Duinen en binnenduinranden verdrogen en de meeste graslanden worden tegenwoordig diep ontwaterd, intensief bemest en gehooid of beweid. Daardoor neemt de soortendiversiteit in de vegetatie af. Het aantal plekken met een soortenrijke, wilde begroeiïng met ruigtekruiden en bramen neemt af en het is juist deze landbiotoop die voor de boomkikker zo belangrijk is om in te schuilen en op te "zonnen". Bovendien neemt ook de kruidenrijkdom af, en daarmee het aanbod aan insekten die voor de boomkikker als voedsel kunnen dienen. Ook het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen heeft ernstige gevol gen voor de boomkikker zelf en zijn voedsel. Het scheuren van grasland voor bouwland of voor het inrichten voor andere, bijv. rekreatieve of civiel- en kultuurtechni- sche doeleinden of stadsuitbreiding, vormt eveneens een bedreiging voor de verspreiding van de boomkikker. Zo is met de in het kader van de Deltawet uitgevoerde duinverbreding en -verhoging langs de Vlamingpolder een groot deel van het zomerbiotoop verdwenen of ontwaterd. Bovendien verdwenen de biotopen bij Knokke door overschaduwing van de voortplantingsvijvers door aangeplante naald- bomen, verdroging van de duinen ten gevolge van grondwaterwinning en het uitzetten van karpers in de voortplantingsvij vers e.d. Dat door het verdwijnen van veel voortplantingsputten en ruigtekruidenvegetaties ook de ekologische infrastruktuur ver stoord werd, hoeft geen betoog. Als de verbindingswegen wegvallen, worden de uitwisselingsmogelijkheden tussen de verschillende deelpopulaties onmo gelijk en kunnen lokale populaties uitsterven. Foto: Kras Bockland 12

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1995 | | pagina 12