Kokkelvisserij in de Westerschelde
Inleiding
Jarenlang was het een doorn in het
oog. De kokkelschepen die alle hoeken
en gaten van de Westerschelde
opzochten om er de laatste kokkels uit
te halen. Voor de andere kustwateren
is de schelpdiervisserij enkele jaren
geleden geregeld. Bepaalde gebieden
zijn voor de schelpdiervisserij gesloten
en als er weinig kokkels zijn, moeten
de vissers een gedeelte dienend als
voedsel voor vogels laten liggen. Voor
de Westerschelde werd in dit beleid
een uitzondering gemaakt. Eerst moest
met België onderhandeld worden. Nu,
enkele woeste kokkelvisjaren later, is
het dan zover. Op 11 juli verstuurde
de minister het beleidsbesluit kokkel-
visserij Westerschelde. Overigens zon
der met de Belgen gesproken te heb
ben
Schelpdiervisserij
De Zeeuwse mosselen zijn wereldbe
roemd en de kans is groot dat op een
pizza in Italië of in de paella in Spanje
kokkels zijn terug te vinden die uit de
Ooster- of Westerschelde afkomstig
zijn. De reden daarvoor is simpel:
Nederland kent immers zoveel interge-
tijdegebied als de Waddenzee, Voor
delta, Ooster- en Westerschelde.
Van oudsher wordt in deze gebieden
de schelpdiervisserij bedreven. Je kunt
als het om mosselen gaat, eerder spre
ken van een cultuur, dan van visserij.
Het fijne mosselzaad, dat jaarlijks in
de kustwateren 'valt', wordt opgevist
en verspreid op speciaal daarvoor aan
gewezen en gemarkeerde gebieden in
de Waddenzee en Oosterschelde. Het
meeste mosselzaad is afkomstig uit de
Waddenzee. De laatste jaren wordt
overigens af en toe ook zaad opgevist
uit de Westerschelde. Deze mosselper
celen zijn te herkennen aan de kale
wilgenstaken, die de percelen marke
ren op het wad. Op deze percelen
groeien de mossels totdat ze voor con
sumptie geschikt zijn.
De kokkelvisserij kent geen cultures.
Elk najaar zuigen de schepen, gebruik
makend van moderne apparatuur, de
ruimen vol. Daarbij wordt de toplaag
van het slik totaal omgewoeld.
Natuurgevolgen
Eeuwenlang leverde de schelpdiervis
serij nauwelijks gevolgen op voor de
natuur. De technologische ontwikke
ling die de schelpdiervissërij heeft
doorgemaakt, zorgde er echter voor
dat ecologische grenzen werden over
schreden. Een reden hiervoor lag in
het feit dat de enorme hoeveelheid
schelpdieren in de kustwateren natuur
lijk ook ontzettend veel vogels aan
trekt. Scholeksters bijvoorbeeld zijn
voor een groot gedeelte van hun voed-
selbehoefte afhankelijk van mossels en
kokkels. In de Oosterschelde alleen al
overwinteren jaarlijks ongeveer
100.000 scholeksters, zö'n 10% van
de totale wereldpopulatie
De schelpdiervisserij zorgt ook voor
een aantasting van het bodemleven.
Van nature komen er in de kustwate
ren oude mosselbanken voor. Uitge
strekte hopen mossels, waartussen en
waaronder een gigantische hoeveel
heid aan andere organismen voorkomt,
zoals anemonen, wieren, zeesterren,
en andere schelp- en schaaldieren.
Deze mosselbanken vormen een bij
zonder rijke en gevarieerde leefwereld
op zich. Door de schelpdiervisserij en
het omwoelen van de wadbodem zijn
deze mosselbanken bijna geheel verd
wenen uit de Nederlandse kustwate
ren.
Ook zeegrasvelden, een ander wadbio
toop, hebben danig te leiden gehad.
Regulering
Omdat de schelpdiergebieden tevens
de belangrijkste natuurgebieden van
Nederland zijn, werd het de hoogste
tijd om de visserij te reguleren. Dat is
gebeurd in de structuurnota Zee- en
Kustvisserij. Daarin werd bepaald dat
er zowel in Waddenzee als Ooster
schelde gebieden permanent gesloten
worden voor de schelpdiervisserij. De
bedoeling van deze maatregel is om in
deze gebieden weer natuurlijke mos
selbanken en zeegrasvelden te doen
ontstaan.
Verder moet er elk jaar bekeken wor
den hoeveel kokkels en mossels in
deze gebieden voorkomen. Een deel
daarvan, 60% (de minister wilde 70%,
maar de Tweede Kamer maakte er
onder druk van de visserijlobby 60%
van) moet worden gereserveerd voor
vogels.
Ten slotte kreeg de visserijsector de
opdracht om jaarlijks een visplan op te
stellen, waarin wordt aangegeven op
welke wijze de visserij moet plaatsvin
den en hoe met de natuurbelangen in
het gebied wordt omgesprongen.
In 1997 zal het beleid geëvalueerd
worden. Op basis van de evaluatie zal
worden bekeken in hoever dit beleid
vruchten afwerpt. De structuurnota
biedt de mogelijkheid om, als de
natuurdoelen niet gehaald worden, nog
extra gebieden te sluiten. Er wordt niet
van uitgegaan dat de gesloten gebie-
4