienen. Bovendien
zorgt het dijkje inclusief beplanting
ervoor dat het boomkikkerbiotoop
wordt afgeschermd tegen ongewenste
bezoekers. Een bijkomend feit is dat
het dijkje ook erg belangrijk zal zijn
voor andere dieren: vogels, insecten en
zoogdieren.
Toekomstig beheer.
Het beheer van het voor de boomkik
ker ingerichte perceel dient uiteraard
geheel in het teken te staan van de
Rugstreeppad
6