w niet zeggen kon "het woud is kaal en mijn heerschappij begint". Toen zag de duivel ook wel dat zijn heerschap pij geheel ten einde was en hij moest zich in het diepst der aarde terugtrek ken. Slechts omtrent middernacht komt hij soms als spook te voorschijn en vaak doet hij in de winter boze dingen met vorst en sneeuwstorm. Maar de land man die het dorre loof aan beuk en eik ziet, zegt dan "het rijk van de duivel is zekerlijk ten einde. De goede God zal het dorre blad wel in een frisgroen veranderen". Straffen konden niet uitblijven voor hen die deze vogeltjes of hun broedsel slecht behandelden. Wie het eitje steelt, krijgt met heksen en duivels te doen. Wie het doodt, krijgt bloederige melk van zijn koeien. De hand waar mee de misdaad begaan werd, zal nooit meer stoppen met beven. Een versje uit Wales luidt als volgt: "Cursed is the man who kills a robin or a wren". Eigenaardig is dan toch het gebruik dat tot in onze eeuw in bepaal de streken van Frankrijk en Engeland bleef bestaan om op Tweede Kerstdag een koninkje te vangen en ritueel te doden. Aan een lange stok gebonden werd het dan van huis tot huis meege dragen om overal iets van zijn heilige krachten achter te laten. Na de om gang werd het op het kerkhof plechtig begraven. De veertjes werden alle zorgvuldig bewaard en gebruikt als bescherming van zeevaarders tegen schipbreuk. Op het eiland Man is er een verhaaltje aan verbonden, wederom met betrek king tot het ontstaan van het diertje. 'Er was eens een bijzonder mooie fee, die dan deze, dan gene tot zich lokte en deze, zo gauw hij in haar macht was, in zee stortte. Op een keer had den de inwoners haar eindelijk over rompeld, maar ze vloog als winterko ning weg. Toen werd de vloek over haar uilgesproken dat ze eens per jaar en wel op Nieuwjaarsdag terug mocht keren totdat ze door een mensenhand gedood werd. Sedert die dag bejaagt men de winterkoning van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Ook hier wordt ieder veertje dal ze verliezen zorgvuldig bewaard, omdat het gedu rende het volgende jaar tegen schip breuk beschermt. Geen visser betreedt zijn boot zonder een winterkoning of een veertje ervan, omdat het een beto verde geest is die ongeluk veraf houdt. In het zuiden van Frankrijk wordt het vogeltje, hangende in twee door elkaar gestoken hoepels, plechtig rondgedra gen, zingend, dat hij de koning dei- vogels is. In Carcasonne droeg men hem rond, vastgemaakt aan een stok versierd met slingers van olijf-, eiken- en maretakken. Heel lang geleden werd het vogeltje door het heidense volk druïdevogeltje genoemd en men schreef het magische krachten toe. Mogelijk kunnen voorgaande gebrui ken en rituelen verklaard worden door het feit dat zendelingen in hun ijver heidense gewoonten en gebruiken met wortel en tak uit te roeien ook het win terkoninkje niet ontzagen en het daar om op een christelijke feestdag in het openbaar wilden doden. Dit analoog aan het feit dat ook veel door Germanen geheiligde planten in een kwaad daglicht werden gesteld en duivelse namen kregen zoals duivels klauw voor de valeriaan, een indertijd aan de godin Hertha gewijd kruid. Op IJsland noemde men het winterko ninkje musarbrodir (muizenbroeder). Dit vooral omdat het, zoals de muis, zelden overdag gezien wordt, zich in donkere holen en hoekjes ophoudt en soms diefachtig is. Ginds heet het dat winterkoninkjes het vlees wegpikken dat op de zolder of in de schoorsteen hangt. Dit alles droeg ertoe bij dat het vogeltje een boze geest zou zijn. Som migen vonden er iets op door in de schoorsteen twee houten staafjes te steken, kruisgewijs, in de veronder stelling dat het vogeltje zo het kruis niet zou durven naderen om van het vlees te stelen, 's Morgens en 's a- vonds in de schemering is hij meestal op de grond te zien. Deze eigenschap pen deelt hij met zijn zuster de muis. Tot slot volgt nog een reeks bijgelo vigheden: - Verwerkt men het hartje van een winterkoninkje in het heft van een mes dan is de wonde, die men met dit mes toebrengt, niet te genezen. - De gedachte van een ander kan men te weten komen door het hartje te nemen, het bij droog weer op te han gen tot het hard geworden is, het i dan in een doek te binden en het in de hand te houden terwijl men met iemand aan 't praten is. - Wast men zich met het warme bloed van een winterkoning, dan kan men geesten zien zowel overdag als 's nachts. - Om iemand in een diepe slaap te doen verzinken neemt men het kopje en hangt dit boven het hoofd van de slapende op. Hij ontwaakt pas als het kopje door dezelfde persoon weggenomen is. - Wie zich in Tirol tegen steenziekten (nier- en galstenen) wil beschermen, verbrandt een winterkoninkje tot poeder en neemt een mespunt vol met ereprijswater in. Gedroogde kikvorslever helpt ook maar moet met steenbreekwater ingenomen worden. Het geloof aan de bijzondere sfeer die het vogeltje omhult is, ondanks ritu elen en bijgeloof, toch bewaard geble ven. Hoe kan het ook anders als men het met zijn korte afgeronde vleugels 1 en stompe staart, die hij steeds opge richt houdt, levendig van aard en met grote vlugheid ziet rondspringen in heggen, struiken en struweel. "Welke koning is zonder land? Welke koning kan vliegen?" Uit: Mens en Vogel, nationaal infor matieblad voor studie en bescherming van de Europese avifauna. 20ste jaargang nr. 4 1982 Auteur: Johan Boussauw 22

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1996 | | pagina 22