schap ontstaat, waar zowel plaats is voor de behoefte van de mensen aan rust en ruimte en plaats voor plant en dier. Gezocht moet worden naar het scheppen van condities die de boer, als eigenaar en beheerder van het lande lijk gebied stimuleert en in staat stelt zijn sleutelrol naar behoren te vervul len. Welke rol de agrarische sector zal spelen is overigens nog lastig te voor spellen gezien de sombere economi sche situatie van met name de akker bouw. Agrarisch natuurbeheer, aanvullend op het werk van de terreinbeherende na tuurbeschermingsorganisaties, ver dient volop aandacht. Landelijk ruimtelijk beleid Er is allereerst een landelijk ruimtelijk beleid nodig dat de ruimtelijke kwali teiten van de Delta onderkent en ont wikkelt en potentiële bedreigingen op afstand houdt. Er wordt al volop geknaagd aan de randen van de Delta (Maasvlakte, West-Brabant, Antwer pen). Zoals in het Groene Hart is het van belang dagrecreatieve mogelijkhe den te bieden langs de rand van de Delta. Zowel in het noorden (Voorne, Hoekse Waard, langs de Brabantse Wal (landschapspark) als met het kre- kengebied langs de grens van Zeeuws Vlaanderen. Het ligt voor de hand dat rust en ruimte van Zeeuws-Vlaanderen een belangrijke dagrecreatieve functie kunnen vervullen voor het Vlaamse verstedelijkte achterland. Deze functie kan versterkt worden door het land schap van het krekengebied grensover schrijdend te versterken en daarin allerhande recreatieve voorzieningen te treffen. Een 'Kust in Kleuren' voor het krekengebied, zoals wethouder Guido van Daele van Sluis- Aardenburg suggereerde, een grens overschrijdende visie op de landschap pelijke versterking van dit gebied, past in deze ruime visie op de Delta. Provinciaal ruimtelijk beleid Vervolgens behoort ook in het ruimte lijk beleid van de provincie Zeeland behoud en ontwikkeling van de ruim telijke kwaliteit centraal te staan. Dat betekent onder meer een forse impuls voor het natuurbeleid, een landschaps- beleid dat zich richt op behoud van de cultuurhistorische waarden zoals in de Zak van Zuid-Beveiand en dat zich richt op landschappelijke ontwikkeling waar dat mogelijk is. Daarnaast beho ren ontwikkelingen die niet in dit beeld passen op afstand gehouden te worden (megavarkensstallen) of op een landschappelijk aanvaardbare wij ze ingepast (glastuinbouw, windmo lens) Natuur Het natuurbeleid richt zich momenteel met name op het realiseren van vol doende ruimte voor de natuur (kwanti teit) in de vorm van de Ecologische Hoofdstructuur. Dit ligt op schema: Zeeland loopt zelfs voorop als het gaat om het begrenzen van het Natuur beleidsplan (NBP) en behoort tot de kopgroep wat betreft het verwerven van gronden. Nog steeds achteruitgang Maar de algemene trend als het gaat om de kwaliteit van de natuur (soor tenrijkdom) is nog steeds negatief. Sinds 1990 is van 49% van de soorten het aantal afgenomen. Daarbij valt op dat de teruggang vooral de zeldzame, kwetsbare soorten raakt, terwijl het met de meer algemene soorten beter gaat. Meeuw, spreeuw en margriet doen het goed, maar roerdomp, velduil, orchi dee en salamander zijn nog niet uit het dal gekropen. Het tempo van achter uitgang neemt weliswaar af, maar toch gaat de achteruitgang nog steeds ver der.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1999 | | pagina 11