De Blikken, ontstaan en visie 6 Op onze algemene jaarvergadering hield de regiobeheerder van Het Zeeuwse Landschap, drs. R.B.A. Beij- ersbergen een referaat over het bij hun stichting in beheer zijnde gebied De Blikken. In het volgende artikel vindt U een schriftelijke weerslag van zijn lezing. Elementen en de mens De ontstaansgeschiedenis van de Zeeuwse polders wordt gekenmerkt door bewogen perioden. De zee geeft het land niet zonder slag of stoot prijs; de zee geeft en de zee neemt. Dit heeft voor een deel te maken met de onder- houdstoestand van de dijken en dus de economie van dat moment. Maar ook de zee zelf kent als gevolg van klima tologische ontwikkelingen agressieve perioden met verhoudingsgewijs vele en zware stormen, afgewisseld met perioden van betrekkelijke rust. Als je daar het bewust onder water zetten van stukken land nog bij optelt, dit als gevolg van oorlogshandelingen, dan begrijp je de herkomst van de vele kreekrestanten en lage reliëfrijke wei tjes. Ontstaan van De Blikken In het jaar 1583 is het natuurgebied de Blikken geboren. Om de Spanjaarden tegen te houden werd in dat jaar bij Nieuwerhaven - dat was een haven plaats ten zuidoosten van Breskens - de zeedijk doorgestoken. Er ontstond een getijdegeul die het land van Groede en het ambacht Oostburg scheidde en in een andere getijdegeul uitstroomde: het Zwarte Gat. Deze ge tijdegeul vertakte zich en tot de zijtak ken behoorden de Nieuwerkerkse kreek en ook de Baarzandse kreek. Aan het uiteinde van de Nieuwer kerkse kreek ontstond door de eb en vloedbeweging een reliëfrijk land schap, doorsneden met een stelsel van geulen en prielen: de Blikken dus. Beide kreken waren tijdens het be stand van 1613 weer afgedamd en de Blikken kwam nu binnendijks te lig gen. Van de Ringdijk tot de Barendijk was er een uitgestrekt en reliëfrijk landschap ontstaan van zoete en zilte weiden, biezenvelden, kreken en riet kragen; dat moet een formidabel oord voor flora en fauna zijn geweest. In de eeuwen ema deed de mens opnieuw zijn intrede. Het moeras is geleidelijk ontgonnen. Het land is op gehoogd, geëgaliseerd en ontwaterd. Nu is er geen enkele bebouwing meer. De laatste boerderij stond aan de kant van Scherpbier en is in 1906 afgebro ken; de fundering, een menne en een veedrinkput herinneren aan deze tijd. Ook halverwege de Ringdijk ligt op een verhoging nog een fundament van een boerderij uit de 19e eeuw; het hof van Scheerens. Na-oorlogse ontwikkeling Na 1945 is de onttakeling van de natuur in snel tempo verder gegaan. De techniek ging vooruit en de land bouw had de wind mee. Zelfs de laat ste restjes onrendabele Blikken wer den in cultuur gebracht. Om redenen van waterbeheersing werd De Reep in verbinding gebracht met de Nieuwer kerkse kreek, met als gevolg dat dwars door de Blikken een brede sloot werd gegraven, de tweede al, en een grote hoeveelheid vrijkomende grond in de kreken van de Blikken gedumpt werd. Op het einde van de tachtiger jaren was van de oorspronkelijke geomorfo- logie van het krekenstelsel minder dan 20 ha bewaard gebleven en kwamen waterstanden boven het maaiveld nau welijks meer voor. Natuur was er al leen nog in potentie aanwezig. Het Natuurbeleidsplan Het jaar 1991 betekende een keerpunt. Het Natuurbeleidsplan voorzag in een uitbreiding van het natuurgebied en de ruilverkaveling Breskens-Zuidzande was de kruiwagen om de doelstelling te realiseren. Rond de min of meer in tact gebleven kern was ruimte gereser veerd voor een reservaatsgebied van bijna 45 ha. De uitruil van de verhou dingsgewijs minder goede grond ver liep vrij voorspoedig en met uitzonde ring van 3 ha. bouwgrond werd de doelstelling gehaald. Een ander knelpunt was de verdro ging. Het NBP voorzag ook in een kwaliteitsverbetering van de natuur en had voor dit doel middelen beschik- De Blikken, met op de achtergrond het gerooide populierenbos (foto: Awie de Zwart).

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1997 | | pagina 6