van de reputatie van de stad, zodat in het ergste geval stede lingen maar liever uitweken naar een schonere, naburige stad (de concurrent!). Dit is geen wijsheid achteraf, van op grote afstand in de tijd. Ook de middeleeuwse stadsbesturen zagen de noodzaak in om maat regelen te nemen die het leefmi lieu beschermden. Zeker naarma te het aantal inwoners groeide en de activiteiten van industrie, ambacht en handel toenamen. Vooral in de grotere steden ont stonden dan ook langzaam maar zeker voorschriften en regels en werden steeds meer maatregelen genomen om de ergste milieu- overlast en -hinder te beperken of te voorkomen. Vervuiling van de straten en vervoersverboden Ook de grootste steden in mid deleeuws West-Zeeuws- Vlaanderen zullen dergelijke maatregelen gekend hebben. Er waren hier immers nogal wat tamelijk grote steden: Biervliet, IJzendijke, Oostburg, Aarden burg, Sluis en St. Anna ter Muiden waren stuk voor stuk bloeiende steden, vooral in de 13de en de 14ae eeuw. Ze waren ook redelijk fors wat bevolkings aantallen en omvang betreft. Aardenburg Van Aardenburg is in deze tijd het meeste bekend, hoofdzake lijk door de opgravingen die er in de laatste tientallen jaren heb ben plaatsgehad en de goede overlevering van haar archief. Met name in het zogenaamde 'Boek met de Knoop', één van de grootste historische kostbaarhe den van onze streek, staan behoorlijk wat maatregelen ter bescherming van het stedelijk leefmilieu. Het stadsboek (genoemd naar een koord van gedraaid perkament waarmee het kon worden dichtgeknoopt) kwam tot stand gedurende de 14e-16e eeuw. Ik beperk mij hier tot de 14e eeuw, om preciezer te zijn de eerste helft daarvan. Een kort woordje over Aarden burg in deze tijd kan geen kwaad. Aardenburg was in de afgelopen twee-tweeëneenhalve eeuw uitgegroeid van een klein landbouwdorpje tot een voorna me Vlaamse havenstad. In de eer ste decennia van de 14de eeuw was de stad op het toppunt van haar bloei met - kort geschetst - 5000 inwoners, een groot, gesloten stadsoppervlak omringd door een machtig verdedigings stelsel van wallen en grachten, grote openbare gebouwen en kerken, een levendige handel, verschillende drukke markten, tal van goed lopende bedrijfstakken, gilden, ambtelijke en literaire schrijvers, juristen en geestelij ken. Kortom: een dynamische stad. In die stad kondigde het stadsbe stuur een reeks voorschriften af die moesten bijdragen aan een 5 schellingen, dus 20 keer zoveel betalen. De eerste handeling kan nog per ongeluk of uit slordig heid gebeuren. Maar de tweede vindt altijd met opzet plaats. Vandaar het grote verschil in bestraffing. Even hoog is de boete voor iemand die met zijn wagen onzorgvuldig aarde en mest vervoert. Knoeiende en morsende vervoerders, die zo de straten vervuilden, moeten ook 5 schellingen betalen. Dieren kunnen natuurlijk ook voor behoorlijk wat overlast zor gen. Wie van mei tot en met augustus een zwijn of varken in de stad bracht, werd dan ook veroordeeld tot 5 schellingen. Voor een schaap wordt bij dezelf de overtreding minder gerekend, schone, gezonde stad. Ze staan soms gegroepeerd, maar meestal her en der verspreid (soms zelfs dubbel) in het 14de eeuwse rechtsboek. Het is de moeite waard op een aantal wat nader in te gaan. Er zijn verschillende voorschriften tegen de vervuiling van straten. Zo is er het verbod om de was (schoon of vuil, dat is om het even) langer dan drie dagen op straat te laten liggen. Wie dat wel doet, wordt beboet met 4 penningen*. Fijntjes wordt er nog aan toegevoegd: net zo lang tot men het begrijpt. Iemand die viezigheid op straat gooit, moet 12 penningen, dat is 5 keer min der. Dit verbod wil niet zeggen dat er geen varkens en schapen waren of dat ze uit de stad moes ten verdwijnen. Er mochten er in die maanden alleen niet meer bijkomen. Waarschijnlijk werd de maatregel genomen om de hoe veelheid mest en de stank niet te vergroten. Het laatste woog erg zwaar. Van bacillen, virussen en microben had men toentertijd nog geen flauw idee en men dacht dat kwalijke dampen zelf een bron van ziekten waren. Een zwijn, zo dacht men, stonk meer en was dus een groter ziekteverwekker, vandaar de hogere boete. En wat betreft de periode, mei tot en 11 't duumpje herfst/winter 213 '00

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2000 | | pagina 9