5 van de spuikom minder belangrijk. Ook bij minder gunstig getij kon zoet water worden geloosd. De natuur kon het waterbeheer niet langer dwarsbo men, wat van groot belang was voor de op dat moment sterk opkomende landbouw. Diezelfde landbouw zorgde er mede voor dat de economische functie van vele Westzeeuwsvlaamse haventjes verviel: het vervoer van bie ten en graan gebeurde steeds meer over de weg, in plaats van via het al oude beurtschip. In die tijd had het toerisme nog niet die omvang en uitstraling, die konden leiden tot voortbestaan van dergelijke haventjes. Evenmin bestonden er de hedendaagse compensatie-regelingen Daarmee was het lot van de vele ha ventjes bezegeld en zo kon het gebeu ren dat er nu Cadzand-Bad een tennis baan ligt waar ooit de beurtschipper afmeerde en de visser zijn vangst los te. Weer een aantal jaren later werd deze tennisbaan volledig onder het zand bedolven om de bouw van de ho tels 'Noordzee en "De Wielingen' mo gelijk te maken. Gewenste en ongewenste zand- stromingen. De huidige uitwatering bleef dus nog steeds geconcentreerd in de buurt van Cadzand-Bad, terwijl hetzelfde gebied een volledig recreatieve ontwikkeling heeft doorgemaakt van helaas bijna 'Knokke-achtige' allure. Zo stroomt er van tijd tot tijd polderwater langs en over de recreatiestranden van Cad zand-Bad hetgeen toch een wat eigen aardige situatie genoemd kan worden. luist op de plaats van het gemaal, aan het eind van Boulevard de Wielingen en midden tussen hotels en apparte menten, trekt de uitwateringsstroom over de recreatieve stranden. En zoals in het voorgaande is aangegeven, kan deze stroom soms leiden tot flinke ver lagingen van het zand en daarmee tot vermindering van de strandbreedte. Dat is nu niet direct een situatie die men bij een recreatiestrand voor ogen heeft. Deze toestand wordt des te be denkelijker als men weet dat dit water deels bestaat uit effluent van de zuive ringsinstallatie die enkele kilometers "stroomopwaarts" in het kanaal uit mondt. Als geruststelling kan dienen de wetenschap dat het zuiveringspro ces op het Nederlandse deel vanaf 1998 zowel de fosfor als het nitraat (de zogenaamde derde trap) meezui- vert. Keuze voor iets anders. Als we voorgaande problemen combi neren, ligt een betere oplossing eigen lijk voor de hand. Wanneer uitwate ring onder bepaalde voorwaarden ge paard kan gaan met een zekere mate van ontzanding, moet gezocht worden naar een plaats waar dit op de meest effectieve wijze kan plaatsvinden. Uit- wateren langs recreatiestranden is dan aanmerkelijk minder voor de hand lig gend dan spuien via het Zwin. Het af voeren van grote hoeveelheden water door het verzandende Zwingebied kan leiden tot een versterking van het ge bied als getijdegebied. Tevens kan het zoete polderwater, mits van aanvaard bare kwaliteit, leiden tot een milieu type dat overeenkomt met het biotoop van de brakwaterschorren. En juist dit type schorren, essentieel onderdeel van de Westerschelde, is zeer beperkt in aantal. Na een dergelijke keuze gemaakt te hebben, zijn we er echter nog niet; er is nog een fiks aantal onduidelijkhe den op te lossen. Allereerst moeten specialisten onderzoeken of een derge lijke aanpak loont, want de wijzigin gen moeten wel winst opleveren in de vorm van ontzanding. In de tweede plaats moet er, als de oorspronkelijke ontwateringssituatie door het Zwin hersteld wordt, nagedacht worden over o.a. reeds genoemde aspecten als een spuikom en een gemaal. Dit lijken grote ingrepen, maar als men de zaak in verhouding ziet, als men weet dan men eeuwen geleden veel langere kanalen groef om ontzan ding tegen te gaan, dan beseft men dat het in de tijd gezien slechts een relatief kleine ingreep betreft. Tot slot schept de genoemde oplossing mogelijkheden om te komen tot een (nog) verfijnder waterbeheersing met de hiermee sa menhangende optimale peilen. Belangwekkend is ook het onderzoek naar het, onder gelijke kwaliteitsnor men, toevoegen van Belgisch polder water aan het Zwingebied. Dit water werd in het verleden aan het Zwin ont trokken en afgeleid naar het Leopold- kanaal. Het stroomt in wezen tegen de natuurlijke afstroomrichting in. Ook België heeft dus grote voordelen bij herstel van de natuurlijke afstroming naar het Zwin. Tevens helpt het land zo een handje mee aan het bestrijden van de verzanding van ook hun Zwin gebied. Hoe nu verder U voelt wel dat deze voorgestelde plannen een forse ingreep zullen zijn in de huidige situatie. Enkele aanwezi gen op onze jaarlijkse ledenvergade ring, ditmaal in Cadzand, waren daar uitermate duidelijk over. Hun twijfel aan de geboden oplossingen staken ze niet onder stoelen of banken. Deze twijfel werd ruim geïllustreerd met sprekende ervaringen van situaties, die zich tot nu toe hadden voorgedaan. Geen speld tussen te krijgen, lijkt het. En hierin ligt nu juist de rol van het komende onderzoek, namelijk het ver kennen van die omstandigheden, die zich nu juist nog niet hebben voorge daan. Natuurlijk zal gebruik gemaakt worden van de ervaringen tot nu toe, maar er zijn nog meer ervaringen dan die uit Cadzand, en ook op het gebied van de wetenschap heeft men de laat ste decennia enorme vorderingen ge maakt. Kortom: zolang het plan nog in het onderzoeksstadium zit, zal het een grote aanslag blijven doen op ons voorstellingsvermogen. Toch is dit plan, ook voor Nederlandse begrippen, niet anders dan een ver doorgevoerde vorm van 'watermana gement'. En u weet dat dit nu juist de hobby van de kroonprins der Neder landen is. Als hij in deze tak naam wil maken, lijkt een consult op Huis ten Bosch en een uitermate leerzaam werkbezoek ter plaatse (overigens zonder jacht) een goede zaak. Ook al, omdat de toestand van het Zwin onze zuiderburen na aan het hart ligt Een koninklijke lobby voor de uitvoe ring van de plannen ter weerszijden van de grens ligt in het verschiet.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1998 | | pagina 5