Integraal Kustzonebeheer *1, s'ef De ge J Marten Postma ;nte Oostburg heeft een ontwerpbureau een opdracht gege ven om een samenhangend plan te maken over alle dingen die zij graag in de toekomst langs de West-Zeeuwsch-VIaamse kust ziet gebeuren. Het volgende stadium na Kust-in-Kleuren en de recreatienota in de Grote Plannenmakerij. Het Duumpje schreef natuurlijk iets terug. In grote lijnen wil de gemeente bij elkaar steken wat bij elkaar hoort: de recreatie bij elkaar, de natuur bij elkaar en de parkeer plaatsen bij elkaar. Dan speelt ook de vernieuwing van de zee wering een rol in het plan, immers, aan die zeewering moet in verband met dreigende zee spiegelrijzing, met verdiepings- problematiek van de Schelde en in verband met natuurontwikke ling weer aandacht worden besteed. Waar dat allemaal kan samengaan zijn dat natuurlijk kansen om te benutten. Daarnaast is er een - voorlopig vaag - voorstel om een 'kustma- nagement' in te richten: een instantie die de grote lijnen van de ontwikkelingen aan de kust in de gaten moet gaan houden. We kunnen als natuurbescher mingsvereniging daar wel wat voor voelen, sterker nog, we von den dat als de gemeente dan op dit spoor inzet, dat ze dan ook de consequenties nog iets scher per mocht stellen. Iets anders in het plan dat ons aanspreekt is het respect voor 'bestaande' natuur. (Er is nogal een verschil tegenwoordig tussen 'bestaande' natuur en 'aan te leggen' natuur.) Het is niet alleen econo misch gezond om dit als uit gangspunt te nemen voor verde re inrichting, maar ook goed om een ai te grote menselijke arro gantie ten opzichte van die natuur te dempen. Daarbij kan dit uitgangspunt leiden tot een efficiënt gebruik van de grond voor de verbreding van de kust zone naar de landzijde. De aan wezigheid van inlagen en karre- velden is immers een goed begin om waterberging, zeewering en natuurontwikkeling te combine ren. Plan Tureluur is daar een mooi voorbeeld van. Wél vinden we dat die natuur niet altijd een zogenaamde 'kwalitatieve meer waarde voor het toeristisch pro duct' hoeft op te leveren. Natuur mag best gewoon om zichzelf bestaan. Zoals gezegd; er zijn een paar dingen die de gemeen te nog iets scherper, iets conse quenter mocht stellen. We geven enkele voorbeelden. Natte ontwikkeling 'Natte' ontwikkeling is een van zelfsprekende zaak in laaggele gen gebieden. Deze gebieden kunnen met relatief gemak wor den aangewezen voor de gecom bineerde functies van waterber ging en natuurontwikkeling. En zo begrijpen wij niet waarom een aantal juist tamelijk hoog gelegen gebieden als natte gebieden zijn ingetekend. Een snelle blik op een kaart zal een paar andere stukken land aanwij zen dat deze natte functie wel (en tegen aanzienlijk minder moeite en kosten) kunnen vervul len. Laat de inrichting van het kustgebied dan deze natuurlijke aanwijzing volgen. Het is immers niet zo dat wat enige eeuwen geleden een watergang - respec tievelijk een eiland - was, dat heden ten dage nog zou zijn. Op andere plekken (Walcheren met name) is zoals bekend inmiddels een complete inversie van de oorspronkelijke situatie ontstaan en ook bij ons zijn de nieuwere polders dikwijls hoger gelegen dan het oudere land. Moed vereist De scheiding tussen drukke en rustige delen van de kustzone vereist moed. In zeker opzicht lijkt de moed te ontbreken om die scheiding écht door te voe ren. Wij zouden wel willen dat die rustige stukken dan ook echt rustig werden: het gebied rond het Zwin, met name rond de Kievittepolder, de Groedse Duintjes, het Voorland van Nummer Eén. Waarom een ont- haalparking in het eerste geval, waarom geen woord over een eventuele verplaatsing van de horecagelegenheden in het tweede, waarom een aanleg plaats voor de 'pierhopper' in het derde. Wat hier aan de ene kant in een zekere richting wordt ingezet, worden tenietgedaan door aan de andere kant iets anders te doen, ofwel door het nalaten van het trekken van de laatste consequentie. Scheiding druk/rustig De scheiding tussen drukke en rustige delen van de kustzone stelt voorwaarden aan het ont wikkelen van nieuwe projecten. Wij snappen niet waarom je aan de ene kant zou spreken van een 'natuurlijk en rustig Hoofdplaat', en aan de andere kant bebou wing zou tekenen in de omge ving van Slijkplaat en Nummer Eén. Ook de aloude landgoede- renconstructie, die weer opduikt in de vorm van 'Kreeklandgoe deren' is merkwaardig, 't Duumpje is geen voorstander van de verdere bebouwing van juist die plekken van het platte land, die momenteel tot de laat ste nog enigszins vergeten en waarlijk rustige behoren. Wij zouden liever zien dat in het West-Zeeuws-Vlaamse platteland duidelijke en gerespecteerde grenzen tussen die drukke en rustige delen een deel van de kaart gaan uitmaken. Nu maar hopen dat alles goed komt. Zolang we maar in gesprek kunnen blijven voordat de bull dozers komen, is er echter nog van alles mogelijk. Per slot gaat de toekomst van onze streek ons allemaal ter harte. Wij zullen een beetje blijven letten op alles wat leeft en bloeit. 16 't duumpje winter 4/'01

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2001 | | pagina 14