ten in onder andere het Meetjesland
ondernomen. De veldtochten waren
echter niet bijster succesvol. Aan
gezien ook in de komende jaren krijgs
verrichtingen gepland waren, was een
extra versterking van het toen nog
kwetsbare verdedigingsstelsel aan
Staatse kant van de grens geen overbo
dige luxe. Eventuele verrassingsacties
en represailles van de vijand konden
vooral verwacht worden vanuit het
gebied tussen Maldegem en Middel
burg. Het was dan ook daar dat de
nieuwe schans werd aangelegd.
De constructie werd nogal haastig uit
gevoerd getuige het feit dat zij reeds in
hetzelfde jaar instortte. Van een snelle
wederopbouw is schrijver dezes niets
bekend. Pas toen in 1701 de Spaanse
Successie-oorlog (1701 1713/4) uit
brak - met Frankrijk als vijand van de
Republiek - werd de schans hersteld.
Eén van de krijgstonelen, de zuidelijke
Nederlanden, lag immers vlakbij (ster
ker: één van de Franse objectieven
was de annexatie van Staats-Vlaan-
deren, zoals Zeeuws Vlaanderen toen
genoemd werd). Pas in het voorlaatste
jaar van een volgende oorlog, de Ze
venjarige Oorlog (1756-1763) - waar
bij de Republiek overigens neutraal
was - kwam een einde aan de militaire
functie van de Kruisdijkschans.
Over de vorm is het een en ander
bekend.
De schans was bijna vierkant van
vorm met een aarden wal, een binnen
gracht en een buitengracht. Anders
dan de andere schansen in de buurt, de
Krabbeschans, de Elderschans en de
Olieschans had de Kruisdijkschans
geen bastions. In feite was de schans
meer een grote redoute, welks functie
bestond in het afsluiten van een
bepaald gebied. Op het terrein binnen
de binnengracht stond een houten ge
bouwtje, een zogenaamd blokhuis. Het
uiterlijk van dit gebouwtje is bekend
van een tekening uit 1692. Ook lagen
er nog enkele kleine schuurtjes voor
opslag van b.v. ammunitie. Na 1701 is
het houten gebouwtje vervangen door
een stenen.
In 1762 viel zoals gezegd het doek
voor de Kruisdijkschans. Het werd
toen gedeeltelijk geslecht en kwam in
handen van de familie Hennequin. De
Hennequins verbouwden de schans tot
een landgoed, ongeveer in de staat
zoals we het nu nog kennen.
22 oktober, Arco Willeboordse.
Literatuur
- Encyclopedie van Zeeland, I-III
(Middelburg, 1984)
- J. Bossu, "Fortificaties in de Zwin
streek en het Brugse Vrije tussen
1579 en 1839 in de klassieke carto
grafie" 1-2 in: Vesting 1996, 1, pp.
8-21 en 2, pp. 3-14.
- A.H. Mohr, "Vestingbouwkundige
termen" ('s Gravenhage, 1983) P.
Meesters, "De geschiedenis van
Sluis"- inleiding en toelichting:
A.M. Lauret (Tilburg, 1980)
- J. Sneep, H.A. Treu, M. Tydeman
(red.), "Vesting. Vier eeuwen ves
tingbouw in Nederland" ('s Graven
hage, 1982)