In tabel 1 - is voor de winters 1990/91 tot en met 1994/95 een overzicht gege ven van het aantal in Midden Zeeuws- Vlaanderen omstreeks de jaarwisse ling verblijvende Blauwe Reigers. Voor de eerste twee jaar (1990/91 en 1991/92) zijn de gegevens onvolledig. Later zou namelijk blijken dat de methode niet voldeed (zie Methode). De dichtheid in Midden Zeeuws- Vlaanderen (oppervlak 81 km-) be droeg in 1992/93, 1993/94 en 1994/95 achtereenvolgens 0.43, 0,60 en 0,66 ex./km:. Als de dichtheid voor geheel Zeeuws-Vlaanderen (oppervlak 750 km:) in 1992/93 gelijk zou zijn aan die in het Midden, zou het aantal overwin teraars 320 hebben bedragen. Die win ter was het aantal overwinteraars niet eens zo hoog. In gunstige jaren zoals de winter 1994/95 zou het voor geheel Zeeuws-Vlaanderen wel eens om 400- 500 ex. kunnen gaan. Een uitdaging voor de Vogel werkgroep een herkan sing aan te gaan! Leeftijd In de winter van 1994/95 werd van 31 in Midden Zeeuws-Vlaanderen over winterende Blauwe Reigers de leeftijd bepaald; tien ervan waren onvolwas sen. In Saeftinghe waren van de zeven vogels er zes onvolwassen. Gedrag In Midden Zeeuws-Vlaanderen foera- geren Blauwe Reigers 's winters vrij wel uitsluitend in en nabij water; slo ten, vijvers, kreek- en kanaaloevers etc. Ze werden ook wel gezien op akkers (10%), maar stonden daar meestal te rusten. In de literatuur wordt vermeld dat ze leven van vis, amfibieën, kleine zoogdieren (mollen en muizen) en insekten. Afgaande op het biotoop waarin ze werden waarge nomen, zal het merendeel het in Zeeuws-Vlaanderen moeten hebben van vis, eventueel aangevuld met an dere in en bij het water levende orga nismen. In het buitendijkse Saeftinghe foerage- ren Blauwe Reigers vrijwel uitsluitend met laag water. Bij hoog water overtij- en ze op de hogere delen van het schor of in de polder. Sterfte De overwinteringstaktiek van de Blau we Reiger is vrij eenvoudig: zoek een zo goed mogelijk foerageergebied en beweeg je daarbinnen alleen om aan voedsel te komen. Raak niet te snel in paniek als het tijdens vorst niet lukt; meestal hou je het langer vol dan de vorst. Dit lukt echter niet altijd. Na een week van koude in november 1993 met 's nachts matige vorst, ga ven in Midden Zeeuws-Vlaanderen minstens 4 van de 47-51 Blauwe Rei gers de geest. De stoffelijke resten van zo'n vogel waren na zes tot acht we ken nog herkenbaar. Goudvissen en Blauwe Reigers In heel wat tuintjes bevindt zich tegen woordig een vijver. In zo'n vijver horen natuurlijk onnatuurlijk gekleur de goudvissen. Een vliegende Blauwe Reiger ziet ze van hoog al blinken. Hij daalt en ziet een soortgenoot staan. Maar helaas is de vijver met netten afgeschermd en de soortgenoot staat ei- onder; hij is van kunststof en dus voor goudvissen ongevaarlijk. Waarom ook niet de goudvissen van kunststof; te onnatuurlijk misschien? Waarnemers Eric Blaakman, Henk Bondewel, An ton Bun. Marcel Capello, Henk Castelijns, Walter De Smet, Huub de Loos, Jean Maebe. Wilfried Veerle Mahu, Jaap Poortvliet, Alex de Smet, Johan van den Steen, Pieter Simpelaar, Alex Wieland, Petrus van 't Westein de, Henk Castelijns, Marollenoord 10, 4553 CP Philippine. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1995 | | pagina 9