Vleermuizen Soms zie je in de avondschemering op eens een schim voorbij schieten. Wat was dat? Je kijkt om je heen en als je geluk hebt, ontdek je hem nog tussen de bomen tegen de open hemel of on der een straatlantaarn. Zijn vlucht is zo snel en grillig dat je ogen hem nau welijks kunnen volgen. Even plotseling als hij gekomen was, is hij ook weer verdwenen. Was dat nou een vleer muis? Waar kwam die zo plotseling vandaan en waar gaat ze naar toe? Hoe leven deze dieren eigenlijk? Wat zijn vleermuizen? Vleermuizen zijn geen vogels en het zijn ook geen muizen. Ze vormen een aparte groep zoogdieren, de enige zoogdieren die echt kunnen vliegen. Dat vliegen doen ze met hun handen. Ze hebben hele lange vingers met een dunne (vlieg)huid ertussen, die bij de meeste soorten via hun achterpoten doorloopt tot aan het puntje van de staart. Deze vleugel kan als een para plu in- en uitgevouwen worden. Al leen de duimen en de voeten steken buiten de vlieghuid uit. Door hun spe ciale bouw kunnen vleermuizen niet graven en zijn ze op boomholtes, ge bouwen, grotten, e.d. aangewezen. Doordat ze een gemakkelijk beweeg baar skelet hebben, kunnen ze door zeer nauwe kieren (tot 1 cm) kruipen. In Europa leven 29 soorten vleermui zen. Daarvan zijn er 21 in Nederland gevonden. Wij denken dat er bijna een miljoen vleermuizen in Nederland le ven. Ze leven zo verborgen dat wij meestal niet meer van ze zien dan een schim in de schemering. Alle Europe- se vleermuizen eten grote hoeveelhe den insecten (waaronder vele schade lijke) en leveren daarmee een belang rijke bijdrage aan het biologisch even wicht. Twee vleermuissoorten komen vrijwel overal in Nederland voor: de dwerg vleermuis en de laatvlieger. De dwerg vleermuis is zo klein dat hij met opge vouwen vleugels in een lucifersdoosje past. De laatvlieger is ongeveer twee keer zo groot, met uitgespreide vleu gels zo'n 40 centimeter. Onderzoek naar echolocatie, voort- Watervleermuis planting en winterslaap van vleermui zen heeft een belangrijke bijdrage ge leverd aan het ontrafelen van het mys terie van de vleermuis. Speuren naar vleermuizen Vleermuizen zijn altijd mysterieuze dieren geweest. Door hun verborgen levenswijze wisten we weinig van hen af en onbekend maakt onbemind. Dankzij de moderne elektronica zijn we de laatste jaren echter veel over hen te weten gekomen. Het onderzoek naar het gedrag van vleermuizen is pas goed op gang gekomen nadat in 1980 de vleermuisdetector op de markt kwam. Dit elektronische apparaatje, ter grootte van een walkman, vangt hoge geluiden op en maakt deze voor mensen hoorbaar. Iedere soort vleer muis heeft zijn eigen geluid en zo kun nen we de verschillende soorten uiteen houden. Luid roepende vleermuizen zijn met zo'n apparaatje al vanaf 150 meter te horen, soorten die een zacht geluid maken pas op 0,5 meter af stand. Dankzij de vleermuisdetector weten we nu bijvoorbeeld waar en hoe de verschillende soorten jagen. Daar naast kun je met een detector verblijf plaatsen van vleermuizen opsporen. Hierdoor is het nu ook mogelijk ge- Foto: Zomer Bruijn worden om aantalsontwikkelingen van vleermuizen te volgen. Hoe leven vleermuizen? Aan het einde van de nacht zoeken vleermuizen hun verblijfplaats op. Overdag slapen ze hangend op hun kop of weggekropen op plekken waar ze moeilijk te bereiken zijn voor hun vijanden. Het gaat hier om grotten, rotsspleten of boomholtes, maar ook delen van gebouwen. Sommige zitten alleen of in kleine groepjes, andere vormen enorme kolonies. Er wordt regelmatig verhuisd. Alle vleermuizen gaan pas in de schemering op zoek naar voedsel. In Nederland gebruiken vleermuizen twee typen verblijfplaatsen. In de zo mer zitten ze op warme, droge, donke re plekken, bijvoorbeeld in een spouw muur, onder dakpannen van een mo dern gebouw of in een boomholte. Slechts een enkele soort hangt op zol ders van oude gebouwen. Vanaf half mei kruipen de vrouwtjes hier bij elkaar om er in juni één jong te krij gen. Vlak na de geboorte vliegt het jong op de buik van de moeder mee, later blijft het achter in de kraamkamer en wordt daar vier weken meerdere malen per nacht gezoogd. Koude of 8

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2000 | | pagina 8