III. Het "Nee Tenzij"-Scenario: 6 De benadering van Rijk en Provincie (relatief grote beleidsafspraken, grote parken, hoge opbrengsten) hebben ze ker nadelen voor ons Westzeeuws- vlaamse, vooral voor natuur en land schap. Resumerend is er dus alle reden om windenergie behoudend tegemoet te treden. Gevolgen van afwijzing Bij afwijzing van windturbines in onze streek zullen de overheden en andere organen: - bijzondere aandacht moeten beste den om te komen tot een beperking van de energievraag (energiebespa ringsmaatregelen door efficiënter energieverbruik, economische struc tuurveranderingen) en dit met mini maal 2 per jaar op het totale ener gieverbruik; - extra inspanningen moeten leveren voor gebruik en verdere ontwikke ling van zonne-energie. Zonne-ener- gie is op korte termijn het verst ont wikkelde alternatief. De foto-voltaï- sche en organische zonnecellen (van Gratzel, Zwitserland) zijn veelbelo vend terwijl zonnepanelen geenszins verstorend zijn voor natuur en land schap. - de ontwikkeling van alternatieven als brandstofcellen (autobrandstof), energie uit de oceaan, getij denener gie, thermische verplaatsing (warm tepompen en aardwarmtesystemen), kernfusie actiever moeten onder steunen; - eventueel alleen windturbines op zee (near- en offshore) toelaten? Hiertoe is nader onderzoek gewenst. Of de zojuist genoemde opties alle te verwezenlijken zijn, zou verder onder1 zocht moeten worden. Rijk en provin cie wijzen deze opties alsnog af, maar vaak ontbreekt in beleidskeuzes een langetermijnvisie. De gemeenten ho pen dit voorjaar met een Beleidsplan Windenergie te komen. Er zijn op dit moment zeker voldoende relevante argumenten tegen windturbi nes, maar toch hebben we nog steeds te maken met gemeentelijk, provinci aal en rijksbeleid (o.a. de bestuurs overeenkomst om nationaal 1000 mWatt te plaatsen, waarvan 250 mWatt in Zeeland vóór het jaar 2000). Duidelijk is dat men reeds met een achterstand te kampen heeft. Verder heeft men ook plannen om nationaal tot 1500 a 3000 mWatt te hebben geplaatst in 2020. Een nieuwe toena me kan niet meer uitsluitend op land geschieden. Bij de Neen-variant zullen wij bestuurlijk en maatschappelijk draag vlak moeten zien te krijgen. De Pro vincie kiest voor grotere windparken, de gemeenten kunnen, wat de provin cie betreft, daarnaast nog middelgrote (en kleine) clusters toelaten. Solitaire turbines zijn volgens de provincie niet wenselijk. We mogen verwachten dat de druk op de gemeenten om kleine clusters en solitaire turbines toe te laten relatief groot zal zijn, vooral bij een niet realiseren van het grootscha lig windpark "Hoofdplaatpolder". De vraag is waarnaar de gemeentelijke voorkeur uitgaat: een grootschalig windpark, middelgrote en kleinere clusters, solitaire molens, een meng vorm hiervan of algehele afwijzing. Consequenties van de keuze voor de Neen-variant: - we wijzen nog meer windturbines in West Zeeuwsch-Vlaanderen af; - we dienen deze keuze afdoende te beargumenteren; - er dienen alternatieven aangedragen te worden; - er dient bestuurlijk en maatschappe lijk draagvlak gevonden te worden. Bij een "Nee Tenzij"-benadering vor men de nadelen van windturbines de richtlijn, maar ook de voordelen we gen zwaar, vooral wat broeikasgassen en zure regenreductie betreft. Dit houdt in dat er alleen onder strenge voorwaarden ten aanzien van natuur, landschap en mens turbines geplaatst kunnen worden, dit om de nadelen zoveel mogelijk te beperken. Consequenties van de keuze voor de "Nee tenzij"-variant: - Turbines plaatsen slechts onder strenge voorwaarden ten aanzien van natuur, landschap en mens. Als uitgangspunt gelden planologische voorwaarden: molens zoveel moge- fctj.lj.-'ü - i- liijiii:

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1997 | | pagina 6