PIJPLIJNPROJECTEN
Een overzicht van toekomstige verblijf'srecreatieprojecten aan de West Zeeuws-Vlaamse kust.
Wij moeten met ons allen nog een hele
tijd verder met ons landschap, met
onze streek. Daarom zijn het land
schap en de ruimtelijke ordening ervan
één van de grote zorgenkinderen van 't
Duumpje. Het heeft namelijk weinig
nut om natuur(gebieden) te behouden
of nieuwe te laten ontstaan en in het
algemeen te streven naar een waarde
vol landschap als vlak naast natuurge
bieden een zoveelste bungalowpark
wordt gebouwd of een grootschalig
appartementencomplex wordt neerge
zet.
Het gaat bij deze uitbreidingen ook
lang niet meer om de waardevolle
natuurgebieden alleen, maar om het
probleem van het gigantische ruimte
beslag dat toerisme en recreatie op de
streek leggen. Genoemde activiteiten
leiden tot overvolle wegen, overbezet
te stranden, uitgestorven dorpen in de
winter waar alle voorzieningen ver
dwenen zijn, extra kosten in de vorm
van hogere gemeentelijke belastingen
voor de lokale gemeenschap, aantas
ting en verdwijnen van de duinstrook,
gebrek aan samenhang met bestaande
ruimtelijke of landschappelijke struc
turen, het zich niets aantrekken van
architectonische, stedebouwkundige
en planologische maatstaven en tot
slot de gevolgen van criminaliteit en
milieuvervuiling.
Maar al te vaak worden de belangen
van natuur en landschap waarvan iede
re bewoner profiteert te grabbel
gegooid om de belangen van enkelen
te dienen, maar al te vaak onder het
mom van bevordering van de werkge
legenheid. Intussen wordt wel het kind
met het badwater weggegooid. Onze
vakantiegasten bezoeken onze streek
voor de rust, de ruimte, de natuur, het
kleinschalige en de landelijkheid. Juist
deze specifieke kwaliteiten van onze
streek, onze trekpleisters, worden om
zeep geholpen: het spreekwoordelijke
slachten van de kip met de gouden
eieren.
Vooral aan de kust is de situatie zorg
wekkend. Ook het provinciebestuur
lijkt daarvan doordrongen. In het
Provinciaal Beleidsplan 'Recreatie en
Toerisme in evenwicht' (dec. 1992)
zegt de provincie Zeeland zorgvuldig
te willen omspringen met verdere uit
breiding van het aantal vakantiewonin
gen aan de Zeeuwse kust.
Uitgangspunt van dit beleidsplan is dat
"'de kwantitatieve uitbouw in het kust
gebied niet gewenst is uit oogpunt van
omgevingskwaliteit en maatschappe
lijk draagvlak, maar bovendien ook
niet nodig is op grond van de mark
tanalyses. Wel behoeft het bestaande
aanbod van verblijfsrecreatieve voor
zieningen een dusdanige flexibiliteit
dat aanpassingen aan veranderende
behoeften en bedrijfsherstructurering
mogelijk moet blijven. Dit ter behoud
en verbetering van de kwaliteit van het
aanbod."
Anders gezegd: De uitbreiding van
verblijfsrecreatie (bungalows, apparte
menten, hotels en kampeerterreinen)
aan de Zeeuwse kust dient zoveel
mogelijk te worden beperkt.
Gedeputeerde Staten erkennen het
economisch belang van recreatie en
toerisme 9 van de werkgelegen
heid in Zeeland), maar signaleren
daarbij dat de sterke groei in een aan
tal gevallen botst met belangen van
natuur, landschap, milieu, en leefbaar
heid. Niet alleen is er bezorgdheid om
de ruimte die recreatie en toerisme in
nemen, inclusief de hierboven
genoemde problemen. Ook de markt
verhoudingen geven aanleiding tot
bezinning. De markt dreigt overvoerd
te worden, waardoor de huurprijzen
sterk onder druk komen. De onstuimi
ge groei in deze sector zou voorbij
zijn.
Gedeputeerde Staten vinden echter
wel dat er rekening gehouden moet
worden met eventuele uitbreiding van
bestaande bedrijven, indien deze uit
breiding in dienst staat van kwaliteits
verbetering. Deze hogere kwaliteit kan
de beleving van onze streek door de
recreant doen toenemen, zonder dat
hierdoor de hoeveelheid gasten toe
neemt. Een scheipe selectie door de
provincie is echter op haar plaats,
want vaak worden ordinaire uitbrei
dingsplannen gegoten in het jasje van
kwaliteitsverbetering. Verder is in de
praktijk tot nu toe gebleken dat de
gemeenten te weinig afstand van de
verzoeken kunnen nemen om tot een
objectief, het algemeen belang die
nend, oordeel te komen.
Aan een aantal nieuwbouwprojecten
wordt door het provinciaal beleidsplan
niet meer getornd. Het zijn de zoge
naamde 'Pijplijnprojecten', projecten
waarmee de provincie in het verleden
akkoord is gegaan, zodat er nu geen
stokje meer voor valt te steken. Een
deel van die geplande projecten ligt
dan ook reeds in bestemmingsplannen
vast.
Pijplijnprojecten in W.Z-VL.
Van de 25 ingediende nieuwbouw-
plannen voor Zeeland zijn er 10 aan de
kust van West Zeeuws-Vlaanderen
gesitueerd. Het gaat om ongeveer
1.350 eenheden (bungalows/apparte
menten) en een hotel/appartementen
complex van circa 100 kamers, die
samen goed zullen zijn voor ongeveer
6.000 slaapplaatsen bovenop het hui
dige aantal van circa 58.000 slaap
plaatsen in West Zeeuws-Vlaanderen
(gemeenten Aardenburg, Sluis en
Oostburg). Dit hoge aantal nog te ver
wachten plaatsen maakt 10,4 van
het totale aantal slaapplaatsen in West
Zeeuws-Vlaanderen uit en 27 in de
bungalow- en appartementensector.
Niet inbegrepen zijn de kampeer-
plaatsuitbreidingen.
Deze projecten behoren op twee na
alle tot de pijplijnprojecten. Vier pro
jecten zijn reeds in aanbouw. Vier
andere zullen in de nabije toekomst,
zoals het er nu uitziet, gerealiseerd
worden. Twee resterende, Groede-Bad
en Verssche Polder, gaan waarschijn
lijk niet door.
8