*e
Meidoornhagen en knotbomen
het onderhoud omstreeks 1930 in het land van Cadzand
Sjaak Herman
Al jaren vlaste Sjaak Herman op een
gelegenheid om een oude landarbei
der te vragen hoe het onderhoud
aan meidoornhagen en knotbomen
vroeger gedaan werd. Onlangs
kreeg hij die kans en dat leverde
interessante gegevens op!
opbod verkocht aan timmerlui,
wagen-, meubel- en molenma
kers. Een voorbeeld van een ele
ment dat alleen maar functioneel
was, waren de meidoornhagen:
het afkomend hout speelde daar
bij een ondergeschikte rol. De
Faes uit Aardenburg, waarvan de
man jarenlang landarbeider bij
'Tjiw de Brune' in de Inderikse-
polder onder Oostburg geweest
was en die - aldus het artikel -
veel meidoornhagen gesnoeid
had. De Brune had - zoals gebrui
kelijk in die tijd - van zijn areaal
land ca. 1/6 deel aan weiland in
gebruik: o.a. rond het erf, langs
de Reep en op de Marolleput in
de Craenepolder. Dit was een
unieke kans om er meer van te
weten te komen: Gerard van de
Velde uit Zuidzande gebeid -
want die weet zowat alles over
de oude landarbeiders en hun
werk op het eiland van Cadzand
en hem gevraagd of hij de echte
lieden kende: het bleken zijn
ouders te zijn! Op 15 maart werd
door Gerard een bezoek voorbe
reid; het werd een aangenaam
en leerzaam gesprek.
Meidoornhagen
In West-Zeeuws-Vlaanderen wer
den meidoornhagen elke 5 jaar
afgezet tot op een hoogte van
ca. 1.00 m.; dit in tegenstelling
tot b.v. op Zuid - Beveland, waar
men ze volgens zeggen liet uit
groeien, hetgeen ik toch wel
betwijfel, aangezien dan de tak
ken onderin afsterven waardoor
openingen ontstaan.
De meeste landschapselementen
hebben regelmatig onderhoud
nodig, wil men ze in goede staat
houden, of ze nu functioneel zijn
of niet. Tot kort na de tweede
wereldoorlog waren landschaps
elementen nog zowel functioneel
als economisch van belang, d.w.z.
dat ze een onderdeel vormden
van de bedrijfsvoering op b.v.
boerderijen.
Olmen
Een goed voorbeeld hiervan
waren Olmenbomen; tot de tijd
dat ze kaprijp waren, dienden
deze als windschut voor de
gebouwen, om daarna verwerkt
te worden tot werktuigen en
gereedschappen. Bij voldoende
aanbod werden de bomen bij
hagen dienden, in de tijd dat het
prikkeldraad nog niet uitgevon
den was (in Amerika omstreeks
1850), als veekering en ze boden
een perfecte beschutting tegen
wind, regen en zon. Wilden deze
natuurlijke keringen hun taak
goed vervullen, dan moesten ze
regelmatig onderhouden wor
den. Hoe dit omstreeks 1930
gedaan werd, kun je alleen nog
maar te weten komen door het
zeer oude landarbeiders te vra
gen, maar die zijn met een lan
taarntje te zoeken!
Diamanten echtpaar
Al jaren vlaste ik op een gelegen
heid, en zie: op 2-2-2000 las ik in
de PZC een artikel over het dia
manten echtpaar Van de Velde-
Hier in de streek werden de
hagen op het erf twee maal per
jaar gesnoeid, waarschijnlijk uit
netheidsoverwegingen. Ondanks
het regelmatige onderhoud ont
stonden er toch nog wel gaten in
de hagen en die werden dan als
volgt gedicht: stammetjes van 2-3
cm. dik werden aan de kant van
het gat in de heg met een kap
mes - het enige gereedschap dat
voor het snoeien gebruikt werd -
vlak boven de grond van een
holle inkeping voorzien. Hierdoor
was het mogelijk de stammetjes
te buigen zonder ze te breken.
Vervolgens werden ze naar
elkaar toegebogen, en met wil
getenen (widouw wissen) en
later met persdraad, vastgezet en
met snoeihout verder opgevuld.
Om minder last van scherpe
doorns te hebben, werden spe-
18 't duumpje herfst/winter 213 '00