De terugloop van de aantallen Huis- zwaluwen laat zich ook landelijk zien. De populatie Huiszwaluwen in Neder land werd in 1990 nog geschat op 131.000-164.000 (Jonkers en Leys, 1991) en in 1994 nog maar op 110.000- 125.000 (Leys, 1995). Relatief gezien is de daling van 1990 tot 1994 in West Zeeuws-Vlaanderen dus forser dan gemiddeld over heel Nederland. Het is moeilijk om precies de redenen van de achteruitgang van de Huiszwa luwen aan te geven. Geschikte nest plaatsen in dorpen en kolonies zijn er eigenlijk nog voldoende. Ook op 'favoriete* kolonies nemen de aantal len zwaluwen af, dus beschikbaarheid van nestplaatsen zal niet de hoofdre den zijn. I Beschikbaarheid van nestmateriaal (bij ons klei en modder) en voedsel (insek- ten) zal een belangrijker rol spelen, i Beide moeten in de buurt van de nest- plaats te vinden zijn. Het verdwijnen van veedrinkputten en andere 'mod- derbronnen* kan nadelige gevolgen hebben voor de zwaluwen, omdat ze j minder nestmateriaal kunnen vinden. Een afname van het insekten-aanbod, o.a. door betere bestrijding in de land- bouw en het meer en meer verdwijnen van veestapels op boerderijen, kan ook gezien worden als een bedreigende factor. Minder voedsel (dit kan ook door een slechte zomer worden ver oorzaakt!) betekent in de natuur min der jongen met succes grootbrengen. Een laatste reden kan zijn, dat de reis naar de overwinteringsgebieden en terug steeds zwaarder is geworden voor de zwaluwen. Tijdens de lange reis naar Afrika en terug is voedsel aanbod langs de trekroute van levens belang. Bijkomende vraag is hoe de j Huiszwaluwen het stellen in hun over winteringsgebieden zelf. Enkele kolonies en dorpen Het is niet erg zinvol om bij dit ver slag grote tabellen met alle resultaten van Huiszwaluwentellingen te geven. Dit is wel zinvol voor gegevens die met elkaar te vergelijken zijn. Daarom zijn de resultaten van de dorpen en kolonies, die geselecteerd waren voor Dorp '84 '86 '87 '88 '89 '90 '91 '92 '93 '94 Aardenburg 79 81 86 69 68 81 54 54 49 39 Biervliet 62 40 33 40 36 55 33 30 26 28 Breskens 54 56 95 114 89 53 31 36 45 59 Groede 49 53 - 24 16 42 23 24 21 38 Nieuwvliet 13 11 16 11 36 29 21 12 12 10 Oostburg 60 41 66 53 62 56 33 37 30 30 Schootidijke 72 42 96 92 86 104 72 77 50 42 Sluis 46 53 - 72 79 81 68 44 58 47 IJzendijke 38 35 26 28 28 33 22 20 21 19 Subtotaal dorpen 473 412 538* 503 500 534 357 334 312 312 Kolonie v/d Vijver. A'burg 57 85 100 76 57 73 47 46 60 60 Gielleit, B'vliet 89 129 128 153 180 184 141 127 123 114 Cambicr. B'kens 33 37 31 30 20 14 8 6 13 8 Buijsse. A'burg 54 54 45 52 29 50 35 45 25 17 Dees, Schoondijke 30 41 51 47 50 50 24 38. 50 36 d'Hoore. Sluis 54 41 56 51 35 45 19 15 20 23 de Badts, Sluis 41 75 93 84 71 78 80 60 60 50 Meijer. IJzendijke 49 65 78 80 68 81 38 61 45 40 Melkfabriek. IJz. 65 86 80 86 100 108 88 75 100 0 Subtotaal kolonies 472 613 662 659 610 683 480 473 496 348** TOTAAL 945 1025 1200 1162 1110 1217 837 807 808 760 Tabel 2. Lijst met geselecteerde dorpen/kolonies die ieder jaar zijn geteld. Van Sluis en Groede zijn geen gegevens bekend uit 1987. Hiervoor is gecorri geerd door de gemiddelde waarden van 1986 en 1988 voor beide dorpen te nemen. Dit bleken ongeveer 100 nesten. In dit subtotaal zitten geen nesten meer van de afgebroken Melkfabriek in IJzendijke. Tot nog toe zijn geen aanwijzingen gevonden dat de zwaluwen massaal verplaatst zijn naar een nieuwe plaats. O DORPEN KOLONIES 8^ 85 87 8 8 89 90 PI 92 93 9^ 95 JAAR Grafiek 1verloop van aantallen nesten in dorpen en op kolonies uit tabel 1 11

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1995 | | pagina 11