*r keur te geven aan knotbomen. Drie territoria zijn vastgesteld in fruitbomen soort onbepaald). Bij 12 territoria is de boomsoort niet nader bepaald. Verder blij ken 22 territoria voor te komen in schuren. Bij slechts 1 territori um is komen vast te staan dat gebruik is gemaakt van een nest kast. Tenslotte zijn twee territoria vastgesteld in respectievelijk een leegstaande boerderij en een hangar. Vergelijking met historische gegevens Nu het aantal steenuilterritoria is bepaald is het moment daar om na te gaan of de landelijke afna me van de steenuil ook van toe passing is voor West-Zeeuws- Vlaanderen. Om hierover een uit spraak te kunnen doen dient men te beschikken over histori sche gegevens. Literatuur- en archiefonderzoek wijst uit dat in maart-april 1977 de soort in West-Zeeuws- Vlaanderen grondig is onder zocht (De Meijer 1977). Volgens de Avifauna van Zeeuws- Vlaanderen (M.A. Buise en F.L. Tombeur 1988) werd het aantal territoria toen geschat op 150- 200 territoria. De wijze waarop dit onderzoek is uitgevoerd, de ligging van de territoria (territo- riumkaart), de grootte van het onderzoeksgebied evenals een onderbouwing van de schattin gen zijn echter niet meer voor handen. Derhalve kan wat deze gegevens betreft uitsluitend het totaal aan territoria vergeleken worden. Verder is er in 1983 een gebieds- dekkende inventarisatie uitge voerd in de Biezen (bron: R. van Westrienen). Deze inventarisatie is goed gedocumenteerd en der halve goed bruikbaar om deze te vergelijken met de inventarisatie uit 2001. In linksonder opgeno men kaartjes zijn de telgegevens van de betreffende inventarisa ties weergegeven. In 1983 zijn 32 territoria vastge steld. Hiervan zijn er 27 territoria als zeker aangemerkt, 3 als waar schijnlijk en 2 als mogelijk. In 2001 zijn in hetzelfde gebied 18 territoria genoteerd. Dit komt voor het betreffende gebied neer op een afname van 44%. Verder is er in 1990 en 1991 in West- Zeeuws-Vlaanderen een inventa risatie uitgevoerd in het gebied gelegen tussen Breskens en Hoofdplaat, benoorden IJzendijke en het gebied gelegen tussen Oostburg, Zuidzande, Nieuwvliet en Cadzand (H. van Iwaarden en P. van 't Westeinde). In totaal zijn er in die periode 59 territoria vastgesteld. Vergelijken we deze inventarisatiegegevens met de inventarisatie uitgevoerd in 2001, dan constateren we een duidelijke afname van het aantal steenuilterritoria rondom Breskens. In 1990 en 1991 zijn er in dit gebied 11 territoria vastge steld. In 2001 is het aantal terri toria gehalveerd tot 5. Deze afname is wellicht een gevolg van de opschaling van het land schap en de toenemende recre atiedruk. Conclusies Op grond van het in 2001 door de vogelwerkgroep van 't Duumpje uitgevoerde onderzoek kunnen een aantal conclusies worden getrokken. Het aantal steenuilterritoria dat is vastgesteld bedraagt 205. Het totale aantal steenuilen wordt hiermee voor West-Zeeuws- Vlaanderen geschat op 220-240 paar. Geschat wordt dat ten opzichte van de jaren tachtig het aantal steenuilen in West- Zeeuws-Vlaanderen met circa 20% is afgenomen. De schatting van het totale aantal steenuilen in de jaren tachtig, zoals deze is opgenomen in de Avifauna van Zeeuws-Vlaanderen (Buise en Tombeur 1988), blijkt op grond van het in 2001 uitgevoerde onderzoek te laag. Het totale aantal steenuilen werd toen voor Zeeuws-Vlaanderen geschat op 250-280 paar. Op grond van de huidige inzichten dient het aan tal steenuilen voor Zeeuws- Vlaanderen in de jaren tachtig geschat te worden op 350-400 paar. De afname van de steenuil zoals deze in West-Zeeuws- Vlaanderen is vastgesteld, blijkt minder hoog te zijn dan de afna me elders in Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste steenuilterritoria in de gemeente Sluis-Aardenburg voor komen. De gemiddelde dichtheid in deze gemeente bedraagt 1,26 terr/100 ha. In zijn algemeenheid kan worden geconcludeerd dat de uitgevoer de inventarisatie een goed beeld heeft gegeven omtrent de popu- latieomvang van de steenuil anno 2001 Aanbevelingen en maatrege len Met het uitvoeren van deze inventarisatie is een basis gelegd om naast terreinbeherende instanties ook particulieren en bedrijven te wijzen op de nood zaak tot bescherming van de steenuil. We dienen te beseffen 8 't duumpje 2 - 2002

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2002 | | pagina 8