Duurzaam Veilig In de dagbladen zult U ongetwijfeld gelezen hebben dat voor dit project vele tientallen miljoenen beschikbaar zijn gesteld, die allemaal op vrij korte tijd in onze streek geïnvesteerd zullen worden. Echt iets voor uw penning meester om enige uitleg te verschaffen over waaraan en waartoe deze bedra gen besteed zullen worden. Het Ministerie van Verkeer en Water staat heeft in het zogenaamde Struc tuurschema Verkeer en Vervoer de wens neergelegd dat het aantal ver keersdoden in 2010 met 50 en het aantal verkeersgewonden met 40 gedaald zou dienen te zijn: deelnemen aan het verkeer moet veel veiliger worden. De Stichting Wetenschappelijk On derzoek voor Verkeersveiligheid (SWOV) heeft in 1992 een concept uitgebracht betreffende Duurzaam Veilig, waarop in de streekuitwerkin- gen steeds teruggegrepen wordt. In het rapport wordt erkend dat men eigen lijk met alle maatregelen steeds achter de feiten aanloopt. Daling Het aantal verkeersdoden heeft na 1970 steeds een dalende tendens ver toond. Oorzaken hiervoor liggen in een scherpere wetgeving (de alcohol nonnen bijvoorbeeld), de wegenbouw leidde tot een grotere overzichtelijk heid en voorspelbaarheid, helmen en autogordels werden verplicht gesteld. De passieve veiligheid (zoals kooicon structies, airbags, ABS en kreukelzo- nes) steeg sterk. Het instellen van de snelheidsmaxima van 80 en 100 km. droegen ook bij tot minder ongevallen. Stijging We moeten zo realistisch zijn te be grijpen dat aan deze daling een einde komt. Alle maatregelen zijn zowat genomen. Omdat bovendien de mens steeds mobieler zal moeten zijn, is te verwachten dat het aantal verkeersdo den weer een stijgende tendens te zien zal geven. Cijfers Om een indruk te geven van de aantal len waarover we praten, geven we hier enige cijfers. In de periode 1990 - 1993 vielen in Nederland gemiddeld 9 doden per 100.000 inwoners (in West Zeeuwsch-Vlaanderen 21), 81 zieken huisgewonden (W.Z.Vld. 138) en 90 ernstige verkeersslachtoffers (W.Z. Vld. 159). Demonstratieproject Met deze wetenschap en cijfers in gedachten en als argumentatie hebben de gemeenten Sluis-Aardenburg en Oostburg, waterschap Het Vrije van Sluis en de provincie Zeeland de rijks overheid verzocht als demonstratie project te mogen dienen om in ons landje een proefproject Duurzaam Veilig op te zetten. Rijksweg 61 bij IJzendijke Uitgangspunten In de door bovengenoemde instanties uitgegeven brochure noemt men een viertal invalshoeken: - Categorisering en inrichting - Gedragsbeïnvloeding - Mobiliteitsbeleid en - Ruimtelijke ordening. Categorisering en inrichting Nader onderzoek van ongevalsoorza ken leidde lot een drietal aanbevelin gen voor het opzetten van een nieuwe wegenstructuur: - een weg moet functioneel zijn, wat wil zeggen dat alleen dat verkeer op deze weg komt dat er wat te zoeken heeft. - te grote verschillen in snelheid voor komen. Zo is hel beter om traag landbouwverkeer over een ventweg leiden. - voorspelbaarheid. Men moet voor komen dat men op de weg ineens voor verrassingen komt te staan, die leiden tot onverwachte, en dus ver keersgevaarlij ke reacties. Verder onderscheidt men drie functies aan het weggebruik, namelijk door stroming. ontsluiting en het bereiken van een bestemming. Parallel hiermee brengt men een hiërarchie in de wegenstructuur aan. Allereerst zijn er de 'stroomwegen', die ervoor zorgen dat men snel in een korte tijd een grote afstand kan afleg gen, te vergelijken met de huidige autosnelwegen. Om de doorstroming zoveel mogelijk te bevorderen, zouden ze uitgerust worden met ongelijkvloer se kruisingen en vierbaanswegen met ventweg. In onze streek zou er een stroomweg komen van Schoondijke via IJzendijke naar Terneuzen. De maximum snelheid zou minimaal 100 km. zijn. Een tweede categorie is de gebiedsont- sluitingsweg. Deze wegen zorgen voor de aansluiting tussen de stroomweg met Uw 'verblijfsgebied'. Vergelijk ze met de huidige grotere wegen zoals Breskens - Groede - Sluis, Breskens - Schoondijke -grens. Kruisend verkeer

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1995 | | pagina 12