VACATURE dat er ondanks het relatief grote aantal steenuilterritoria dat West-Zeeuws-Vlaanderen her bergt, geen enkele aanleiding is om achterover te leunen. Tenslotte is het aantal steenuilen in ruim twintig jaar tijd met 20% afgenomen. Om verdere afname een halt toe te roepen dienen er gerichte beschermingsmaatregelen getrof fen te worden. De maatregelen dienen gericht te zijn op de ver betering en/of het behoud van het leefgebied van de steenuil. De voorgestelde maatregelen kunnen als volgt worden samen gevat: het behouden en het uitbrei den van natuurlijke nestgelegen heid middels het aanplanten van knotbomen en hoogstamfruitbo- men; het creëren van nestgelegen heid in gebouwen en bomen middels het plaatsen van nestkas ten; de bevoegde gezagen dienen hun verantwoordelijkheid te nemen als het gaat om het in strijd met de Boswet en/of kap- verordening kappen van o.a. knotbomen en fruitbomen. Aanvullende randvoorwaar den In aanvulling op bovenstaande dienen randvoorwaarden gecreëerd te worden voor een goede voedselvoorziening. De steenuil is vanwege zijn specifie ke eetgewoonte sterk afhankelijk van grasland c.q. weiland in zijn directe leefomgeving. Vanwege dit aspect dient men reeds bestaande ruige overhoekjes en stukjes weiland te handhaven en nieuwe te creëren. Het is de taak van o.a. landschapsbeherende instanties om deze ogenschijnlijk weinig waardevolle landschaps- elementjes, die men vanuit het beheer veelal als "lastig" en Een steenuiltje wordt geringd moeilijk bereikbaar ervaart, te koesteren. Verder dient men, met name om de winterperiode te overbruggen, de muizenstand in de directe leefomgeving van de steenuil te handhaven en waar mogelijk te bevorderen. Het gebruik van muizengif in de directe leefomgeving van de steenuil dient zoveel mogelijk geweerd te worden. Dit kan bewerkstelligd worden met een wat toleranter houding omtrent het vóórkomen van muizen in schuren en op het erf. Last but not least dienen wij als Zeeuws-Vlamingen ervan door drongen te zijn dat wij in de unieke positie zijn in een regio te leven waar het voor de steenuil nog goed toeven is. De steenuil houdt echter niet van verande ringen, heeft beperkte aanpas singsmogelijkheden en houdt ervan het voedsel in zijn directe leefomgeving te zoeken. Het ver nietigen c.q. aantasten van zijn directe leefomgeving leidt tot een onherroepelijk verdwijnen. Uitwijken naar elders is vanwege zijn beperkte verplaatsingsmoge lijkheid niet altijd mogelijk. Bekend is dat de steenuil sinds mensenheugenis sterk verbonden is met de landbouw. Moderne landbouw betekent heden ten dage vergroting van de rentabili teit met als gevolg opschaling van percelen ten koste van de voor de steenuil zo kwetsbare kleinschalige landschapselemen ten. Uit interviews met landbou wers blijkt dat ook zij begaan zijn met het welzijn van de steenuil. In nauw overleg met de landbouwers zijn er wellicht afspraken te maken om met een geringe inspanning het behoud van de steenuil veilig te stellen. Dankwoord Het verzamelen van het grote aantal gegevens dat als basis voor het rapport en voor dit arti kel heeft gediend was niet moge lijk geweest zonder de medewer king van een groot aantal leden van de vogelwerkgroep van 't Duumpje. Zij waren het die in onze polders kou en regen trot seerden op zoek naar nieuwe ter ritoria van de steenuil. En zij heb ben eraan bijgedragen dat de eerste gebiedsdekkende telling van de steenuil in West-Zeeuws- Vlaanderen een feit is geworden. De volgende tellers hebben deel genomen aan de inventarisatie: Luciën Boerjan, Henk Bondewel, Nathalie Catseman, Gerard van Daele, Bob Dierkx, Liliane Geurtjens, Donnie Hollevoet, Aloys de Koek, Reggie van Poecke, Nemi van der Reest, Pieter Simpelaar, Alex de Smet, Lotte de Smet, Herman van de Voorde, Petrus van 't Westeinde en Awie de Zwart. Bovenstaand artikel is een samenvatting van het rapport "Onderzoek naar het voorkomen van de steenuil in West-Zeeuws- Vlaanderen 2000-2001 Belangstellenden kunnen het rapport downloaden via onze internetsite: www.duumpje.nl/steenuil.htm Ons aller Ward de Brabandere heeft een andere werkkring gevonden. Hij wordt per 1 december 'natuurwachter' aan de Belgische Westkust. Ward begint aan een prachtige nieuwe uitdaging en we hebben hem dan ook van harte gefelici teerd met zijn benoeming. Keerzijde van de medaille is dat hij verhuist en daarmee ontvalt ons een harde werker die op tal loze terreinen inzetbaar was. De volgens hem voornaamste bezigheden lagen in de jeugdna tuuractiviteiten. Ward is hiermee een kleine 10 jaar geleden begonnen, heeft een vijftal werk groepleden die mede gestalte geven aan de educatie van onze jeugd, maar helaas beschikt nie mand van deze werkgroep over tijd om de voortrekkersrol van Ward over te nemen. We zijn dus op zoek naar iemand die affiniteit heeft met jeugd, met natuur, met 't Duumpje, en die het leuk vindt samen met een vijftal andere mannen en vrou wen het jeugdprogramma van 't Duumpje te coördinere. Info: Ward de Brabandere 0117 - 38 35 83 of Miriam van Heeringen 0117-454324. 9 't duumpje 2 - 2002

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2002 | | pagina 9