Alvorens het kalf verdronken is, graaft men een nieuwe put Vanuit mijn werk als assistent-regio medewerker bij Stichting Landschaps beheer Zeeland ben ik de laatste 2 jaar onder andere bezig met de voorberei ding voor het aanleggen en verbeteren van amfibiebiotopen in West-Zeeuws- Vlaanderen. Ondanks het aanleggen van nieuwe poelen met daarbijbeho rende beplanting zie ik dat er nog steeds oude veedrinkputten gedempt worden. U begrijpt dat me dit aan het hart gaat. Veedrinkputten zijn niet beschermd. Aan de ene kant is dat maar goed ook. Ik kan me nog herinneren dat er 20 jaar geleden een verbod dreigde te ko men op het scheuren van weilanden: er zijn nooit meer hectares weiland verd wenen dan juist in dat jaar. Voor vee drinkputten zou zo'n regel uit cultuur historisch oogpunt en qua natuurwaar den een groot verlies voor de streek zijn. Ik poog er dan ook maar mee te leren leven dat zo nu en dan een veedrink put gedempt wordt, en probeer niet boos of rancuneus te worden jegens de desbetreffende eigenaar. Verbazing Het verbaasde me dat ik op een gege ven moment een telefoontje kreeg van een boer met de mededeling dat hij zijn veedrinkput ging dempen. Ik was met stomheid geslagen. Zonder me te realiseren dat deze boer alvorens deze beslissing te nemen en mij te bellen erover had nagedacht, stelde ik mijn standaardvragen: is dit wel nodig, kan het niet anders. Nee, het kon niet anders. Want ook een boer kan gebon den zijn aan regels en een efficiënte bedrijfsvoering prevaleert vaak boven natuur- of cultuurhistorische waarden. Een nieuwe aardappelloods Het werd me al snel duidelijk dat op de plaats van de veedrinkput een aard appelloods moest verschijnen en wel voor de aardappeloogst van dit najaar. Uit het oogpunt van de natuurwaarde kun je eigenlijk geen ongelukkiger moment dan de maand juni bedenken om zo'n put te dempen: amfibieën hebben zich net voortgeplant en de jonge larven bevinden zich in een zeer kwetsbaar stadium. Bij mijn eerste bezoek en inventarisatie aan amfibieën was het al snel duidelijk dat deze put vol zat met salamanders, kikkers en andere waterorganismen. Dit was ove rigens bij de eigenaar bekend. Meedenken doet wonderen Het is natuurlijk mogelijk om de wet toe te passen en te zeggen dat in het kader van de natuurbeschermingswet amfibieën niet verstoord of gevangen mogen worden en de werken opge schort zouden moeten worden. Maar daarvoor had de betreffende boer mij natuurlijk niet gebeld. In het belang van alle partijen is gezocht naar een oplossing om zoveel mogelijk amfi bieën en andere levende wezens van de verstikkingsdood te redden. En wel op zeer korte termijn! Met de eigenaar werden alle mogelijk heden op een rij gezet en afspraken gemaakt omtrent hulp bij het redden van de levende dieren in de put. Omdat de eigenaar er de voorkeur aan gaf de dieren op zijn erf te houden, werd eerst een nieuwe poel gegraven, vervolgens werd het water uit de vee drinkput overgepompt en gelijktijdig werden alle salamanders en larven ge vangen met behulp van speciale amfi- bielnfuiken en schepnetjes en voor en kele dagen opgevangen in plastic ton nen en diverse aquaria. Salamanderleer Dat er veel salamanders in de bestaan de put zaten, was ons al op voorhand duidelijk. Bij veel denk ik aan zo'n 50 a 75 stuks maar dat uiteindelijk 200 volwassen salamanders tevoorschijn kwamen waarvan maar liefst 165 kam- salamanders en 35 kleine watersala manders overtrof alle verwachtingen. Het was niet mogelijk om ook alle lar ven nog eens te tellen. Alle salaman ders zijn door een collega met hulp van buren gesext wat weer aardig is voor de statistieken. Nieuwe toekomst Nadat er wat modder en een aantal waterplanten overgebracht waren naar de nieuwe poel werd een aantal dagen gewacht zodat de zanddeeltjes naar de bodem konden zakken en niet via de uitwendige kiewen van de larven scha de aan dit nieuw leven zouden kunnen aanrichten. Zoals het er nu naar uitziet, lijkt het een zeer geslaagde actie te zijn ge weest en de praktijk laat weer eens zien waar boer en natuurbeschermer met begrip en respect voor elkaar en voor het gezamelijk belang elkaar kunnen vinden. Theo Aernoudts. juli 1999.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1999 | | pagina 8