Zolang deze gegevens er niet zijn, moet het voedsel in de gesloten gebie den voldoende zijn, meent de minister. Hij merkt tevens op dat de PO-kokkels heeft toegezegd in kokkelarme jaren in ieder geval 4000 ton kokkels te laten liggen. Dit is de hoeveelheid die op basis van de RIKZ-gegevens gereser veerd zou moeten worden. Dit jaar Het kokkelbestand is in april geïnven tariseerd op iets meer dan 4000 ton. Inmiddels is bekend dat de broedval in de Westerschelde zeer goed is ge weest. De groei van het broed is ook goed. Omdat in de andere kustwateren nauwelijks kokkels liggen, willen de vissers dit jaar toch in de Wester schelde actief zijn. Een visplan is in de maak. Toch zal de minister eerst nog een uitspraak moeten doen wie wel en niet voor een vergunning in aanmer king komt. Conclusie Het reguleren van de schelpdiervisserij is nodig om deze inpasbaar te maken in de natuurgebieden waar deze visse rij plaatsvindt. Te lang heeft de Westerschelde op zo'n regeling moe ten wachten. Dit lange wachten duidt erop dat het ministerie van LNV het natuurbelang van de Westerschelde onderschat. De regeling zoals die er nu ligt, zal ervoor zorgen dat de wild-west tafere len tot het verleden behoren, want deze kortzichtige benadering kan de visser z'n vergunning kosten. De vis sers zijn goed te controleren aan de hand van een 'black-box' die ze aan boord hebben. Het sluiten van gebieden heeft vooral als doel het ontstaan van bodembioto pen zoals natuurlijke mosselbanken en zeegrasvelden te bevorderen. Van belang is dan dat niet alleen de kok kelvisserij geweerd wordt, maar alle bodemberoerende visserij zoals sleep net- en mosselzaadvisserij. Dit is helaas nog niet het geval. Het blijft overigens toch zeer twijfel achtig of deze bodembiotopen in de Westerschelde kunnen ontstaan. De Westerschelde onderscheidt zich als estuarium nogal van de andere kust wateren. Uitgaand van de veronder stelling dat ecologisch herstel van het gehele estuarium gewenst is, dienen we een veel bredere visie te ontwikke len, dan alleen enige regeltjes voor de kokkelvisserij op te stellen. Bij een tussentijdse meningsvorming over de kustvisserij binnen de natuur bescherming kwamen er vooral uit het Waddengebied zeer kritische geluiden. Teunis Piersma. de wadvogelkenner bij uitstek, ontdekte in zijn onder zoeksgebied bij Griend grote verande ringen in de wadbodem en daarmee in de samenstelling van het bodemleven. Verder onderzoek moet uitwijzen of en welke relatie er ligt tussen deze ontwikkelingen en de kokkelvisserij. Voor dit jaar heeft de minister beslo ten geen kokkelvisserij toe te staan, in de Westerschelde De afgelopen jaren is er zo huisgehouden door de kokkel vissers, dat er nu bijzonder weinig meer aanwezig is. In ieder geval zo weinig dat er minder ligt, dan voor de vogels gereserveerd moet blijven. Dit tot groot ongenoegen van de kokkel vissers, omdat in de andere kustwate ren ook bijna niets ligt. Maar in dit geval hebben de vissers geen reden tot klagen: ze worden nu geconfronteerd met de gevolgen van hun eigen onver antwoord gedrag. In 1997 wordt het schelpdiervisserij- beleid opnieuw geëvalueerd, ook dat in de Westerschelde. Alle reden voor natuurbeschermers om de schelpdier visserij op de voet te volgen. Thijs Kramer. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1996 | | pagina 6