11
ontwikkelen van vochtige graslan
den. Op de wat zwaardere grond
soorten - in het oostelijk deel komt
zavel voor - zal de bouwvoor wor
den weggehaald en zal er meidoorn
struweel worden aangeplant.
- De waterhuishouding
Door het afgraven van zand kunnen
de gewenste natte milieucondities
worden gecreëerd. De Sophiapolder
wordt in de huidige situatie doorsne
den door een deel van het afwate
ringskanaal. In het inrichtingsplan
wordt dit deel van het kanaal gemo
delleerd tot een voormalig kreekpa
troon ontstaat. Het eigenlijke kanaal
zal aan de rand van de polder wor
den aangelegd om onder meer de
afwatering van de Bonte Kof en de
achterliggende polders te kunnen
verzorgen. Zowel langs het huidige
als langs het nieuwe afwateringska
naal worden lage kades opgewor
pen, waardoor binnen de polder het
waterpeil kan worden opgezet. Met
een dergelijke aanpak zijn in het
gebied van De Blikken positieve
ervaringen opgedaan, als gevolg
waarvan er ook hier uitgegaan kan
worden van een eigen waterhuishou
ding voor het gebied.
De ecologie
Bij de beoogde inrichting zal het oos
telijk deel van de polder uitermate
geschikt zijn als boomkikkerbiotoop.
Dit sluit aan bij de tot nu toe uitge
voerde plannen in het kader van het
boomkikkeractieplan, dat een aantal
jaren geleden ontwikkeld is ter be
scherming van deze zeldzaam worden
de (rode lijst)-soort.
Hierdoor krijgt deze bedreigde soort
op deze plaats een duwtje in de rug,
mede gezien het feit dat in de directe
omgeving (de Plate) een populatie
voorkomt. Aanleg van poelen in de
vorm van waterpartijen als kreekar-
men en inplanting van meidoornhagen
zullen de kwaliteit van zowel winter-
als zomerverblijfplaats bevorderen.
Landschappelijk uitwerking.
De natuurdoeltypen impliceren een
open landschap; op de bijgaande over
zichtskaart is de voormalige Passa-
geulekreek gevisualiseerd. Men heeft
in hoofdlijnen gekozen voor een histo
rische referentie. Op detailniveau zijn
hoogten en laagten ontworpen, die een
natuurlijk profiel suggereren, en door
het ontstaan van gradiënten een geva
rieerde natuurlijke ontwikkeling mo
gelijk maken.
Moraal van het verhaal
In deze snel veranderende tijd blijkt
dat, als iedere belangengroep (land
bouw, recreatie en natuur) zich alleen
met zijn eigen enge deelbelang be
moeit, de tot op heden gekozen ruil-
verkavelingsvorm geen toekomst be
schoren is. Dit bleek wel uit het af
stemmen van de landinrichtingsprojec
ten Biervliet en Aardenburg: de kavel
ruilen, fors gesubsidieerd door de
overheid, werden zonder meer van de
hand gewezen. In deze gebieden heb
ben de tegenstemmers gewonnen,
maar het was een Pyrrusoverwinning:
eigenlijk waren er slechts verliezers.
De recent gemiste kansen hebben tot
aanzet gediend voor een meer heden
daagse wijze van streekinrichting, ge
baseerd op een door alle sectoren ge
dragen samenwerking.
Tevens blijkt dat sommige aanhouders
zonder sturing van bovenaf initiatie
ven ontplooien om te komen tot verde
re invulling van de Zeeuwse uitwer
king NBP. Dus hulde aan deze voor
trekkers, die op eigen houtje blijven
innoveren!
Deze innovatie ligt in het duidelijk
scheiden van de functies landbouw en
natuur; in het beschreven geval gaat
het eigenlijk om een technische uit
werking van een detail-waterbeheer-
sing. Als het daarbij mogelijk blijkt
een voor de natuur gewenst hoger peil
te realiseren met inachtneming van
droogleggingsnormen voor aangren
zend landbouwgebied is er heel wat
voor de natuur in de wacht te slepen.
Interessant wordt verder nog het
komen tot 'kop over kop' ruilen van
grond. Het komt erop neer dat 'min
derwaardige' grond (met een hoge
natuurwaarde) geruild kan worden met
'goede' landbouwgrond.
Voor de herinrichting van de natuur en
landbouwgronden ware het dienstig dit
nieuwe ruilen te ondersteunen met
nader te bepalen objectieve normen,
een taak voor de politiek.
Basisvoorwaarde voor dit proces is
onderling vertrouwen, alsmede open
en eerlijke onderhandelingen. In on
derling vertrouwen kunnen we richting
2000 bouwen aan een 'waterhelder'
Zeeuwsch-Vlaanderen.
deelgebied 3