Korte Berichten Hoe een egoïstische handeling toch goed afloopt. De tuintijger (Felis Catastroficus). Zaterdag 13 mei 1995. het is een natte koude ochtend en daarom besluit ik om eens lekker uit te slapen. Dit wordt mij echter niet gegund, want om onge veer 9.30 uur wordt er aan de deur gebeld. Ik open mijn ogen en stap uit m'n bed. Meteen hoor ik buiten een hartverscheurend gejammer. Ik kijk uit het raam en zie zo snel niemand staan. Ik denk 'Hé, wat nu weer.' Het geblèr en gejammer houdt aan. Door het matglas van de voordeur ontwaar ik twee lange gestaltes. Er staan 2 man nen op de stoep met een ontzettend klein, koud en hongerig katje. Gevonden in het bos van Erasmus tij dens het vogeltellen werd mij verteld. Ze hoorden zo'n raar geschreeuw en na enig zoek- en speurwerk vonden ze dit beestje. (Ze hoopten natuurlijk een zeer zeldzame roofvogel te kunnen optekenen voor het nageslacht). Na enig beraad zei iemand dat ze hem maar naar mij moesten brengen. M'n andere katje was namelijk een maand daarvoor vergiftigd. En of ik het mis schien wilde hebben? Zeker wil ik het hebben Zo'n lief diertje wijsje toch niet de deur. Meteen met de nieuwe aanwinst naar de dierenarts. Zij vertelde mij dat het een katertje was van ongeveer 3 we ken oud en dat het ondervoed en onderkoeld was. Als ze het niet zo vroeg gevonden hadden, 5.00 uur, was het zeker dood geweest. Ik heb het 3 weken de fles gegeven (om de 2 a 3 uur) totdat het na onge veer 6 weken zelf uit een bakje begon te eten. Het moest overal mee naar toe, op visitie, naar de vergadering, zelfs naar mijn werk ging het mee. Gelukkig had mijn werkgever daar geen problemen mee. Ik heb het Bram van 't Duumpje genoemd, roepnaam Bikkeltje. Ik ben ontzettend blij dat zijn redders (die liever anoniem blijven) het naar mij gebracht hebben. Dus, Lucien en Awie, bedankt voor het redden van het poezeleventje. Nog even wat tips voor bonafide katte- bezitters: - Als je een kat hebt, zorg er dan voor dat het diertje geen kleintjes kan krijgen, of verwekken. - Zet 'overgebleven' kittens niet zo maar ergens uit de auto. Meestal loopt het slechter af dan hierboven beschreven. Ze sterven van de hon ger, want bij moederpoes drinken of zelf uit een bakje eten is wel even wat anders dan je kostje bij elkaar scharrelen in de vrije natuur. Ook volwassen poezen niet zomaar uit zetten (en zeker niet in vogelgebie- den). Ze veroorzaken veel overlast. - Als er dan toch jonge katjes geboren worden en er is niemand die ze heb ben wil, ga dan binnen 24 uur naar de dierenarts die de kleintjes (veelal voor een gering bedrag) laat insla pen. Als iedereen zo handelt, blijven er vogelaars bestaan die, anoniem of niet, van katten houden. Miriam Outermans. Onderstaand stukje stond enige tijd in het periodiek van onze Oostzeeuws- vlaamse evenknie De Steltkluut. Ge zien de toepasselijkheid, ook in het Westen kregen we toestemming van de schrijver het stukje over te nemen. De een houdt een hond, de ander een aquarium. Sommigen een kat. Ieder zijn hobby én z'n goed recht. Tenmin ste, als men een ander er geen overlast mee aandoet. Toegegeven; een kat is een lief dier, aanhankelijk, zindelijk, een prima huisgenoot. Leg een poes voor de open haard en je hebt het toppunt van huiselijkheid. Vandaar ook dat het dier zo populair is. Van de wilde kat zijn in de loop der eeuwen nogal wat rassen gefokt waar bij vorm en kleur voorop stonden. Anders dan bij honden werd er minder gelet op karakter en gedrag. Dat is dan ook de oorzaak dat de oerinstincten bij de huiskat gebleven zijn. De jachtdrift is er niet uit verdwenen. Ook sterilise ren en castreren verandert niets aan de aard van het dier. Nu zijn er mensen die de kat letterlijk als huisdier houden. Dat wil zeggen BINNEN, met een kattebak e.d. Mees tal wordt het dier de mogelijkheid gegeven zich ook buiten te begeven, katteluikjes in de deur, lekker vrij in de tuin, krabboompje enz. En dan beginnen de problemen. Onze lieve huiskat ontpopt zich als een echte jager. Weldoorvoed met alles wat op de TV als zodanig wordt aan geprezen, blijft de kat een killer die het vooral op jonge vogeltjes gemunt heeft. Bestraffend toespreken helpt niet. Snorremans blijft gefocussed op alles wat ritselt en piept. Volgens de jongste gegevens zijn er in Nederland zo'n 2 miljoen huiskatten. Het merendeel heeft een vrij leven zoals hiervoor is aangegeven: ze gaan regelmatig op pad en komen dan met een vogel thuis. Naar de vogelopvang brengen heeft geen zin. Door de scher- 14

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1995 | | pagina 14