Moederdagexcursie
naar 't Zwin
Herman van de Voorde
Herman van de Voorde verslaat een
van de vele excursies die ook dit
seizoen weer plaatsvonden. U leest
hier over een tocht door het
Belgische Zwin.
Even na drieën vertrokken we
vanaf het Bezoekerscentrum Het
Zwin met 11 personen. Niet te
voet het Zwin in zoals de bedoe
ling was, want daarvoor stond
het water toch wat te hoog,
maar per auto naar het Belgische
natuurreservaat Het Zwin. Daar
werden we verwelkomd door
een enthousiaste, kundige en
welbespraakte Belgische gids.
Het gezelschap bestond op deze
moederdag uit de mannelijke
gids, een echtpaar waarvan de
man de Basiscursus vogels kijken
volgt, een "tweetalig" echtpaar
met drie kinderen, 4 "alleen-
gaande" mannelijke duumpjes,
waaraan er zich op het laatste
moment nog een toevoegde.
Later werd verteld dat er nog
enkele potentiële deelnemers
naar het Bezoekerscentrum geko
men waren, maar de excursie-
gangers waren al vertrokken.
Dit jaar bestaat natuurreservaat
Het Zwin (het oudste in België)
50 jaar. Toen enkelen onder ons
nog de tentoonstelling hierover
in de Koninklijke villa wilden
bezoeken, bleek deze om 17.00
uur, net voor ons neus, te zijn
gesloten. In de volières kunnen
diverse kustvogels bekeken wor
den. Het zijn olieslachtoffers,
gekwetste vogels of afkomstig
van uitwisseling met andere
vogelparken. Wij gingen echter
richting reservaat.
Daarbij passeerden we enkele
van de 26 ooievaarsnesten.
Ooievaars keren steeds terug
naar hetzelfde nest, maar vanaf
februari wordt er wel nieuw
nestmateriaal aangevoerd. Het
nest wordt daardoor ieder jaar
wat hoger, evenals door de poep
van de jongen. De jongen wegen
bij de geboorte 80 a 100 gram en
na 60 dagen al 4 kg. Zij groeien
snel door het voorverteerde
voedsel dat zij van de ouders krij
gen. Dit voedsel bestaat o.a. uit
insecten, regenwormen en vis. De
ooievaars worden bijgevoederd
met vis om te voorkomen dat ze
eendenkuikens eten. Oudere
vogels trekken daardoor ook niet
meer weg naar Spanje, Noord-,
Centraal- of Zuid-Afrika, maar ze
blijven in 't Zwin.
Ooievaars zijn op hun 3e a 4e
jaar geslachtsrijp en blijken eerst
een jaar te oefenen in het bou
wen van een nest. De gids kende
een voorbeeld waarbij een ooie
vaar al zeven jaar op hetzelfde
nest verblijft. Wanneer de nesten
te hoog worden, vallen ze door
de wind naar beneden.
In het reservaat verblijft ook een
kolonie brandganzen van onge
veer 350 stuks. Deze zijn afkom
stig uit een losgelaten privécol-
lectie uit de omgeving van
Antwerpen. Als je ze op een
meter afstand passeert, blijven ze
nog rustig zitten, 's Winters trek
ken deze ganzen een paar maan
den weg en verblijven dan bij
hun soortgenoten op Schouwen.
De bij ons ook bekende grauwe
ganzen blijken zich meer richting
van Damme te verplaatsen, aldus
de gids.
Kokmeeuwen broeden er niet
meer, en overigens dit jaar ook
niet in het Nederlandse gedeelte
van 't Zwin. Een gevolg van
bemesting? Of van de vos? Ook
op de Waddeneilanden gaat het
aantal broedparen achteruit. Het
aantal zilvermeeuwen neemt toe.
Hiervan broeden er 25 a 30 kop
pels. Zij slikken krabben en mos
sels in hun geheel in en produce
Scholekster
ren dan braakballen om de
onverteerbare delen uit hun
lichaam te verwijderen. Jonge
kluten worden helaas ook door
zilvermeeuwen verorberd.
Tijdens de wandeling zien we
o.a. visdiefje, rosse grutto, steen-
loper, scholekster, zilverplevier,
bergeend, tureluur, lepelaar,
bonte strandloper en kanoet-
strandloper.
Het Zwin is ca. 150 ha groot,
waarvan 20 ha in Nederland. Met
nog wat bosjes en weiland erbij
is het 200 ha. Zo'n 8 tot 10.000
vogels slapen er, waarvan ruim
2000 kauwen. Alleen bij spring
vloed komt er water bij. Er is een
rietkraagje ontstaan op een
plaats waar het water blijft staan
vanwege een onderliggende klei
laag. Wij hoorden er een rietzan
ger.
Bij het stuwtje zagen we veel
opgeklopt schuim (slijmalg) en
"zwarte klei" met daarop bruin
water; dat zijn kiezelwieren die
leven van rottingsproducten.
De gids vertelde nog een interes
sant verhaal over het voedselzoe-
ken van de bontbekplevier. Die
prikt met zijn snavel steeds in de
bodem waardoor er vele gaatjes
te zien zijn. Een groter gat wijst
erop dat er een prooi aanwezig
was. Zo kun je concluderen of
het daar meer of minder voedsel
rijk is.
Al met al veel gezien en gehoord
en genoten van het mooie weer,
dus wat wil je nog meer.
13 't duumpje 2 - 2002