k
we in West Zeeuws-Vlaanderen niet te
zoeken. Brem (Cytisus scoparius) vind
je wel overal in de wegbermen rond
Aardenburg en St.Kruis. Het zou leuk
zijn om de Ondergrondse klaver (Tri-
folium subterraneum) en Gestreepte
klaver (Trifolium striatum) die we uit
Retranchement kennen, hier nog eens
lenig te vinden.
Het bos
Om plantensoorten van het Vlaams
District in het bos terug te vinden
moeten we het Tonio-bosje eens onder
de loep nemen. Het Tonio-bosje is van
oudsher een eikenhakhoutbosje. Nu is
het een eikenbosje met een spaarzame
ondergroei van bramen en varens. In
de eveneens slechts spaarzaam ont
wikkelde struiklaag komen behalve
Vlier en Meidoorn wel degelijk diver
se karakteristieke soorten van het
Vlaams District voor; bijv. diverse Va
rens (Dryopteris sp.). Brem (Cytisus
scoparius), Hulst (Ilex aquifolium) en
Amerikaanse vogelkers (Prunus seroti-
na). Deze laatste soort werd pas in
deze eeuw ingevoerd.
Watermilieus
Het oppervlaktewater in het Vlaamse
district onderscheidt zich in de eerste
plaats van dat in het aangrenzende pol
derland door hel ontbreken van een
min of meer brakke inslag. Aquatische
levensgemeenschappen die gebonden
zijn aan relatief voedselarme situaties
komen in West Zeeuws-Vlaanderen
niet meer voor. Er wordt 1 zogenaam
de diagnostische soort gevonden en
dat is Ondergedoken moerasscherm
(Apium inundatum. rode lijst 3) op de
wallen van Aardenburg.
Van de voor het district kenmerkende
water- en oeverplanten van voedselrij
ker milieus zijn er nog wel een aantal
te vinden. Zo vonden we langs de
Eekloose Watergang Watertorkruid
(Oenanthe aquatica), Waterpunge (Sa-
molus valerandi) en Moerasrolklaver
(Lotus penduculatus). Langs een sloot
troffen we Waterweegbree (Alisma
plantago-aquatica). Gewone spume
(Spergula arvensis) en Gewone hen-
nepnetel (Galeopsis tetrahit).
Het staat wel vast dat eutrofiëring de
belangrijkste oorzaak is van het ver
dwijnen van een aantal karakteristieke
soorten. Het blijkt namelijk dat vooral
onkruiden en planten van relatief
voedselarme milieus in het Vlaamse
District een snelle en nog steeds voort
durende achteruitgang vertonen.
Literatuur:
- Jacobusse, C. en J.W. Jongepier;
Verarming van de flora in het ooste
lijke deel van het Vlaamse district.
- Meijden. R. van der; 1996; Heukels'
Flora van Nederland; 22ste druk;
Wolters-Noordhoff, Groningen.
- Mooy, R.: 1986; De vegetatie van
Zeeuws-Vlaanderen; Provinciale
Planologische Dienst voor Zeeland,
Middelburg.
- Schaminée, J.H.J., E.J. Weeda en V.
Westhoff; 1995; De vegetatie van
Nederland, dl.2: Wateren, moeras
sen en natte heiden. Opulus Press,
Leiden.
- Schaminée, J.H.J.. A.H.F. Stortelder
en E.J. Weeda; 1996; De vegetatie
van Nederland, dl.3: Graslanden,
Zomen en droge heiden. Opulus
Press, Leiden.
- StaatBosBeheer;1989; Beheersplan
dijkbeemden, kreken en kleinere ob
jecten Zeeuws-Vlaanderen; Bureau
Hemmen, Hemmen.
- Westhof, V. en A.J. den Held; 1995;
Plantengemeenschappen in
Nederland; Thieme-Zutphen.
V= VLAAMS 01STR1CT
Hulst
Geertje van der Krogt.
25