De Roodborsttapuit in Zeeuws-Vlaanderen
Jaar
West
West
Midden
Middle
Oost
East
Totaal
Total
geteld
geschat
geteld geschat
geteld
geschat
geteld
geschat
Year
counted
estimated
counted
estimated
counted
estimated
counted
estimated
1971
5-25
2-7
5- 10
4-5
10-25
20-60
1972
7
5-25
1 -6
5- 10
14
15-25
25-60
1973
2
5-25
2-8
5- 10
15
15-35
25-70
1974
4
5-25
7
7-10
16
16-35
28-70
1975
0-1
5-25
6-8
6-10
20-22
20-35
31 -70
1976
4-5
10-30
5-6
5-10
22-25
22-35
7
37-75
1977
23
25-45
5-6
5-10
23-24
23-35
51 -53
53-90
1978
14-15
25-45
5
5- 10
20-35
7
50-90
1979
9- 17
20-30
3
3-8
20-35
7
43-73
1980
22
25-45
3
3-8
20-35
7
48-88
1981
11
25-45
6
5-15
7
20-35
7
50-90
1982
19
25-45
2
5-15
7
30-45
7
60-105
1983
37
40-45
11
15-20
44
45-50
92
100-115
1984
35-45
10
15-20
7
45-50
7
95-115
1985
12-13
15-25
9
10-15
13-14
20-30
34-36
45-70
1986
2
2-5
10
10-13
12-13
16-20
24-25
28-38
1987
7
7-15
6
8-10
11-12
16-20
24-25
31-45
1988
16
16-30
23
23
19-21
25-30
58-60
64-83
1989
50-51
50-65
28
28
21
25-30
100
103-123
1990
72
72-90
34
34
26
26-35
132
132-159
1991
58
58-70
32
32
27
30-35
117
120-137
1992
100
100-115
36-37
36-37
20
30-45
157
156-207
1993
127
127-141
59
59-60
47
55-70
233
241-271
Onlangs is in Limosa een artikel ver
schenen met de titel "De Roodborst
tapuit in Zeeuws-Vlaanderen: status
aparte?"Omdat niet iedereen lid is van
Limosa en het artikel is gebaseerd op
onderzoek uitgevoerd door leden van de
Vogelwerkgroepen 't Duumpje en de
Steltkluutwordt hierna een korte
samenvatting van het artikel gegeven.
Geïnteresseerden kunnen bij de auteurs
een kopie van het artikel aanvragen.
Overigens ontvangt iedereen die aan het
onderzoek heeft bijgedragen, automa
tisch een kopie.
Voor 1970 is weinig over het voorko
men van de Roodborsttapuit in Zeeuws-
Vlaanderen bekend. De eerste melding
van broedende Roodborsttapuiten in
Zeeuws-Vlaanderen is te vinden in enke
le excursieverslagen uit 1950 van
Warren. Voor het overige moeten we het
tot en met de jaren zestig helaas doen
met omschrijvingen die typisch zijn voor
oudere avifauna's. In West Zeeuws-
Vlaanderen noemde men de soort een
"vrij schaarse broedvogel" en in Oost
Zeeuws-Vlaanderen een "schaarse
broedvogel in toenemend aantal". Dat is
tegenwoordig wel anders. In dezelfde
terminologie zouden ze inmiddels talrijk
worden genoemd. Bovendien geldt de
notie 4in toenemend aantal' nog steeds,
getuige de tabel.
In Zeeuws-Vlaanderen komen Rood
borsttapuiten vooral voor in het cultuur
land: dijken, kleinschalige weilandjes,
slootkanten, overhoekjes en dergelijke.
71 75 80 85 90 93
Elders in Nederland is de soort behoor
lijk toegenomen in natuurgebieden;
vooral in de duinen en op heideterreinen.
Uit cultuurland echter is de soort op
West-Brabant en enkele gebieden in het
oosten na vrijwel verdwenen. De totale
balans voor Nederland was behoorlijk
negatief: 4.100-5.800 paar in 1974-76
tot 1.800-2.300 paar in 1989-91. In
Vlaanderen is er een gelijke trend: een
toename, hoewel minder spectaculair, in
de aan Zeeuws-Vlaanderen grenzende
gebieden en een afname elders. Vandaar
die aparte status voor de Zeeuwsvlaamse
Roodborsttapuiten.
Deze status bleek ook uit de sterkere
afname na koude winters in vergelijking
met de rest van Nederland en een sterke
re toename na zachte winters. In deze
wintertemperatuur zou wel eens de ver
klaring voor het fenomeen kunnen lig
gen. Hoe zuidelijker je overwintert, hoe
minder kans je loopt te maken te krijgen
met winterse koude. Des te noordelijker,
des te eerder je terug bent in je broedge
bied. Behoren de in Zeeuws-Vlaanderen
broedende Roodborsttapuiten tot deze
laatste categorie?
Er zijn enkele aanwijzingen: ze zijn erg
vroeg in het voorjaar in hun broedgebied
terug en er overwinteren nogal eens
vogels. Aangezien alleen ringonderzoek
de oplossing kan brengen, hebben Alex
Wieland en ondergetekende een ringver-
gunning voor deze soort aangevraagd.
Dat zou mooi aansluiten bij het ringon
derzoek uitgevoerd door leden van de
Vogel werkgroep Noordoost-Vlaanderen.
Het onderzoek zoals gepubliceerd in
Limosa is een mooi voorbeeld van wat
Vogelwerkgroepen op het gebied van
vogelonderzoek kunnen doen: jarenlang
een bepaalde soort volgen. Amateurs
kunnen namelijk rustig afwachten hoe
een bepaalde populatie zich ontwikkelt.
Beroepsvogelaars daarentegen dienen
elk jaar opnieuw te vechten voor hun
budget; het argument "zou wel eens kun
nen toenemen" is budgettair gezien niet
erg sterk.
Henk Castelijns,
Marollenoord 10
4553 CP Philippine,
en
Rob van Westrienen
Valkeniersstraat 57d
1018 XE Amsterdam
Tekening: Awie de Zwart.
7