(Tilia platyphyllos en cordata), waar van er momenteel in Zeeland geen exemplaren meer te vinden zijn, die door verjonging de genetische eigen schappen van de oorspronkelijke bomen hebben weten te behouden. Achteruitgang en oorzaken In totaal zijn in het onderzochte gebied ca. 50 (waarvan 30 in Zeeland) soor ten oorspronkelijk-inheemse bomen en struiken aangetroffen. Op zich is dat een vrij groot'aantal, ongeveer 50% van alle soorten houtige gewassen in ons land, de bramesoorten buiten beschouwing gelaten. Ook zijn er ver schillende soorten die in zeer kleine aantallen voorkomen zoals de Steel iep, Zomerlinde, Zwarte populier, Tweestijlige meidoorn, Rossige wilg, Bittere wilg, Vogelkers, Duinroosje, Kale struweel roos en Zwarte bes. Andere soorten komen alleen zeer plaatselijk talrijker voor zoals de Zwarte els, Amandelwilg, Katwilg, Kraakwilg en Schietwilg. Veronder steld kan worden dat een aantal soor ten als uitgestorven moet worden beschouwd waaronder Winterlinde, Grove den. Jeneverbes, Taxus, Wintereik, Bosroos en Witte els. Een blik op de oude topografische kaarten van vóór 1850 en zelfs tot in deze eeuw, laat op veel plaatsen talrij ke houtwallen, heggen en kleine bos percelen zien. De duinen waren natuurlijker door het ontbreken van grootschalige waterwinning, duinbe bossing en recreatieve voorzieningen. Als reactie op de verarming van de natuur zijn er. mede in het kader van de landinrichting, natuurreservaten ingesteld, waaronder bloemrijke dij ken en het heggelandschap van de Goese Poel. De Biesbosch heeft inmiddels de status van Nationaal Park gekregen. In België is een aantal bos sen als reservaat aangewezen en er worden nog steeds van overheidswege aankopen gedaan zoals het bos bij de Blauwe Toren en de Vortebossen nabij Brugge. Buiten de beschermde reservaten ver dwijnen er echter jaarlijks nog belang rijke genenbronnen. Bomen en strui ken in verspreide landschapselemen ten zijn vaak niet bij de wet be schermd. Herplantplicht heeft uit oogpunt van genenbehoud alleen zin als er oor spronkelijk inheems plantmateriaal terugkomt. België kent een wet die individuele bomen beschermt vanwe ge het monumentale belang, zoals bij voorbeeld een oude kerkhoflinde nabij Veurne. Vooral heggen en houtwallen, die niet onder de Natuurbeschermingswet val len, zien we langzamerhand door rooi en en branden verdwijnen. Bij hout- produktiebossen zoals bij Hulst en Moerbeke is de omloop meestal kort (het hout moet om economische rede nen snel 'geoogst' worden) en er wordt ook geen randbeplanting gespaard. Ook beschermde natuurre servaten zijn niet geheel veilig. Zo wordt in de Goese Poel nog met herbi ciden gewerkt op botanische rozen en bramen. Nog in 1993 is een grote lei dingenstraat dwars door de heggen getrokken, terwijl deze later hersteld zijn met gebiedsvreemd plantmateri aal. Beheersaanbevelingen Voor de oorspronkelijk-inheemse bo men en struiken rest alleen de hoop dat de mens maatregelen zal nemen. De interesse voor behoud is namelijk nog maar zeer jong 3 jaar). Be scherming van nog resterende heggen en overblijfselen van oud bos kan gebeuren door aankoop of het sluiten van beheersovereenkomsten. Waar bescherming niet mogelijk is, moet stek- en zaadmateriaal worden ge oogst, waarbij aanvullende inventari saties onontbeerlijk zijn om een com pleter beeld te krijgen van de nog bestaande autochtone bomen en strui ken. Eigenaren en beheerders van klei ne landschapselementen moeten be wust gemaakt worden van de beteke nis van autochtoon materiaal en bij de aanleg van nieuwe elementen zou de oogst moeten worden gebruikt. Tenslotte zou in beheersplannen voor natuurgebieden en reservaten expliciet het behoud van genenmateriaal moe ten worden opgenomen. De Stichting „Bronnen" (Centrum voor verspreiding van inheemse houti ge gewassen, Nijmegen) en enkele particuliere kwekers zijn reeds begon nen met het kweken van autochtoon plantmateriaal, gewonnen uit zaad en stek van diverse locaties. Dit jaar wor den reeds 250 a 300.000 stuks bos plantsoen geleverd. Een aardig begin, wetende dat de komende jaren in Zeeland via landinrichtingsprojecten ongeveer 5 miljoen bomen en struiken nodig zijn. Ward de Brabandere, november 1995 Bronnen: „Genetische kwaliteit inheemse bomen en struiken", N. Maes en C. Rövekamp, aug. 1995 6

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1995 | | pagina 6