III - I ook het natuurcompensatiebeginsel opgenomen, verwoord in het Struc tuurschema Groene Ruimte. Dit begin sel is opgenomen om de aantasting van belangrijke natuurgebieden in Nederland tegen te gaan. Als het niet anders kan omdat er grote maatschap pelijke belangen op het spel staan, behóórt het natuurver!ies gecompen seerd te worden. Het is nog steeds niet zo, dat het goed gaat met de Nederlandse natuur. Dit soort maatre gelen blijft van groot belang om de natuur toekomst te geven. Overigens is er in de Westerschelde al een precedent aanwezig als het gaat om natuurcompensatie. Bij de aanleg van de jachthaven in Breskens en de bouw van de appartemententorens ging een oppervlakte slik verloren. De projectontwikkelaar heeft ter compen satie een financiële bijdrage geleverd aan de inrichting van het buitendijkse natuurproject bij Nummer Een. In de hoofddoelstelling van het Be leidsplan Westerschelde is duidelijk neergelegd dat behoud en waar moge lijk herstel van de natuurwaarden be hoort te worden nagestreefd. Dit beleidsplan is door de verschillende overheden, betrokken bij de Wester schelde onderschreven, dus zowel door rijksoverheid, als provincies, maar ook gemeentes en waterschap pen! Daar was weinig meer van te merken toen het natuurherstelplan aan de orde was. Zonder morren instemmen met de verdieping en vervolgens weglopen voor de natuurconsequenties Kunnen we nog wel vertrouwen op de overheid als het naluurbelang in het geding is? In ieder geval niet als het gaat 0111 waterschappen (die zich wederom ontpopten als pure land bouworganisaties) en gemeentebestu ren. Procedure De minister van Verkeer en Waterstaat heeft het BOW gevraagd een advies uit te brengen over de natuurherstel- maatregelen. Het BOW heeft vervol gens gekozen voor een zogenaamde 'openplanprocedure'. De voorzitter van de BOW presenteerde zich op de voorlichtingsavonden als 'procesbege leider' en de vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat was alleen aanwezig voor het geven van objectieve infor matie. Deze aanpak heeft ertoe geleid dat van begin af aan niemand zich verant woordelijk voelde voor de verdediging van een goed natuurherstelplan. Om dat een goed herstelplan een verplich ting is. voortkomend uit het verdrag en het beleidsplan Westerschelde, had de procedure nooit zo open mogen wor den ingezet. De emoties die aan ont- polderen zijn gekoppeld, zijn tevoren niet goed ingeschat en de deur werd open gezet voor de media om dit pro ces te versterken. Tijdens de voorlich tingsbijeenkomsten is van enige com municatie geen sprake geweest. Het eindresultaat is dat de voorlichtings campagne het draagvlak voor een natuurherstelplan eerder geschaad dan ertoe bijgedragen heeft.' Het DB van het BOW heeft gemeend snel na afloop van de voorlichtingsbij eenkomsten een standpunt te moeten innemen. Dit standpunt is in hoge mate bepaald door de uitkomst van de voorlichtings bijeenkomsten. Daarmee is afstand genomen van hetgeen elke avond door de voorzitter naar voren is gebracht, namelijk dat er rekening behoort te worden gehouden met het Beleidsplan Westerschelde en er in het advies van het BOW sprake behoort te zijn van een volwaardig herstelplan en dat het advies in de buurt behoort te komen van dat wat de minister wenst. Door zo zwaar te leunen op de uit komsten van de voorlichtingsbijeen komsten hebben deze een tevoren niet als zodanig aangekondigde status van referendum gekregen. Door de snelle afhandeling van het advies is de zorg vuldigheid geschaad. De diverse schriftelijke inspraakreac ties zijn niet betrokken bij het uitein delijke advies. Hiermee wordt de geboden inspraakmogelijkheid geweld aangedaan. Tijdens de hele voorlich tingsprocedure heeft niemand kunnen beschikken over de zogenaamde "Ef fectennota" van Rijkswaterstaat, zodat een goede oordeelsvorming niet moge lijk was. De hele voorlichtingsprocedure is der halve inhoudelijk en bestuurlijk als absoluut ontoereikend te kwalificeren. Conclusie Naar onze mening behoort een advies gegeven te worden aan de minister van Verkeer en Waterstaat over het Herstelplan Natuur dat recht doet aan de grote natuurbelangen van de Westerschelde en het vigerende beleid. Dat betekent of een volwaardig her stelplan of het teruggeven van de opdracht waardoor de minister niet voor de voeten wordt gelopen in haar uiteindelijke beslissing. Het feit dat de vertegenwoordigers van de ministeries van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Verkeer en Waterstaat zich gedistan tieerd hebben van dit advies spreekt boekdelen. Ook zij vinden dit een advies waarmee geen recht wordt gedaan aan de natuurbelangen van de Westerschelde. Nu is de minister aan het woord. Thijs Kramer •W/,. M C' ,v - r:±. ii:. WtSS?"-' - 3

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1996 | | pagina 3