Het Vienkenist De plantenwerkgroep van't Duumpje heeft deze winter een programma gemaakt, waarin o.a. het Vienkenist met een bezoek vereerd zal worden met de bedoeling een aantal planten aan de hand van een flora te deter mineren, waarbij dan ook gekeken werd naar de omstandigheden (droog, vochtig, nat, grondsoort enz.), want deze zijn mede bepalend of er een plant zich spontaan kan vestigen. Een bezoek aan een terrein is niet compleet zonder dat men weet hoe en waarom dit ontstaan en ingericht is, en hoe het beheerd wordt. Wel, om maar bij het ontstaan van de polder, waarin het Vienkenist ligt, te beginnen. De polder, Zwinpolder genaamd, is in 1864 ingedijkt als de één na laatste van een hele reeks van inpolderingen van het eeuwen oude Zwin dat ooit tot Brugge reikte; de polder is dus helemaal nog niet zo oud. Voordat polders ingedijkt wer den, waren deze al zo hoog opgeslibd (de schorren), dat deze met schapen beweid werden. Om de schapen bij hoge vloeden niet te laten verdrinken, werden zgn. stellen aangelegd: verhogingen op het schor, met soms daar mid denin nog een drinkput uitge spaard, de zgn. stelleput, zodat de schapen bij een langer verblijf op de stellen hierin konden drin ken, want in een zoute omgeving zijn zelfs schapen dorstig. Een dergelijke stelleput heeft ook in het midden van het Vienkenist gelegen. Na de indijking werd de beweiding nog voortgezet, tot dat de schorren ontzilt waren, en men er de ploeg in kon zetten. Sjaak Herman Voor het Vienkenist is dit niet helemaal gelukt; alleen het hogere deel tegen de Kanaaldijk kon als akkerland gebruikt wor den, en dat is tot op heden nog zo. De rest was te vochtig en bovendien was als gevolg van de stroomsnelheid ter plaatse er alleen maar een erg dun kleilaag- je op het grove zand afgezet, zodat het alleen maar als wei land benut kon worden. Men moet daarbij nog bedenken, dat rond 1900 de waterpeilen nogal wat hoger lagen als tegenwoor dig. Met de waterbeheerswerken vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw veranderde het bodemgebruik in West-Zeeuws- Vlaanderen drastisch; de voor heen laag gelegen percelen wer den in akkerland omgezet, mede als gevolg van de ontmenging van de bedrijven. Waren het vroeger practisch allemaal gemengde bedrijven, daarna werden het steeds meer zuivere akkerbouwbedrijven. Zo verging het ook het Vienkenist: de 2 weitjes met een humeuze bovenlaag, onstaan door het ongeveer 100 jaar beweiden, werden begin zestiger jaren gescheurd en als akkerland benut. Maar blijkbaar waren de opbrengsten en omstandigheden toch niet bevredigend: rond 1965 zijn beide weitjes ten behoeve van zandwinning ca. 0,50 m. afgegraven en is de bouwvoor teruggezet. Het perceel tegen de grindweg werd als vanouds weer weiland, terwijl het andere bouwland bleef. In deze toestand trof ik het Vienkenist aan in 1992. Ik had na ongeveer een jaar van zoeken, wikken en wegen mijn oog hier op laten vallen. Waarom? Wel, vanwege mijn werk bij de Stichting Landschapsbeheer Zeeland heb ik voor nogal wat buitenlui een aantal meer of minder ambitieuze plannen gemaakt, met als doel de natuur waarden flink te verhogen, en dan speciaal hier in West-Zeeuws- Vlaanderen met het oog op de zo met uitsterven bedreigde Boomkikker. Van al deze plannen is helaas maar bitter weinig terecht gekomen: de meesten wilden toch maar weer die lieve schaapjes, die schattige pony's, en vooral die zgn. aanziengeven- de rijpaarden in het gebied heb ben, waardoor de natuurwaar den weer het onderspit moesten delven en de Boomkikker intus sen steeds maar weer verder teruggedrongen werd tot het op een gegeven ogenblik te laat zou zijn. Ik vond de tijd gekomen, dat ik als natuurbeschermer maar eens een voorbeeld moest gaan stel len door zelf aan de slag te gaan! Dus op zoek naar een perceel land, waarop ik een boomkikker- 74 't duumpje 7 - 2002

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2002 | | pagina 14