De marilandicapopulier: een romanticus onder de populieren Awie de Zwart Het zijn relicten uit een vervlogen tijd. Majestueuze strijdbare populie ren op leeftijd, in erf- en laanbe planting of als solitair. Onopvallende monumenten in het landschap. Ze ogen robuust en krachtig maar ook uiterst verfijnd en vaak scheef gegroeid door de wind: de Marilandica populier. Dit artikel verhaalt over een aantal fraaie restanten in onze streek. De Marilandica populier is een karakteristieke boom in onze streek. Hij vertoeft graag in de open polders langs de kust. De latijnse naam "Marilandica" land aan de zee) is in deze een duidelijke verwijzing. In vroeger tijden was de Marilandicapopulier een algeme ne verschijning. Op vele boeren erven kon men ze aantreffen, alleen of gegroepeerd. Ze waren sterk en goed bestand tegen de zeewind die in de vaak open pol ders ongehinderd vrij spel had. Naast de vele opgaande aanplant werd ook een zeer groot deel op jonge leeftijd ontdaan van de kroon waarna een verder leven volgde als knotpopulier. Canada. Tijdens en na de 2e wereldoorlog zijn ze op grote schaal gekapt, gerooid en vervolgens vervangen door Canadese cultivars. Speciaal gekweekt voor een snelle pro ductie moesten zij de traagheid van hun voorvaderen doen ver geten. Echter nu de Canadezen massaal kaprijp zijn, blijkt het hout nauwelijks nog van waarde. Op de markt heeft het aanbod de tanende vraag al vele malen voorbijgestreefd. Toch loont het in de meeste gevallen niet de moeite om de Canadezen te laten staan. Immers, de meeste bomen halen vaak zwaar geha vend de eindstreep. Door de geforceerde groeistuipen zijn deze moderne houtvormers broos van botten. Al bij een geringe bries bestaat de kans dat er takken uitbreken, terwijl na een echte storm een waar slag veld achterblijft. Problemen die de Marilandica beduidend min der treffen. Zijn trage groei staat garant voor stevig hout. Éénzaam. De Marilandicapopulier komt het best tot zijn recht in het herfst- en winterseizoen. Als de blade ren zijn gevallen en het land schap door de geringe invloed van de zon is vereenvoudigd tot een tafereel van grijstinten. Een éénzame boer onttrekt met zijn ploeg hectares bewijslast van het afgelopen seizoen aan het oog. Als opgepoetst ijzer liggen de ploegsnedes rug aan rug en vor men een fraai patroon van aan elkaar genaaide lappen die als een deken over de polder liggen uitgespreid. In dit rustig en verla ten landschap kaderen we de Marilandicapopulier. Kathedraal. In West-Zeeuws-Vlaanderen vin den we de fraaiste restanten zon der twijfel langs de Damse vaart bij Sluis waar ze aan beide zijden van het kanaal staan. Ter hoogte van de Stenen Beer geeft het uit zicht een prachtig sfeerbeeld. Oude doorleefde Marilandica- populieren die éénsgezind over het water leunen. Slechts in de verte wordt de idylle doorkruist door een lage betonnen over brugging van de vaart. Een beeld Marilandica's langs de Sluisse vaart dat doet denken aan het schilde rij "De bocht in het kanaal" van de Belgische schilder Victor Gilsoul. Hij legde deze plek, tij dens zijn verblijf in 1908, vast in olieverf. Dunne, hoog opgesnoei- de en scheefgewaaide bomen weerspiegeld in het gladde water van de vaart. In de schaduw van het gebladerte trekt een koeien- wachter met zijn kudde voort. Nu is het winter, de takken zijn kaal. Tegen het grauwe zwerk tekent de structuur van de bomen sfeervol af. Een zware robuuste stam die zich als een kathedraal vanuit de voormalige zeebodem omhoog werkt. Takken als gotische bogen vor men de gewelven van de kroon. In de fijnere top vertakken de twijgen in een verspringend ritme van boogscheuten die doen denken aan een school dolfijnen die beurtelings voor de boeg van een schip uit het water springen. Dit complexe samenspel dat zich met het verstrijken van de tijd steeds verder verfijnt, leidt tot zijn zeer herkenbare en karakte ristieke vorm. Een vorm die beel den oproept van de sprookjes achtige tekeningen van Anton Pieck of die je gedachten doen afdwalen naar de in nevels gehulde verlaten heuvels rondom slot Bommelstein met oude kron kelige en knoestige bomen waar tussen heer Bommel met zijn jonge vriend Tom Poes een 10 't duumpje winter 4I'01

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2001 | | pagina 8