IP*
Braakballenonderzoek in omgeving Groede
Onderzoek naar het voorkomen van kleine zoogdieren.
Inleiding
Gedurende de winter van 1994-1995
hebben Luciën Boerjan en ondergete
kende een kerkuilenkast in de omge
ving van Groede schoongemaakt. Dit
leverde twee vuilniszakken met braak-
balresten ('debris' in vaktermen) uit
de periode 1989-1994 op. Een deel
van deze resten is de afgelopen winter
door liefhebbers onderzocht op het
voorkomen van kleine zoogdieren,
hun aantal en hun verhoudingen. In
het navolgende artikel wordt hiervan
verslag gedaan.
Braakballen
Braakballen zijn prooiresten die door
de uil niet worden verteerd. Ze bestaan
uit haar, schedels en botten die in de
vorm van een bal worden uitgebraakt.
De braakballen zijn bij uitstek ge
schikt voor onderzoek naar het voor
komen van kleine zoogdieren in de
omgeving van de nestplaats.
Braakbcd van Kerkuil
Niet elke uil levert echter even ge
schikte braakballen. Zo bevat een
braakbal van de steenuil vooral resten
van kevers, torren en andere insekten,
terwijl braakballen van de ransuil wel
veel muizenresten bevatten, maar de
belangrijke familie der spitsmuizen
ontbreekt doorgaans: door hun mus
kusgeur worden ze door de ransuil
gemeden.
Het meest geschikt is de kerkuil. Deze
alleseter geeft in zijn braakbal een
nagenoeg volledig beeld van de plaat
selijke kleine zoogdierenpopulatie.
Hoe gaan we te werk
De braakbalresten worden in een ver
giet gedaan en schoongespoeld met
water. Dan worden de blootgekomen
schedelresten die voor het onderzoek
te gebruiken zijn eruit gehaald. In dit
geval zijn dat de bovenkaak en de lin
ker- en rechteronderkaak. Van de ove
rige resten als ribben, ruggewervels en
bekkens kan men niet bepalen tot
welke soort zij behoren. Vervolgens
worden de schedeltjes gedroogd en
met een oude tandenborstel verder
schoongemaakt. Daarna wordt aan de
hand van determinatietabellen ge
poogd elk schedeltje te benoemen.
Daarbij vormen de tanden (aantal,
lengte, vorm en kleur) een doorslagge
vend kenmerk.
Families
Er zijn een drietal families die we aan
treffen in de muizenresten.
Spitsmuis
Spitsmuizen worden gekenmerkt
door een platte spitse schedel met
een groot aantal scherpe snijtanden
die ze als insecteneters nodig heb
ben om de harde chitine schildjes
van kevertjes te kraken.
Woelmuizen hebben een hoge sche
del met zowel boven als onder een
drietal vlakke maalkiezen met aan
het uiteinde een tweetal snijtanden.
Met de maalkiezen wordt plantaar
dig materiaal vermalen.
- Ware muizen zoals huismuis en
bruine rat. We zien hier een langge
rekte schedel met boven en onder
een drietal knobbelkiesjes en aan het
uiteinde een tweetal snijtanden.
Deze knobbelkiesjes stelt ze in staat
zowel planten, zaden als vlees te
eten.
Resultaten
Na vele avonden prutsen op de vier
kante millimeter met loepjes, micro
scoop, leesbril, pincet en schuifmaat
Onderzocht gebied
Kerkuil
8