- een sijsje in Rusland (Leningrad) - een roodborstje, eveneens in Rus land. De vrij strenge en langdurige winter had tot gevolg dat heel veel wilde gan zen in onze streek gebleven zijn tot eind februari, terwijl de terugtrek naar hun broedgebieden normaliter vanaf half januari plaatsvindt. De talrijkste soort is steeds de kolgans. Deze broedt in het uiterste Noord oosten van Europa, doch vooral in Siberië. Verder waren er meer dan 2000 kleine rietganzen, die op Spitsbergen broe den, 250 grauwe ganzen, 35 rietgan zen, 9 rotganzen en 430 brandganzen. Deze laatste gans broedt op Nova Zembla. In Damme zijn 2 exemplaren van de zeer zeldzame dwerggans opgetekend. In het Zwin zijn geregeld een viertal velduilen waar te nemen. Het is onge veer 15 jaar geleden dat deze nacht roofvogel in het reservaat overwinter de. Overdag zie je deze uilensoort soms jagen. Eind februari observeerde men in 't Zwin 3 rode wouwen. Gewoonlijk valt de trek van deze roofvogel in april. Deze exemplaren zijn waarschijnlijk broedvogels van Zuid-Zweden. De maanden april en mei betekenen het hoogtepunt van de vogeltrek. Tienduizenden vogels trekken van zuid naar noord en komen zo over 't Zwin. Op sommige dagen kan men duizen den zwaluwen zien doortreken. Verder veel steltlopers (plevieren, strandlo- pers, rosse grutto's en ruiters). Ook roofvogels passeren ons: buizerden, bruine en blauwe kiekendieven, enkele rode en ook zwarte wouwen. Wel is de vogeltrek, evenals het broedseizoen, door het aanhoudende koude weer wat later op gang geko men. Toch zijn diverse soorten als kwak, kluut, grutto, oehoe etc. in het educa tieve park reeds aan broeden. De conservator, Guido Burggraeve. Nestkastjes maken. Zaterdag 23 maart zijn we nestkastjes wezen maken. Het was heel erg leuk. En na twee weken zaten er al pimpel- meesjes in. Maar het waren nestkastjes voor kool- meesjes. Joyce Datthijn. 8 jaar. De nestkastjes en de vogeltrek. Op 23 maart zijn we naar Terhofstede gegaan en toen hebben we nestkastjes gemaakt, 's Morgens heb ik eerst nog een spijkerkist gemaakt en die heb ik meegenomen. En toen mocht ik met de boor schroeven in het nestkastje doen en dat vond ik heel leuk. Er waren ook nog veel andere kinderen. En als de nestkastjes klaar waren, heben we nog wat te drinken gehad. Toen mochten we nog op de foto met de nestkastjes in onze handen. Daarna gingen we naar huis. Op 27 april gingen we naar de vogels kijken in Breskens bij de vuurtoren en toen had ik nog met Guillaume op de dijk liggen kijken naar de vogels. Er waren ook nog een paar andere kinde ren en een heleboel grote mensen. Maar die mensen hoorden niet alle maal bij ons. Wel hebben we door een verrekijker van hen mogen kijken. We hebben een tapuitzwaluw en een boe renzwaluw gezien en ook nog een paar hele mooie eenden die ik heb vastge houden. Daarna nog een wandeling over het strand gemaakt en daar hebben we veel schelpen gevonden en sommigen hadden haaietanden gevonden en Ward had een hele grote haaietand gevonden. Ook had ik natte voeten, omdat ik een beetje te ver in het water ben gelopen. En toen heb ik ook nog stenen gevonden en over het water gegooid. Toen zijn we naai' de vuurto ren teruggelopen en weer opgehaald met de auto en weer naar huis. Het was een leuke morgen. Groetjes van Sjoerd Scheele. Op de foto met de nest kastjes in de hand. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1996 | | pagina 17