De oude kerk van Nieuwerkerck Inleiding In Zeeuwsch-Vlaanderen zijn nog vele archeologische en cultuurhistorische objecten aanwezig. Bij cultuurhistori sche objecten kan men vooral denken aan oude kloosterschuren, hofstedes, molens, wallen, forten en schansen. Ze zijn duidelijk in het terrein aanwezig. Dit geldt ook voor archeologische objecten zoals vlied- of kasteelbergen. Er zijn echter objecten die door een afdekkende kleilaag aan het oog zijn onttrokken. Dit kan variëren van pot scherven tot geheel verdronken dor pen. Van zo'n verdronken doip werd in februari van dit jaar een stukje ver leden blootgelegd. Tijdens het graven van natuurvriende lijke oevers langs de Nieuwkerkse Kreek, in het kader van de ruilverkave ling Breskens-Zuidzande, zijn in febru ari van dit jaar resten aangetroffen van een middeleeuwse kerk. De kerk maakte deel uit van het voormalige dorp Nieuwerkerk. Geheel onverwacht was de vondst niet: uit de geschiede nisboeken bleek namelijk dat Nieuwerkerk in of bij de huidige kreek zou liggen (enkele boeken en kaarten spreken over ligging aan de noordzijde van de kreek, andere boeken over lig ging aan de zuidzijde). De eerste aan wijzing over de exacte locatie werd gegeven door de vondsten van de heren Kennis en Van 't Westeinde eind '94 en begin '95. Resten aardewerk, botmateriaal en een stukje blootgeleg de fundering op de waterlijn gaven aan dat de nederzetting aan de zuidzijde van de kreek gelegen was (zie het topografische kaartje). Opgraving en vondsten Op 13 februari stuitten de kranen tij dens de graafwerkzaamheden op fun- deringsresten van wat de kerk bleek te zijn. De volgende dagen kon met hulp van medewerkers van het Waterschap, de Landinrichtingsdienst, de Grontmij (ingenieursbureau), de aannemer Oo- men en de landeigenaar een kleinscha lig archeologisch noodonderzoek wor den uitgevoerd. Dit onderzoek werd uitgevoerd dooi" medewerkers van het depot voor bodemvondsten te Mid delburg onder auspiciën van de pro vinciaal archeoloog mevrouw Vrene- goor (Rijksdienst voor het Oudheid kundig Bodemonderzoek). Hierbij werd assistentie verleend door ama teurarcheologen van de Archeolo gische Werkgemeenschap Nederland, afdeling Zeeland. De kerk ligt in de lengterichting langs de kreek met de toren in het westen en het koor in het oosten. Er werden fun- deringsresten aangetroffen van de kerktoren, die half scheefgezakt was in de richting van de kreek. Naar het oos ten toe lagen funderingen die beston den uit aanzetten van spaarbogen en poeren, gevolgd door resten van het koor van de kerk. De oriëntatie van de funderingen en de gebruikte steensoor ten geven aan dat er sprake is van fasering in de kerkbouw. Op grond van verschillen in de gevonden steen formaten kan geconcludeerd worden dat de eerste bouwfase uit de late 13e of begin 14e eeuw dateert. De vergro ting van de kerk (2e fase) kan in de 15e eeuw gedateerd worden. In het rechthoekig gesloten koor van de oud ste fase en net erbuiten werden resten van graven gevonden. In het schip werden restanten aangetroffen van gemetselde grafkisten in rode bak steen. De opmerkelijkste vondst was de grafsteen van 225 bij 150 cm. en een dikte van 15 cm. Het tot nu toe ontcijferde opschrift luidt: "de coster..ns zuene die starf int jaer MCCCLXXI den XXIIsten dach in sporkele, bid over de ziele"; dit wil zeggen: in 1471 op de 22e dag van februari (sprokkelmaand). Wat de volledige naam en functie van het begraven persoon was, is nog niet bekend. De grafsteen is na het bergen 3

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1995 | | pagina 3