lleinbloemige salie: na een halve eeuw terug in Nederland Awie de Zwart In het vorige Duumpje vertelde Awie over een onverwachte ontmoeting met een zeldzaam varen. Ook ditmaal kwam hij op zijn weg een minder bekend plantje tegen. Op 13 mei 2000 vindt de auteur een onbekende salie op een dijk je nabij Hoofdplaat. Tussen de hoge grashalmen trekken enkele stengels met paarse bloeikransen de aandacht. Ik bekijk de plant en verslijt hem in eerste instantie voor Veldsalie. De lipbloemen zijn echter, om met wasmiddel te spreken, significant kleiner en zijn geen van alle open. Ook het blad wijkt af. Dit is aan het rozet duidelijk ingesneden. Alle reden om de flora uit de tas te halen voor een juist oordeel. Lopend door de determinatietabel valt de ene na de andere salie af en uiteindelijk kom ik uit bij Kleinbloemige salie. Meteen zie ik naast de naam een klein kadertje met daarin vermeld: "Rode Lijst 0". Een uitgestorven soort! Voor het laatst in Nederland gevonden in 1948! Ondanks de hitte glijdt er een koude rilling over mijn rug. Zo vaak gebeurt het immers niet dat een verdwenen plant je pad kruist. De volgende dag bel ik mijn col lega Chiel Jacobusse* op kantoor. Met een kleine slag om de arm vertel ik over de vondst. Hij reageert enthousiast en rnaakt meteen een afspraak om te komen kijken. Twee dagen later staan we om half zeven 's avonds op de bewuste plek. De plant wordt bekeken, besnuffeld en betast. Met een loep doorlopen we de miniscule kenmerken en al snel is het duidelijk, we hebben inderdaad van doen met de Kleinbloemige salie. Chiel is eufo risch en spreekt nog louter in superlatieven. Met de GSM wordt Eddy Weeda in Zwolle vanach ter zijn toetje gerukt en deelge noot gemaakt van de vondst. Twee weken later bevind ik mij met drie notabelen uit de plan tenwereld (Chiel Jacobusse, Eddy Weeda en Wim van Wijngaarden) wederom in Hoofdplaat om de terugkeer van de Kleinbloemige salie in Nederland te vieren. Historie. In 1945 is de bekende Nederlande plantenkenner David de Gorter de eerste die de Kleinbloemige salie in Nederland (nabij Ulenpas in het oosten van het land) aantreft. Eind achttien de eeuw is de soort voor het eerst in Zeeland gevonden in de duinen van Walcheren. De plant werd opgeduikeld en beschreven door de Zwitserse botanicus A.P. de Candolle."Sa/wa Verbenaca, dans les Vallons un peu boisé des dunes de l'lsle de Walcheren' Hij ontdekte de soort tijdens zijn botanische reis door de duinen langs de Noordzee, die destijds onder Frans bestuur vielen. Vervolgens is de vondst weer in de vergetelheid geraakt en pas eind 19e eeuw was het W.F. van Eeden die zich voor de Flora Batava opnieuw in de geschriften van De Candolle verdiepte. Via jonkheer J.C.M. de Jonge van Ellemeet werden in 1878 diverse beoefenaars van de botanie benaderd om te speuren naar de Kleinbloemige salie op Walche ren. Een jaar later werd de soort door A. Walraven teruggevonden in de duinen bij Westkapelle. Nadien is de soort nooit een algemene verschijning geworden. Buiten een beperkt aantal groei plaatsen op Walcheren zijn alleen op enkele rivierdijken in het oos ten van het land enkele exempla ren gevonden. In 1948 werd het laatste exemplaar bij Warnsveld verzameld. Toch is de soort in 1981 vermoe delijk nog éénmaal opgedoken. En wel op minder dan tien meter van de huidige groeiplek. Tijdens inventarisaties voor de provincie werd hier een exemplaar Veldsalie aangetroffen. Met de huidige kennis voorhanden is het vermoeden erg sterk dat het hier een verkeerde determinatie van Kleinbloemige salie betreft. De vondsten in Nederland bevin den zich in de marge van het natuurlijk verspreidingsgebied waarvan het zwaartepunt meer zuidelijk in Europa ligt. Zijn groeiplaatsen zijn meestal kalkrij- ke open ruderale ruigten: bioto pen die doorgaans van tijdelijke aard zijn. Het is daarom boeiend te volgen hoe lang de plant zich weet te handhaven op deze nieu we groeiplaats. Awie de Zwart, januari 2001 Chiel Jacobusse is hoofd externe betrekkingen bij Het Zeeuwse Landschap. **Eddy Weeda is o.a. auteur van het standaardwerk "Oecologische Flora van Nederland" Literatuur: Mennema, J., 1980. Atlas van de Nederlandse flora 1Kosmos, Amsterdam Meijden, van der R., 1996. Heukels' flora van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen Weeda, E.J., 1988. Nederlandse oecologi sche flora 3. IVN, Amsterdam 75 'f duumpje winter 4/'01

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2001 | | pagina 13