1 1 980/81 9 47 95 640 4580 ai^%n nog eens dan? 19 1984/85 19 1 1800 48 >/80 18 820 250 13 50 3600 1989/90 1990/91 1991/9/ 1992/9/ 1 14! 1994/9 1995/ 1997 u 8U y qst/82> nQ o A o •vAA //U V 2< Henk Castelijn's en Jaap Poortvliet Velen van u die lezen over die vogeltellers zullen denken: wat heb ben ze daar nu aan. Aan al die getallen. Henk Castelijns en Jaap Poortvliet vertellen u er meer over. In het bijzonder over de getelde toendra-rietganzen. ABC Sinds 1977 (HC) en 1981 (JP) besteden we een flink deel van onze vrije tijd aan het waarne men van vogels. We doen dat vooral in Midden-Zeeuws- Vlaanderen, het gebied waar we wonen. Veel waarnemingen van gewone soorten zijn niet verder gekomen dan ons eigen archief. Dat komt onder andere omdat we onze handen alleen al vol hadden aan het bijhouden daar van. Sinds we de beschikking hebben over een computer, worden alle O fi O waarnemingen opgeslagen in een database. Selecteren en ver werken van gegevens wordt dan een stuk eenvoudiger. En als je dan op een avond voor je com puter zit en de waarnemingen van een bepaalde soort over het scherm laat rollen, denk je al snel daar kunnen we eigenlijk best efens een aardig artikeltje over OUD een bepaalde selectie van gege vens omvormen tot een bestand wat je weer vlot in een reken blad, in ons geval Excel, kunt bin nenhalen. En dan is de stap naar tabellen en grafieken vlug gemaakt. De basis voor een arti keltje ligt er dan. Nog wat ver klarende tekst erbij en ook ande ren kunnen er kennis van nemen. Vanaf heden zullen wij met enige regelmaat (welke, dat houden we voor ons) waarnemingen uit ons archief halen, bewerken en publiceren. Omdat Midden- Zeeuws-Vlaanderen zowel tot de invloedssfeer van 't Duumpje als van de Steltkluut gerekend kan worden, zal dat in beide tijd schriften gebeuren. Toendrarietganzen over en in Midden-Zeeuws-Vlaan- deren. Over soorten en ondersoorten van rietganzen is al heel wat gebakkeleid. Hoe het nou precies zit, is wat ons betreft nog steeds niet helemaal duidelijk. Hoe dan ook, omdat tegenwoordig de Taigarietgans (Anser serrirostris) en de Toendrarietgans (Anser fabalis) als aparte soorten beschouwd worden, doen wij dat Winter okt nov dec jan feb 1980/81 - 47 640 280 1981/82 95 95 4580 3000 1982/83 1 610 7 340 1983/84 45 368 '150 220 1984/85 1 4 153 1800 48 1985/86 28 18 820 1747 430 1986/87 90 250 3600 45 1987/88 230 30 49 305 - 1988/89 34 45 600 200 - 1989/90 13 60 270 65 1990/91 1 350 540 350 1991/92 110 450 205 1992/93 - 30 145 370 43 1993/94 6 145 180 3 - 1994/95 - 44 85 - 1995/96 25 54 59 - 1996/97 - 125 80 - 1997/98 5 105 95 - 1998/99 1 2 1250 1300 6 1999/00 - 6 70 - 2000/01 1 1360 1450 107 Tatigj 1: Toendrarietganzen in Midden Zeeuws-Vlaanderi in de periode 1980-2001. Slaaptrektellingen en dagtellir gen zijn gecombineerd. Zie tekst. en komt omdat als een soort noordelijk.broedt en aankomt in een potentieel overwinteringsge- bied, dat al door zuidelijke broedvogels is bezet. Vandaar dat de Taiga's vooral in het zui den van Scandinavië en Toendra's in West-Europa en Duitsland overwinteren. De plaats waar Toendra's de win ter doorbrengen, laten ze afhan gen van het weer. Hoe kouder en sneeuwrijker het in het oosten is, ook maar. Al was het maar omdes te friëer ze naar het westen sre soortenlijst te heb- We slaan de vogelwaarnemingen op in het door Roland Vannieuwenhuyze uit Loppem (België) geschreven programma 'Vogels'. Het invoeren van de waarnemingen ging altijd al vlot en raadplegen was ook geen pro bleem, maar het verwerken van de gegevens was tot nu toe nogal omslachtig. Met de nieuw ste versie van het programma is dat niet meer het geval. Je kan De naam geeft al aan in wat voor soort gebieden beide soorten broeden. De Taigarietgans in de taiga van Fenno-Scandinavië en aangrenzend West-Rusland en de Toendrarietgans ten noorden en ten oosten daarvan. In de over- winteringsgebieden zijn de rollen juist omgedraaid: de noordelijkst broedende soort overwintert het zuidelijkst. Dat zie je wel vaker trekken. Zuidelijker dan Zeeuws- Vlaanderen en het aangrenzende Vlaanderen komen ze hoogst zel den. De Toendrarietganzen die in Midden-Zeeuws-Vlaanderen en aangrenzend Oost-Vlaanderen foerageren, overnachten op de Hoge Platen. De andere ganzen- soorten die in Midden-Zeeuws- Vlaanderen foerageren (het gaat hier om 2.000-6.000 Kolganzen en 500-1.500 Grauwe Ganzen), 10 't duumpje lente/zomer 1/'01

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2001 | | pagina 10