Partir, c'est
mourir un peu.
17
rot door inwatering op een plaats waar
door de wind een tak is afgebroken.
Dood hout van afgevallen takken,
humus die herfst na herfst de grond
tussen de bomen bedekten, vormen
eveneens een geweldige voedingsbo
dem voor insecten en dus ook aan de
vogels. Enkele soorten die in het park
waargenomen kunnen worden, zijn
j grote bonte specht, groene specht,
I boomkruiper, ransuil en meer algeme-
I ne soorten als pimpelmees en kool
mees, putter, vink, ekster en zwarte
kraai. Een enkele keer laat zelfs de
wielewaal zijn gezang in het park
horen.
Beheerskeuzen
Als je in een park gaat snoeien, kun je
ervoor kiezen om de zaak rigoureus
aan te pakken en alles eens netjes op
orde te brengen zodat je er voor een
aantal jaren mee klaar bent.
Het vrijwilligersteam van het Herten
kamp heeft bewust niet voor een der
gelijke aanpak gekozen, omdat je dan
een eco-shock in het park veroorzaakt,
waarvan de natuur pas na jaren weer
herstelt. Om deskundigheid in het om
gaan met natuurlijk beheer 'in te
huren' zou het voor de hand liggen
contact op te nemen met de Stichting
Landschapsbeheer. Toevallig kwam
een busje van die stichting op een
mooie dag het park binnenrijden om
de gesnoeide lindetakken uit de Groe-
se Slijkstraat als voer aan de herten
aan te bieden. Eén en ander was toen
snel geregeld. Lucien Calle is vervol
gens langs gekomen om samen een
plan van aanpak op te stellen. Wat
naast de zorg voor de natuur voor ons
als beheerders van belang was is, dat
de veiligheid van de bezoekers niet in
gevaar komt. Je moet er niet aan den
ken dat een spontaan afvallende tak
boven een pad op een argeloze wande
laar terecht komt.
Een helpende hand
Het uiteindelijke gevolg was dat de
Stichting Landschapsbeheer één van
de gezamenlijke werkdagen die zij een
paar keer per jaar voor hun vrijwilli
gers organiseert, in het Hertenkamp
hield. Grote takken die over de paden
hingen en die gevaar bij afbreken
opleverden, zijn verwijderd. Een paar
populieren die ten dode opgeschreven
waren, omdat de bast door de ezels
van het park aangevreten was, zijn
geveld. Dit zijn de meest zichtbare
ingrepen.
Verder is er veel werk verricht dat
minder in het oog valt. Langs de bui
tenrand van het park staan meidoorns,
sleedoorns, hondsrozen en Gelderse
rozen: voor vogels waardevolle strui
ken want ze bieden enerzijds beschut
ting en anderzijds voedsel in de vorm
van bessen. De zaailingen van de es
doorns die deze struiken dreigen te
overwoekeren, zijn teruggesnoeid.
Vlierstruiken die te hoog en te iel
begonnen te worden, zijn tot een meter
hoogte teruggenomen, zodat ze weer
dichter uitschieten en een betere be
schutting voor de vogels leveren. Het
vrijkomende snoeihout is op een aan
tal zgn. rillen gezet: langwerpige smal
le hopen, die nestgelegenheid bieden
aan merel en winterkoning en een
schuilplaats voor egel en pad. De
plaats van deze rillen is zo gekozen
dat ze spelende kinderen enigszins in
goede banen leiden, zodat die niet te
veel kris kras door het struikgewas
rennen. Voor de rest is er niets opge
ruimd, zodat de natuur zelf zoveel
mogelijk haar gang kan gaan.
Plannen
Het beheerdersteam van het herten
kamp hoopt in de komende jaren nog
meer aan natuurbehoud en natuuront
wikkeling in het park te kunnen doen,
opdat de bezoeker van het Herten
kamp niet alleen kan genieten van de
gedomesticeerde dieren die in het park
te bewonderen zijn, maar ook van de
natuurlijke flora en fauna die het park
te bieden heeft.
Leo Ruytenburg.
Miriam Outermans, actief lid van onze
vereniging is helaas eind vorig jaar
verhuisd naar de 'overkant' In onder
staand stukje neemt ze afscheid van
ons landje.
Zoals velen van jullie al weten, heb ik
mijn taken bij 't Duumpje neergelegd
als gevolg van mijn verhuizing naar
d'aere kant. Dat ik dit doe met pijn in
het hart moge duidelijk zijn.
Zeeuwsch-Vlaanderen en vooral 't
Duumpje zijn in mijn leven een steeds
grotere rol gaan spelen. Toen ik in
1989 hier kwam wonen, heb ik erg
moeten wennen. De eerste 3 jaar wilde
ik niets liever dan terug gaan naar
Zuid-Beveland, maar langzamerhand
begon ik hier mijn draai te vinden.
Toen ik in 1994 'toetrad' tot 't
Duumpje, ontdekte ik werkelijk mijn
plekje. Het begon met de knotwerk-
groep, ging via het bestuur naar de
milieuwerkgroep, de redactie, de plan
ten werkgroep en de vogel werkgroep.
Buiten de opgedane kennis der natuur
heb ik veel aan 't Duumpje te danken:
vriendschap, een poes, een vriend en
een baan. Vriendschap spreekt voor
zich, ook op wat moeilijke momenten
- in 1995/1996 liet niemand het afwe
ten. De poes werd gevonden, - het bos
van Erasmus werd mij gegeven door 2
leden van de vogelwerkgroep; mijn
vriend ontmoette ik op de verjaardag
van een Duumpje en via de knotwerk-
groep heb ik mijn latere baas ontmoet.
Zoals duidelijk moge zijn valt het
afscheid mij zwaar vandaar de aanhef
van dit stuk.
Dankbaar voor al hetgeen 't Duumpje
me gegeven heeft, zeg ik jullie vaar
wel.
Miriam Outermans.